25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1632 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 december 2021

Hierbij informeer ik uw Kamer over het beschikbaar stellen van de COVID-19-vaccinatie aan alle kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar. Naar aanleiding van mijn adviesaanvraag van 26 oktober jl. heeft de Gezondheidsraad zich gebogen over de vraag welke kinderen onder de 12 jaar eventueel in aanmerking zouden moeten komen voor COVID-19-vaccinatie. Op basis van Gezondheidsraadadvies van 3 december jl., heb ik uw Kamer op 8 december jl. reeds gemeld dat kinderen van 5 tot en met 11 jaar uit medische risicogroepen vanaf de tweede helft december in aanmerking komen voor een COVID-19-vaccinatie (Kamerstuk 25 295, nr. 1630). De Gezondheidsraad heeft zich daarnaast gebogen over een vaccinatieaanbod aan de overige kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar, en mij op 10 december jl. het advies «Vaccinatie van 5- tot en met 11-jarigen tegen COVID-19» doen toekomen (zie bijlage)1. Daarin adviseert de raad om het BioNTech/Pfizer-vaccin aan te bieden aan kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar. Ik neem dit advies over en licht mijn besluit in deze brief verder toe.

Gezondheidsraadadvies: vaccinatie aanbieden aan kinderen van 5–11 jaar

Het vaccineren van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar is een complex vraagstuk dat vraagt om een bredere maatschappelijke, medische, epidemiologische, ethische en juridische afweging. Voorop staat daarbij het belang van het kind en de af te wegen gezondheidswinst (direct en indirect). De raad benadrukt dat het terugdringen van virusoverdracht op zichzelf onvoldoende reden is om kinderen te vaccineren. De Gezondheidsraad heeft de verschillende afwegingen en invalshoeken zorgvuldig gewogen en komt op basis hiervan met het advies om vaccinatie tegen COVID-19 beschikbaar te stellen aan (de ouders van) kinderen van 5 tot en met 11 jaar die dit willen.

Alles overwegend beoordeelt de Gezondheidsraad de verhouding tussen gezondheidswinst en last van vaccinatie voor kinderen van 5 tot en met 11 jaar met het Pfizer/BioNTech-vaccin als voldoende gunstig. De raad beschrijft dat zijn advies het resultaat is van de optelsom van verschillende factoren.

De Gezondheidsraad constateert dat COVID-19 bij de meeste kinderen van 5–11 jaar een zeer mild verloop kent, maar dat het voor een kleine groep leidt tot directe ziektelast. Een kleine groep kinderen ontwikkelt namelijk ernstige COVID-19, waarvoor ziekenhuisopname nodig is. Ook ontwikkelt COVID-19 zich bij een kleine groep kinderen tot MIS-C (Multisystem Inflammatory Syndrome in Children); een zeldzame maar levensbedreigende complicatie van COVID-19. Kinderen met dit ziektebeeld moeten vrijwel altijd voor behandeling in het ziekenhuis worden opgenomen, en vaak zelfs op een IC-afdeling. Kinderen met COVID-19-gerelateerde MIS-C komen doorgaans pas weken later in het ziekenhuis dan kinderen met acute ziekteverschijnselen van COVID-19.

Het belangrijkste argument daarmee voor een vaccinatieaanbod voor 5- tot en met 11-jarigen is dat de Gezondheidsraad het aannemelijk acht dat vaccinatie ernstige ziekte en ziekenhuisopname door COVID-19 voorkomt. Niet alleen in de groep kinderen met een verhoogd medisch risico (zoals beschreven in het Gezondheidsraadadvies van 3 december jl.), maar ook in de overige 5- tot en met 11-jarigen. De Gezondheidsraad gaat ervan uit dat alle 5- tot en met 11-jarigen zonder vaccinatie op een gegeven moment een SARS-CoV-2-infectie zullen doormaken, en acht het aannemelijk dat vaccinatie bij een kleine groep kinderen ziekenhuisopnames door ernstige COVID-19 of de complicatie MIS-C kan voorkomen. Daarnaast stelt de Gezondheidsraad dat vaccinatie waarschijnlijk voorkomt dat kinderen langdurige klachten (Long COVID) houden na een SARS-CoV-2-infectie. Door de hoge viruscirculatie en preventieve maatregelen ondervinden kinderen bovendien indirect gezondheidsnadeel van COVID-19; waaronder beperkte toegang tot bijvoorbeeld school, sport en sociale contacten. Dit kan leiden tot een slechtere gezondheid en sociaal-emotionele ontwikkeling en leerachterstanden. De Gezondheidsraad benoemt in het advies dat vaccinatie ervoor kan zorgen dat kinderen minder indirect gezondheidsnadeel ondervinden van de pandemie. Dat vaccinatie van kinderen ook enige gezondheidswinst voor de bevolking als geheel met zich meebrengt, beschouwt de Gezondheidsraad als een bijkomend voordeel dat wel is meegenomen maar niet leidend is geweest in de afweging.

De Gezondheidsraad geeft aan dat het vaccin van BioNTech/Pfizer (in aangepaste dosering voor kinderen) goed werkt bij kinderen van 5 tot en met 11 jaar en dat het voldoende veilig is. Tegenover gezondheidswinst staat volgens de Gezondheidsraad een beperkte last van vaccinatie, in de vorm van bijwerkingen die doorgaans kortdurend en mild zullen zijn. Myocarditis (ontsteking van de hartspier) is een zeldzame bijwerking na mRNA-vaccinatie bij adolescenten en jongvolwassenen, die meestal snel herstelt zonder restverschijnselen. De Gezondheidsraad schat de kans op myocarditis na vaccinatie bij 5- tot en met 11-jarigen in als zeer laag.

Tot slot benadrukt de Gezondheidsraad het belang van begrijpelijke informatie voor ouders en kinderen. Dit vereist inspanningen van verschillende partijen om ouders en kinderen non-directieve antwoorden te geven op hun vragen. Verder is de Gezondheidsraad van oordeel dat alle vormen van drang vermeden moeten worden. De raad stelt dat de keuze om wel of geen gebruik te maken van het aanbod van vaccinatie nooit mag leiden tot uitsluiting van school en sociale uitsluiting van kinderen.

Besluit

Ik dank de Gezondheidsraad voor het brede en zorgvuldige advies dat zij hebben opgesteld, en ik neem dit advies over. Dat betekent dat ik alle kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar de gelegenheid wil geven om zich te laten vaccineren tegen het coronavirus. Voor deze kinderen beslissen de ouders over de keuze om wel of niet te vaccineren.

Gezondheidsbelangen voor kinderen

Uit het advies van de Gezondheidsraad komt duidelijk naar voren dat het aanbieden van de COVID-19-vaccinatie aan kinderen vanaf 5 jaar leidt tot gezondheidswinst. Dat is allereerst in het belang van de kinderen zelf. Zoals de Gezondheidsraad in het advies aangeeft, zal een kleine groep kinderen ernstige COVID-19 ontwikkelen waarvoor ziekenhuisopname nodig is. Ook kunnen kinderen een zeldzame, maar levensbedreigende complicatie ontwikkelen (MIS-C) waarvoor vaak een IC-opname nodig is. Daarom vind ik het belangrijk om de mogelijkheid van bescherming tegen het virus nu ook beschikbaar te maken voor deze groep, in aanvulling op de groep van 5 tot en met 11 jaar met onderliggend lijden.

Daarnaast heeft de pandemie het afgelopen jaar veel gevraagd van kinderen. Zo hebben scholen de deuren moeten sluiten om verspreiding van het virus tegen te gaan en dat heeft veel impact gehad op het dagelijks leven en welbevinden van veel jongeren. De onrust in gezinnen en potentiële ontwikkelingsachterstanden spelen een belangrijke rol bij mijn besluit.

Ik vind het belangrijk om hier nogmaals te benadrukken dat alle vaccins zorgvuldig worden beoordeeld op werkzaamheid, kwaliteit én veiligheid. Het EMA en het CBG stellen hoge eisen aan vaccins en hanteren zeer strenge criteria, die hetzelfde zijn als bij de toelating van andere vaccins. Ook na toelating moeten vaccin producenten maandelijks een extra veiligheidsrapportage inleveren bij het EMA.

Ouders beslissen over vaccinatie

Zeggenschap over vaccinaties is geregeld in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Daarin staat dat bij kinderen onder de 12 jaar de ouders beslissen over de keuze om wel of niet te vaccineren. Het kabinet vindt het erg belangrijk dat ouders voor hun kinderen een goede afweging kunnen maken en wil hen daarbij handvatten en informatie bieden. Daarbij is het ook van belang dat kinderen informatie krijgen die voor hen begrijpelijk is. Met behulp van deze informatie kunnen kinderen betrokken worden bij de keuze. Er wordt op dit moment gewerkt aan transparante, toegankelijke informatie voor kinderen en hun ouders. Deze informatie moet zijn afgestemd op de doelgroep. Op www.coronavaccinatie.nl/kinderen is speciale informatie voor kinderen en hun ouders te vinden. Voor het verstrekken van begrijpelijke en toegankelijke informatie voor de jongere doelgroep, zal gebruik worden gemaakt van verschillende media.

Uitvoering COVID-19-vaccinatie voor alle kinderen van 5 tot en met 11 jaar

Ik ben op dit moment in gesprek met het RIVM en de GGD hoe uitvoering kan worden gegeven aan het vaccineren van kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 11 jaar. Op basis van de huidige leveringsschema’s verwacht ik in de tweede helft van januari te kunnen starten met vaccinatie van alle 5- tot en met 11-jarigen. Ik zal uw Kamer op korte termijn informeren over de uitvoeringstechnische gevolgen van dit besluit.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven