25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 41 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 juli 2017

Vorig jaar december heb ik uw kamer geïnformeerd1 over de aanpak van het hepatitis E.-virus (HEV) naar aanleiding van het advies van het deskundigenberaad over dit virus. Via deze brief informeer ik u over de stand van zaken van een aantal adviezen van het deskundigenberaad. In dit beraad nemen deskundigen zitting van het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Wageningen Bioveterinary Research (voorheen Centraal Veterinair Instituut, CVI) de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), Stichting Sanquin Bloedvoorziening evenals medisch specialisten op het gebied van leverziekten, neurologie, medische microbiologie en infectieziekten uit verschillende Nederlandse academische ziekenhuizen, laboratoria en de openbare gezondheidszorg.

Zoals het deskundigenberaad vorig jaar aangaf vormt Hepatitis E. geen risico voor de algemene bevolking omdat een HEV-infectie bij gezonde mensen over het algemeen zonder ziekteverschijnselen verloopt. Maar bij mensen met een reeds bestaande chronische leverziekte kan een HEV-infectie levensbedreigend zijn. De grootste ziektelast wordt echter gevonden bij een patiënt waarvan het afweersysteem niet goed werkt of die afweeronderdrukkende medicijnen gebruiken zoals mensen na een orgaan- of beenmergtransplantatie.

Vervolgonderzoek Hepatitis E

De NVWA en het RIVM hebben naar aanleiding van het deskundigenberaad vervolgonderzoek gedaan naar de aanwezigheid van het hepatitis E. virus in producten die varkensbloed bevatten. Varkens en varkensproducten zijn een waarschijnlijke bron van HEV en uit eerder onderzoek is gebleken dat meer dan de helft van de Nederlandse varkensbedrijven met HEV besmet is. In hoeverre de besmetting bij mensen wordt veroorzaakt door de consumptie van varkensproducten is nog niet bekend. Varkens vertonen zelf geen ziekteverschijnselen wanneer zij hepatitis E bij zich dragen.

Het onderzoek naar de varkensbloedproducten is nu afgerond en op de website van de NVWA gepubliceerd.2 Het onderzoek bevestigt het vermoeden dat in een groot deel van de producten het genetisch materiaal van het HEV aanwezig is.

Vandaag heeft de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) een rapport uitgebracht over HEV3. Het rapport beschrijft de huidige methodes voor detectie van HEV, het traceren en vóórkomen van HEV in landbouwhuisdieren en voedsel, en de mogelijke besmettingsroutes via levensmiddelen en beheersmogelijkheden ervan. Ook is het RIVM op dit moment bezig met onderzoek naar besmettingsbronnen voor HEV, waaronder varkensvlees, als onderdeel van de HEVIG-studie waarin bronnen en risicofactoren voor acute Hepatitis E in kaart worden gebracht. Op basis van de beoordeling van EFSA en het onderzoek van het RIVM zal ik in overleg met de NVWA bekijken of het mogelijk en noodzakelijk is om aanvullende maatregelen te nemen in de voedselketen.

In het vorig jaar gepubliceerde onderzoek naar gezondheidseffecten van omwonenden van veehouderijbedrijven (VGO studie), is nagegaan of mensen die dicht bij varkensbedrijven wonen een verhoogde kans hebben op een HEV infectie.

De conclusie van dit onderzoek is dat de deelnemers aan het vgo-onderzoek die ooit een (eventuele onopgemerkte) HEV-infectie hebben doorgemaakt niet dichter bij varkensbedrijven wonen dan deelnemers zonder een doorgemaakte HEV- infectie.

Bescherming van risicogroepen

Het deskundigenberaad stelde vorig jaar vast dat de gevolgen voor de volksgezondheid op dit moment gering zijn en dat er geen specifieke voedingsadviezen voor de gehele bevolking noodzakelijk zijn. Wel adviseerden zij om risicogroepen te informeren en een passend voedingsadvies te geven. De Nederlandse Werkgroep Klinische Virologie heeft advies uitgebracht over de risicogroepen. Een voedingsadvies is opgesteld door het Voedingscentrum, de NVWA en het RIVM voor patiënten uit de risicogroepen. Dit voedingsadvies is verspreid onder de betrokken zorgprofessionals. De medisch specialisten betrokken bij de zorg van deze patiënten zijn bekend met de risico’s, de mogelijkheid om de patiënten te testen en te behandelen. Het voedingsadvies is openbaar gemaakt op de websites van het Voedingscentrum en het RIVM.

Screening Sanquin

In mijn brief van december vorig jaar (Kamerstuk 25 295, nr. 34) heb u gemeld dat ik voorlopig heb ingestemd met het testen van bloeddonaties op HEV. Uit onderzoek van Stichting Sanquin Bloedvoorziening bleek dat circa 1 op de 700 bloeddonaties besmet is met HEV. Bij een deel van de ontvangers van bloedproducten kan deze infectie tot ernstige gezondheidsklachten leiden. Sanquin wil voor deze patiënten de bloeddonaties testen op HEV. Ook waren er ziekenhuizen die specifiek vroegen om HEV-vrije bloedproducten. Onlangs is Sanquin gestart met het testen van bloeddonaties. Omdat er veel onbekend is over HEV heb ik de Gezondheidsraad om advies verzocht over de maatregel. Op basis hiervan zal ik bepalen of het noodzakelijk is deze screening op HEV voort te zetten. Ik verwacht het advies van de Gezondheidsraad medio 2018.

Met deze maatregelen ben ik van mening dat de kwetsbare groepen voldoende beschermd zijn tegen een HEV-infectie. Indien verder onderzoek nieuwe bevindingen oplevert zal ik u daarover informeren.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven