25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1385 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juli 2021

Zo groot mogelijke transparantie over de bestrijding van de coronacrisis, dat is een belangrijk uitgangspunt van ons beleid. Onze inzet is om niet alleen richting uw Kamer, maar ook richting burgers en media zo snel en zorgvuldig mogelijk transparantie te betrachten over de aanpak van de coronacrisis. In deze brief ga ik in op de wijze waarop we dit doen, recente rechterlijke uitspraken over de toepassing van de Wet openbaarheid van bestuur bij de corona-crisis en het hoger beroep dat ik instel tegen deze uitspraken. Tot slot geef ik een overzicht van de extra maatregelen die ik neem om de afhandeling van Wob-verzoeken verder te versnellen.

De nieuwe aanpak: snel en zorgvuldig

Om zo goed en snel mogelijk recht te doen aan de inmiddels meer dan 200 Wob-verzoeken over de coronabestrijding die het Ministerie van VWS heeft ontvangen, is een werkwijze opgezet waarbij door een gefaseerde en gecategoriseerde aanpak documenten openbaar worden gemaakt. Door de geautomatiseerde verzameling van documenten zijn alle documenten die over corona gaan verzameld, waardoor een zo volledig mogelijk beeld gegeven kan worden van de aanpak van de corona-crisis. Over de periode tot en met april 2021 zijn meer dan 5 miljoen documenten verzameld. Na schoning blijven er nog meer dan 2 miljoen documenten over die inhoudelijk beoordeeld moeten worden.

De werkwijze waarbij de aanwezige informatie over corona gerubriceerd naar onderwerp en maand en – na toetsing aan de Wob – gefaseerd openbaar wordt gemaakt, heb ik met uw Kamer meerdere keren gedeeld en mijn ministerie heeft ook de betrokken media meerdere keren hierover geïnformeerd. Een traditionele aanpak zou ertoe leiden dat de gevraagde informatie later en gefragmenteerd openbaar zou worden. Onder andere omdat bij afhandeling per individueel Wob-verzoek bepaalde handelingen en beoordelingen bij elk Wob-verzoek steeds opnieuw gedaan moeten worden. Helaas is de openbaarmaking van de documenten niet zo snel verlopen als waarop bij aanvang is ingezet. Dit komt onder andere doordat er veel meer documenten zijn dan verwacht, het meer tijd kost om de digitale (zoek)systemen te optimaliseren, de capaciteitsinzet achteraf bezien niet snel genoeg is verhoogd en er voor een groot aantal documenten zienswijze gevraagd moet worden aan externe belanghebbenden.

Rechterlijke uitspraken

Op 28 juni 2021 heeft de rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in drie beroepen die waren ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op de ingekomen Wob-verzoeken. In deze uitspraken heeft de rechter de opdracht gegeven om de gevraagde informatie binnen twee maanden openbaar te maken. De rechtbank heeft ook een verhoogde dwangsom opgelegd en stelt daarnaast dat er met de besluiten tot openbaarmaking die tot op heden zijn genomen geen besluiten zijn genomen op de ingediende Wob-verzoeken (passieve openbaarmaking), maar dat de documenten actief openbaar zijn gemaakt. Op 1 juli 2021 heeft de rechtbank Midden-Nederland in een andere zaak een vergelijkbare uitspraak gedaan en ook hier is een verhoogde dwangsom opgelegd. De rechtbank Amsterdam heeft in een deels andersluidende uitspraak van 6 juli 2021 echter een reguliere dwangsom opgelegd en in die situatie openbaarmaking binnen een langere termijn geboden. Ook heeft deze rechtbank naar het zich laat aanzien meer oog voor de enorme opgave voor mijn ministerie om documenten over corona in crisistijd openbaar te maken.

Rechterlijke toetsing van de aanpak in hoger beroep

Ik wil er geen misverstand over laten bestaan dat ik begrip heb voor het ongeduld van de indieners van Wob-verzoeken. De wens tot snelheid deel ik. De uitspraken van de rechtbank Midden-Nederland maken duidelijk dat de gehanteerde werkwijze moet worden verbeterd en dat versnelling bij de afhandeling van Wob-verzoeken nodig is. Dat is geheel in lijn met onze inzet. Ik zal de rechterlijke uitspraak in dit opzicht dan ook direct gaan uitvoeren. Volgens de rechtbank zijn de tot nu toe genomen besluiten namelijk onvoldoende geïndividualiseerd en zou de gefaseerde besluitvorming ertoe kunnen leiden dat het niet duidelijk is wanneer volledig op de aanvragen is beslist. Dit is een terecht punt. Deze door de rechtbank gesignaleerde tekortkomingen zal ik wegnemen middels maatregelen die de rechtsbescherming verhogen.

Desalniettemin zal ik hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State tegen andere onderdelen van de uitspraak, omdat ik meen dat die onderdelen een snelle openbaarmaking van de meer dan twee miljoen documenten waarop de meer dan 200 Wob-verzoeken zien, niet dichterbij brengen. Integendeel, als alle Wob-verzoeken afzonderlijk zouden worden behandeld en daarmee telkens per verzoek door het bestand van 2 miljoen documenten moet worden gegaan, zou dat tot vertraging en gefragmenteerde openbaarheid leiden.

De rechter heeft namelijk opgedragen om in deze vier gevallen de gevraagde informatie binnen twee maanden openbaar te maken. Ook is een verhoogde dwangsom opgelegd. Op het ministerie worden grote inspanningen verricht om de enorme hoeveelheid gevraagde documenten zo snel als mogelijk openbaar te maken. Het opleggen van een verhoogde dwangsom lijkt daaraan voorbij te gaan. De rechtbank Amsterdam heeft bovendien een reguliere dwangsom opgelegd en heeft op het eerste gezicht meer oog voor de inspanningen die mijn ministerie in de uitzonderlijke situatie van deze corona-crisis heeft geleverd om de documenten openbaar te maken. Hoe groot die inspanningen ook waren en zijn, niet anders kan geconstateerd worden dan dat daarmee in de praktijk meer tijd mee is gemoeid dan de rechter mogelijk acht.

Aangezien ik ook voor alle verzoekers zo snel als mogelijk duidelijkheid wil verkrijgen omtrent de houdbaarheid van de werkwijze zal ik de Afdeling bestuursrechtspraak verzoeken het hoger beroep versneld te behandelen. Daarnaast zal ik een voorlopige voorziening vragen gericht tegen het direct van kracht worden van de uitspraak in eerste aanleg. Daarbij wijs ik erop dat openbaarmaking binnen twee maanden praktisch niet uitvoerbaar is.

Extra openbaarheidsmaatregelen

Een uitspraak van de hoogste rechter is van groot belang, bij voorkeur een snelle uitspraak. Ondertussen zal ik mijn uiterste best doen om de gevraagde documenten zo snel als mogelijk openbaar te maken. De rechterlijke uitspraken zijn voor mij wel aanleiding om de aanpak verder te intensiveren en om de afhandeling van Wob-verzoeken verder te versnellen. Het tempo van openbaarmaking wil ik verhogen.

Extra juristen

Er worden momenteel 50 extra juristen aangetrokken om de documenten sneller openbaar te kunnen maken. Die werving is reeds gestart. In juni 2020 zijn er 6 juristen begonnen met de afhandeling van de Wob-verzoeken over corona, in oktober 2020 zijn 10 extra juristen ingeschakeld en begin juni 2021 zijn er 15 extra juristen gestart. Met de 50 juristen die nu worden aangetrokken zullen er dus in totaal meer dan 80 juristen bezig zijn met de openbaarmaking van documenten over corona. Hiernaast heb ik ook mijn collega’s van andere departementen benaderd om te helpen bij deze immense klus. Als blijkt dat het tempo door de 50 extra juristen niet voldoende omhoog gaat, dan zal ik opnieuw op zoek gaan naar extra juristen. Het tempo van openbaarmaking hangt niet alleen samen met de (fors verhoogde) personele inzet, maar ook met de wettelijke voorschriften ten aanzien van het vragen van zienswijzen aan externe belanghebbenden. Dat beïnvloedt het tempo van openbaarmaking.

Inrichting programmadirectie en intensivering inzet departement

Gezien de omvang van het team juristen is er nu voor gekozen de afhandeling van de Wob-verzoeken over corona onder te brengen in een aparte programmadirectie op mijn ministerie. Ik geef daarmee ook uitdrukking aan het bredere kabinetsstreven gericht op openheid. Het instellen van de programmadirectie leidt ertoe dat alle betrokken medewerkers zich volledig kunnen richten op de afhandeling van de verzoeken over corona. Het aantrekken van extra juristen en het oprichten van de programmadirectie betekent ook iets voor de overige bezetting op het ministerie. In de eindfase van beoordeling in het licht van de Wob worden bijvoorbeeld inlichtingen ingewonnen bij (beleids)medewerkers van de betrokken directies; deze capaciteit wordt onttrokken aan het in de coronacrisis toch al zwaar belaste primaire proces. Daarom zal bij het RIVM en de betrokken beleidsdirecties capaciteit worden toebedeeld aan het openbaarmakingsproces. Daarnaast spelen informatiespecialisten en administratieve medewerkers een belangrijke rol in het openbaarmakingsproces. Ook zullen extra van deze medewerkers worden aangetrokken.

Op dit moment worden de kosten van de verhoogde ambtelijke inzet geraamd op circa € 10 miljoen op jaarbasis. Deze kosten zullen oplopen naarmate de inzet wordt verhoogd.

Beoordelingssysteem

Naast de extra personele inzet wordt ook onderzocht of het mogelijk is om verbeteringen in het beoordelingssysteem te doen. Het beoordelingssysteem heeft de afgelopen maanden met storingen te kampen gehad waardoor de juristen minder snel konden werken. Hiervoor lijkt inmiddels een oplossing te zijn gevonden, waardoor het aantal storingen naar verwachting zal afnemen.

Ook wordt onderzocht of het mogelijk is om nog andere aanpassingen aan te brengen in het beoordelingssysteem waardoor de beoordeling van de documenten automatischer verloopt. In dat geval zouden er minder documenten door de juristen beoordeeld hoeven worden, waardoor het tempo van openbaarmaking eveneens verhoogd wordt.

Meer openheid over persoonlijke beleidsopvattingen

Verder zal ik in lijn met hetgeen al eerder is besloten in de nog te beoordelen documenten persoonlijke beleidsopvattingen niet meer onleesbaar maken. Dit doet recht aan de kabinetsbrede lijn en leidt er naar verwachting toe dat de beoordeling van documenten sneller plaatsvindt.

Gateway review

Ook zal ik middels een Gateway Review laten onderzoeken of het werkproces efficiënter kan verlopen. Naar aanleiding van de uitkomst van deze Gateway Review zal de werkwijze zo nodig worden aangepast.

Tot slot

Ook de rechter heeft nog eens onderstreept dat de uitvoering van de openbaarmaking beter moet en daarmee ook het tempo van openbaarmaking omhoog moet. De maatregelen zijn daarop gericht. Alle bovenstaande maatregelen hebben tot doel het Wob-proces te verbeteren en te versnellen. Het kabinet hecht er aan zo groot mogelijke transparantie te betrachten.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Naar boven