25 299
Regels inzake de verstrekking van subsidies door de Minister van Binnenlandse Zaken (Wet aanvullende regels BiZa-subsidies)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 15 augustus 1997

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 8, eerste lid, komt te luiden:

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling kan ieder jaar een subsidieplafond worden vastgesteld voor de verschillende activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt, alsmede de wijze van verdeling daarvan.

B

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12

Deze wet wordt aangehaald als: Wet overige BiZa-subsidies

C

Na artikel 9 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, dat luidt:

HOOFDSTUK 3A. WIJZIGING VAN DE WET OVERLEG MINDERHEDENBELEID

Artikel 6 van de Wet overleg minderhedenbeleid wordt gewijzigd als volgt:

1. Het derde lid komt te luiden:

3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot:

a. de aanvraag van de subsidie;

b. de verlening en de vaststelling van de subsidie;

c. de verplichtingen van de subsidieontvanger en

d. het toezicht op de naleving van de verplichting- en van de subsidieontvanger.

2. Het vierde lid vervalt.

Toelichting

A

Artikel 8, eerste lid, is technisch aangepast, zoals in de nota naar aanleiding van het verslag reeds is aangegeven.

B

De aanleiding om een nieuwe citeertitel te introduceren is in de nota naar aanleiding van het verslag al toegelicht.

C

De Wet overleg minderhedenbeleid biedt de wettelijke basis voor het verstrekken van subsidie aan de samenwerkingsverbanden van minderhedenorganisaties. De aanpassing van artikel 6 is een technische aanpassing aan de subsidietitel van de Awb. Het voorgestelde derde lid komt in sterke mate overeen met het huidige vierde lid. Alleen de algemene bevoegdheid tot het stellen van nadere regels in het huidige derde lid is niet meer nodig, omdat daarin voorzien wordt door de algemene subsidietitel van de Awb. Aangezien het hier gaat om per boekjaar verstrekte subsidies, ligt het in de rede om in de nadere regelgeving op basis van het derde lid afdeling 4.2.8 Awb van toepassing te verklaren. Daarmee gaan de betreffende dwingende bepalingen in deze afdeling van de Awb met betrekking tot de aanvraag, de eisen die aan de aanvraag worden gesteld, de subsidieverlening en -vaststelling, het activiteitenverslag, de begroting en de financiële verantwoording gelden. Daarnaast biedt afdeling 4.2.8 nog een aantal keuzemogelijkheden. Mede met het oog op het van toepassing verklaren van afdeling 4.2.8 en de te maken keuzes in die afdeling wordt in het derde lid aangegeven dat nadere regels kunnen worden gesteld met betrekking tot de subsidieaanvraag, de -verlening, de -vaststelling, de verplichtingen van de subsidieontvanger en het toezicht.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm

Naar boven