25 289
Wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, in verband met het opnemen van de mogelijkheid om medewerking te vorderen van een samenwerkingslichaam als bedoeld in artikel 110 van de Wet op de bedrijfsorganisatie

nr. 7
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 3 oktober 1997

Met genoegen heb ik kennis genomen van de bevindingen van de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij met betrekking tot het voorstel van wet tot wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren in verband met het opnemen van de mogelijkheid om medewerking te vorderen van een samenwerkingslichaam als bedoeld in artikel 110 van de Wet op bedrijfsorganisatie. De leden van de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij hebben instemmend op het wetsvoorstel gereageerd. Het wetsvoorstel zelf heeft geen aanleiding gegeven tot vragen. Niettemin hebben de leden van de fractie van D66 van de gelegenheid gebruik gemaakt de regering in verband met de ophanden zijnde opheffing van het Landbouwschap te verzoeken helderheid te verschaffen over de herstructurering van de thans door het Landbouwschap op het gebied van de diergezondheid uitgevoerde publiekrechtelijke taken. Tegen deze achtergrond hebben zij de regering de suggestie aangereikt de Stichting Gezondheidszorg voor Dieren (SGD) een zelfstandige PBO-status te verlenen. De SGD zou dan ingevolge het voorstel van de D66-fractie met de identificatie en registratie, de stamboekregistratie, de vaststelling van productiegegevens, de exterieurbeoordeling en de indexberekeningen kunnen worden belast.

De SGD vervult thans zowel op het gebied van de dierziektepreventie als op het gebied van de dierziektebestrijding ter uitvoering van PBO-regelgeving uitvoerende taken. In het kader van de herstructurering van de thans door het Landbouwschap op het gebied van de diergezondheid uitgevoerde publiekrechtelijke taken zal het door de productschappen in te stellen samenwerkingslichaam met name die taken gaan vervullen waarvan het wenselijk wordt geacht dat zij in een gemeenschappelijk verband worden voortgezet. Het voornemen bestaat dat de SGD de uitvoerende taken die zij thans op voornoemd terrein vervult ook in de toekomst zal blijven vervullen. De huidige en toekomstige uitvoerende taakvervulling van de SGD verhoudt zich moeilijk met de suggestie van de leden van de fractie van D66 om de SGD een eigen PBO-status te verlenen. Daarnaast zij gewezen op het standpunt van het Kabinet inzake de PBO, waarin het Kabinet van mening is dat de doelmatigheid van de PBO moet worden vergroot door het aantal PBO-lichamen substantieel terug te brengen. De bovenvermelde suggestie van de leden van de fractie van D66 is hiermede moeilijk in overeenstemming te brengen. Daarnaast zij vermeld dat de totstandkoming van bedrijfslichamen primair berust op de overeenstemming tussen een representatieve meerderheid van ondernemers- en werkgeversorganisaties.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

Naar boven