Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juni 2023
Met deze brief reageer ik, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
op het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om
een reactie op het bericht «Eerste overlijden van mens door vogelgriep gemeld in China»
(Telegraaf, 12 april 2023). De commissie vraagt in het bijzonder over het feit of
er sprake is van mutaties, wat de aanpak van Nederland is voor zoönosen en of dit
deze aanpak doet veranderen of versnellen, met daarbij het verzoek in te gaan op het
feit of er effecten zijn voorzien voor de risico’s van onze gezondheid.
De betreffende casus in China in maart van dit jaar betrof een 56-jarige vrouw, die
besmet was met vogelgriep van het type H3N8. Dit gebeurde na contact met (levend)
pluimvee en aanwezigheid van wilde vogels rondom haar huis. Op basis van genetische
sequentie analyses is besmetting door contact met besmet pluimvee het meest waarschijnlijk.
Ze werd begin maart met ernstige longontsteking opgenomen in het ziekenhuis, waar
zij overleed; er was ook sprake van andere onderliggende aandoeningen.1
H3N8 komt voor bij vogels, paarden en honden; volgens de WHO heeft deze variant niet
het vermogen tot doorgaande transmissie van mens op mens. Er is ook in dit geval geen
verspreiding naar andere mensen aangetoond. In het virus materiaal van deze patiënt
zijn eveneens geen virusmutaties vastgesteld, waarvan bekend is dat ze de overdraagbaarheid
tussen mensen zouden kunnen bevorderen. Wereldwijd gaat momenteel een andere variant
van het virus, H5N1, rond. Ook in ons land zien we H5N1 onder wilde vogels en zorgt
deze variant voor uitbraken bij pluimvee.
We houden de situatie rondom vogelgriep in Nederland goed in de gaten door monitoring
van de gevallen bij vogels en zoogdieren en typeren van het virus. In maart heeft
het Deskundigenberaad Zoönosen (DB-Z) op verzoek van de ministeries van VWS en LNV
duiding gegeven aan de huidige situatie en advies uitgebracht over de aanpak van vogelgriep.
Het DB-Z schat het risico van de variant H5N1 voor de publieke gezondheid laag in
voor Nederland en voor mensen met beroepsmatig contact met pluimvee/besmette dieren
laag tot matig. In onze brief van 8 mei jl. hebben de Minister van LNV en ik onze
gezamenlijke reactie op de adviezen van het DB-Z gegeven.2
De Minister van LNV en ik werken de aanbevelingen uit het DB-Z-advies verder uit in
afstemming met de betrokken partijen en geven hierover meer duiding in het Intensiveringsplan
preventie vogelgriep. Voorbereid zijn op een meer zoönotische variant van vogelgriep
is één van de aandachtsvelden, die we oppakken binnen dit intensiveringsplan. Onder
andere door scenario’s en de bijbehorende respons-opties uit te werken en waar nodig
sterker in te zetten op preventie, voorlichting en meer proactieve surveillance. Daarbij
heb ik niet alleen aandacht voor de huidige variant van vogelgriep, die nu rondgaat
bij in het wild levende dieren, maar ook op toekomstige varianten van het virus.
Uw Kamer wordt naar verwachting in juni nader geïnformeerd over het intensiveringsplan.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers