Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 november 2021
Het OMT constateert dat (aangescherpte) adviezen en maatregelen minder effect hebben
als ze niet optimaal nageleefd, gecontroleerd en gehandhaafd worden. Zo geeft het
OMT in het 128e OMT-advies (Bijlage bij Kamerstuk 25 295, nr. 1468) opnieuw aan dat als men in hoge mate opvolging geeft aan de basisregels – waaronder
de meest essentiële bronmaatregel «bij klachten blijf je thuis, en laat je testen»
– de virusverspreiding al fors kan reduceren. Omdat elke aanvullende maatregel bovenop
deze basisregels een belangrijke beperking oplevert in het handelen van iedereen,
benadrukt het OMT dat elke verzwaring van maatregelen begint met benadrukking van
en opvolging van de basisregels. Het Kabinet neemt deze adviezen van het OMT over.
Uw Kamer ontvangt heden een stand van zakenbrief van de Minister van VWS over de besluitvorming
van heden (Kamerstuk 25 295, nr. 1468).
Om de samenleving te informeren en naleving te stimuleren, intensiveert het Kabinet
de communicatie over de maatregelen. De radio en televisiecampagne over het coronatoegangsbewijs
wordt op zeer korte termijn aangepast aan de besluitvorming van heden. Vanaf 3 november
2021 start bovendien een radiocampagne om de herziene mondmaskerplicht opnieuw onder
de aandacht te brengen. Tot slot wordt de lopende radio, televisie en social media
campagne over de herziene adviezen en de basisregels – ook in de thuissituatie – geïntensiveerd,
ook om de impact en het bereik onder de belangrijkste doelgroepen te vergroten.
Tegelijkertijd ziet het Kabinet dat de naleving en controle van het coronatoegangsbewijs
door de sectoren beter kan en aanleiding is om te komen tot een adequatere handhaving.
Zeker in de horeca- en sportsector kan en moet de naleving en controle echt verbeterd
worden. Daarom heb ik gesproken met het Veiligheidsberaad over risicogerichte handhaving
en het ingrijpen op plekken waar naleving en controle achterblijft. Daarnaast heb
ik burgemeesters opgeroepen op korte termijn met de lokale horeca en sportverenigingen
het gesprek aan te gaan hoe de naleving en controle bevorderd kan worden. Samen met
mijn collega’s van EZK doe ik datzelfde met de verschillende brancheverenigingen.
Met de VNG wordt bovendien gewerkt aan het uitwisselen van best practices tussen gemeenten
onderling.
Bovenstaande past binnen de afspraken over handhaving waar ik u 24 september jl. (Kamerstuk
25 295, nr. 1457) over heb geïnformeerd. Ondernemers, instellingen en verenigingen worden geacht te
controleren of bezoekers een geldig CTB hebben, dat correspondeert met hun identificatiebewijs.
Het blijft van groot belang dat ondernemers/instellingen/verenigingen de van hen te
verwachten inspanningen leveren om ervoor te zorgen dat de gestelde maatregelen worden
nageleefd door bezoekers en gecontroleerd worden door de specifieke sector/organisatie.
In die afspraken staat verder dat gemeenten risicogericht en steekproefsgewijs toezicht
houden op de naleving en de controle door de ondernemer. De handhaving richt zich
daarmee primair op locaties waar het risico op besmetting en/of niet naleven het grootst
is. Naar aanleiding van het overleg van gisteren heb ik er vertrouwen in dat er hieraan
actiever invulling zal worden gegeven.
Om te bezien waar er beter nageleefd en gecontroleerd moet worden, is er beter zicht
nodig op de naleving van en controle op het coronatoegangsbewijs en het legitimatiebewijs.
Hiertoe wordt gestart met een breder onderzoek naar de naleving/controle. Dit onderzoek
zal periodiek worden herhaald (beoogd tweewekelijks). Het eerste onderzoek start deze
week en is naar verwachting voor de bredere invoering van het coronatoegangsbewijs
beschikbaar. Met de uitkomst van dit onderzoek kan het Kabinet onderbouwd in gesprek
gaan met de sectoren en branches om de naleving te vergroten of juist te benoemen
waar het goed gaat en kan daarnaast handhaving vanuit de gemeenten gerichter ingezet
worden.
Het is van groot belang dat de maatregelen resultaat hebben. Daarvoor is een drieslag
vereist. De naleving, door de mensen zelf. Vervolgens de controle daarop door ondernemers
en organisaties. En tenslotte handhaving, als slot op de deur.
Inmiddels heb ik ook samen met de Minister van Economische Zaken en Klimaat eerste
gesprekken gevoerd met de vertegenwoordigers van de detailhandel en de horeca. In
die gesprekken heb ik het belang benadrukt van controle op naleving van de corona-maatregelen,
en het belang van samenwerking met gemeenten.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus