25 270
Intensivering buitenlands cultuurbeleid

nr. 10
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 7 april 1998

De vaste commissies voor Buitenlandse Zaken1 en voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen2 hebben op 19 maart 1998 overleg gevoerd met minister Pronk voor Ontwikkelingssamenwerking, staatssecretaris Patijn van Buitenlandse Zaken en staatssecretaris Nuis van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over de intensivering van het buitenlands cultuurbeleid (25 270, nrs. 1 en 2).

Van het gevoerde overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

Mevrouw Roethof (D66) wees erop dat de fractie van D66 al eerder heeft aangegeven dat zij ruimte ziet voor formulering van een internationaal cultureel beleid. Het moet niet gaan om een internationaal tintje aan het nationale cultuurbeleid, maar om het via een culturele interventie bereiken van doelen die passen binnen de oogmerken van het buitenlands beleid. Uit het rapport van de Raad voor cultuur kan worden afgeleid dat de raad meent dat het, zodra Buitenlandse Zaken zich ermee gaat bemoeien, direct over exportbevordering of de promotie van Nederland gaat. Dat is beslist niet de optiek van de fractie van D66. In dat licht is zij tevreden met de toezegging die de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken op 17 december 1997 heeft gedaan om in de volgende begroting een paragraaf te wijden aan het belang van culturele contacten in de context van de buitenlandse politiek.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking is reeds in 1991 begonnen met een culturele component in het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. Dat heeft een aansprekende lijst van activiteiten opgeleverd, waarbij artistieke kwaliteit hand in hand gaat met de doelstellingen op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking. Bij de besteding van de 16 mln. HGIS-gelden moet het mogelijk zijn om te profiteren van de ervaringen die zijn opgedaan met het opzetten van dit programma.

Voor de besteding van de HGIS-gelden zijn grofweg twee benaderingen mogelijk. Redenerend vanuit het buitenlands beleid gaat het om het inkleden van nieuw beleid. Redenerend vanuit het nationale cultuurbeleid gaat het om de verdeling van schaarse middelen. Het «schraalhans keukenmeestersyndroom» dat altijd over de cultuurbegroting hangt, hangt als een doem boven de besteding van deze gelden. Het traject dat een subsidieaanvrager moet doorlopen lijkt erg lang. Er zijn vijf fasen voordat een marginale toets geschiedt, er moet een beoordelingsmemorandum worden opgesteld en vervolgens komt het terug in de ambtelijke commissie. Hoe lang gaat dit alles duren? De beschrijving van de criteria en de procedure in de brief van 17 maart 1998 van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking sluit veel beter aan op de wijze van werken in de kunstwereld. De criteria zijn ruim genoeg om ook vernieuwende projecten een kans te geven en strak genoeg om slechte ideeën geruisloos af te voeren. Als bij de besteding van de HGIS-gelden iedereen wordt verzocht om projectaanvragen in te dienen, moeten uiteindelijk heel veel mensen worden teleurgesteld. Voorkomen moet worden dat met deze werkwijze een soort recht op subsidie wordt gekweekt. De Dogtroep heeft gelijk dat het concept van de regionale prioriteitslanden niet zo vreselijk interessant is, omdat artistieke samenwerkingsverbanden vaak spontaan totstandkomen.

De bewindslieden moeten nog eens nadenken over de taakverdeling waarin Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voor de inhoud zorgt en Buitenlandse Zaken voor de infrastructuur. De fractie van D66 acht dat te rigide. De samenwerking, waarover positieve geluiden zijn te vernemen, moet verder worden geïntensiveerd. Een aanpassing aan de periode van het kunstenplan is niet nodig.

Het Holland festival heeft 8 ton nodig en heeft daarvan 6,5 ton, niet structureel, toegezegd gekregen. Er moet voor het festival een oplossing worden gevonden die in ieder geval tot het volgende kunstenplan voldoet.

Bij press now zijn er geldzorgen. De minister voor Ontwikkelingssamenwerking heeft tijdens een ander overleg al toegezegd dat hij daarin wil voorzien, maar het gaat om de subsidie die het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen had toegezegd.

De activiteiten van Steve Auster zijn waardevol en moeten worden gecontinueerd. Dat geldt niet voor alles wat in het kader van de Vereniging voor internationale culturele betrekkingen (VICB) gebeurt. Het idee bestaat dat daarmee niet het hele kunstenveld wordt gerepresenteerd. Overigens moeten projecten als de summer university van Steve Auster en press now op termijn worden betaald uit fondsen van Buitenlandse Zaken.

Het valt te betreuren dat uit de schaarse middelen de Taalunie wordt bedeeld. Het roept alleen al de vraag op of een evenredig deel van dit geld uit Vlaanderen komt.

Er is in reactie op een vraag van de fractie van D66 een verslag gepresenteerd van de Unesco-top in Stockholm, die vorige week is gehouden. Er was echter niet om een verslag, maar om een brief met de Nederlandse inzet verzocht. Het verzoek wordt bij dezen herhaald. De benadering in de paragraaf «youth culture» verdient ondersteuning. Zij kan van groot belang zijn in landen waar de islamisering oprukt. Een universele jongerencultuur kan daar wellicht een dam tegen opwerpen.

In een volgende kabinetsperiode wil de fractie van D66 een flinke hoeveelheid extra geld uittrekken voor cultuur. Een deel van dat extra geld moet aan het vandaag aan de orde zijnde beleidsterrein ten goede komen. Van de begroting van Buitenlandse Zaken in het algemeen moet een groter deel voor internationaal cultureel beleid beschikbaar komen.

De heer Beinema (CDA) herinnerde aan het verwijt tijdens het vorige algemeen overleg, dat de voorbereiding van de toewijzing van subsidies op dit terrein geheel en al in handen van ambtelijke medewerkers lag. Inmiddels hebben de staatssecretarissen over de besteding van de extra middelen advies ingewonnen bij de Raad voor cultuur. De raad is redelijk positief: het budget is meer dan verdubbeld en de taakverdeling en samenwerking tussen Buitenlandse Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen zijn aanmerkelijk verbeterd.

Belangrijke kritiekpunten van de raad zijn dat te weinig gebruik wordt gemaakt van de bij de cultuurfondsen aanwezige kennis en dat de culturele instellingen onvoldoende geïnformeerd zijn over de nieuwe mogelijkheden voor internationale samenwerking. De bewindslieden hebben aangegeven dat de laatste maanden op deze punten verbetering is ingetreden. Een wezenlijke structurele betrokkenheid van de fondsen en instellingen blijft van belang.

De Raad voor cultuur is van mening dat de notitie te zeer op buitenlandspolitieke doelstellingen is gericht, bijvoorbeeld bij de selectie van regionale prioriteiten. De intrinsieke waarde van de culturele activiteiten zou meer de norm moeten zijn. De CDA-fractie vindt dat de doelstellingen van de twee meest betrokken departementen nevengeschikt dienen te zijn en blijven. De huidige taakverdeling lijkt goed.

De raad beveelt aan, bij de voorkeurselectie ook landen als Frankrijk en Engeland op te nemen. De fractie van het CDA vreest dat daarmee een verdere versnippering optreedt, hetgeen contraproductief zal werken.

In 1997 hebben twintig posten de beschikking gekregen over culturele attachés. Verplaatsbare ambtenaren van Buitenlandse Zaken die zich in het culturele werk willen specialiseren, wordt een serieus carrièreperspectief geboden. Ook dat is belangrijke winst ten opzichte van het recente verleden. Deze en andere winstpunten zullen echter grotendeels verloren gaan als het tijdelijke karakter van de nu gegeven extra financiële impuls niet structureel gemaakt wordt. Structurele financiering maakt het mogelijk dat instellingen als het Holland festival, die jaren vooruit moeten plannen, een meerjarige subsidie kunnen krijgen.

De Raad voor cultuur ziet ten gevolge van de weinig transparante procedure geen kans om de gehonoreerde projecten te beoordelen. Volgende keer moet de procedure dermate doorzichtig zijn, dat de raad hiertoe wel in staat is.

Het NEXUS-instituut met het eminente gelijknamige tijdschrift en de hoogstaande lezingen en symposia wordt in de aandacht aanbevolen. Het instituut is gericht op het stimuleren van het Europese culturele debat binnen Nederland.

De uitwerking van de doelstellingen en de heldere structuur, met drie adviescommissies in een regelmatig wisselende bezetting, van het Prins Clausfonds moet als veelbelovend worden gekenschetst. De activiteitenverslagen worden met veel belangstelling tegemoetgezien.

Gezien de tijdsdruk was het de heer Beinema niet mogelijk om de meest recente stukken van minister Pronk te behandelen.

Mevrouw Van Nieuwenhoven (PvdA) achtte deze stukken op het eerste gezicht indrukwekkend, maar betreurde de late bezorging ervan.

De Raad voor cultuur meent dat het stuk dat tijdens het algemeen overleg van 5 maart voorlag en dat de raad voor advies is toegestuurd, aangeeft dat het primaat bij Buitenlandse Zaken ligt. Een groot deel van de uitvoering geschiedt via dit departement, maar er is op zijn minst sprake van nevenschikking. Het departement van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft wel degelijk een belangrijke inhoudelijke inbreng geleverd. De projecten moeten een intrinsieke waarde in zichzelf hebben, maar vervolgens moeten de doelstellingen van de buitenlandse politiek erop worden losgelaten.

De raad levert kritiek op het feit dat er nog geen heldere criteria zijn. Ook de procedure moet doorzichtiger worden. In het stuk van 11 maart wordt een en ander beschreven. Het is jammer dat de mening van de raad over dat stuk niet gevraagd is. In de memorie van toelichting bij de komende begroting van Buitenlandse Zaken zal een apart stuk aan dit beleidsterrein worden gewijd. Vóór die tijd moet de Raad voor cultuur over de voorgestelde criteria en procedure worden geraadpleegd.

De raad vindt het onderdeel van Nederland als ontmoetingsplaats en vrijhaven voor kunst en cultuur niet in overeenstemming met het cultureel beleid. De fractie van de PvdA is het daarmee niet echt eens. In het vorige algemeen overleg is aangegeven dat binnen het vrijhavenbeleid en het cultureelerfgoedbeleid een aantal dingen klopt. Het stellen van regionale prioriteiten is een goed idee, maar het moet niet zo zwaar worden aangezet dat erbuiten niets meer mogelijk is.

De criteria voor grootschalige manifestaties zijn onduidelijk. Het is moeilijk te begrijpen waarom zij per se multidisciplinair moeten zijn. De vaak succesvolle Buchmessedeelname zou daarmee buiten de boot vallen. De Raad voor cultuur beveelt terecht aan een analyse van de betekenis van de manifestaties op te stellen.

In de bestedingsvoorstellen van de HGIS-middelen roept de versterking van de infrastructuur ad 1,5 mln. vragen op. Het is onduidelijk waar het dorre hout in de begroting zit. Vermoedelijk gaat het om de grootschalige manifestaties en de versterking van de infrastructuur.

Mevrouw Van Nieuwenhoven gaf de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen gelijk dat het niet per se noodzakelijk is om de termijn gelijk te laten lopen met die van de Cultuurnota. Zowel deze nota als de besteding van de HGIS-middelen zijn echter per 2001 verlopen. De motie-Van Traa had wel degelijk de bedoeling dat met een gedeelte van de HGIS-middelen structureel zou kunnen worden gefinancierd. Het moet echt mogelijk zijn om voor de komende drie jaar structurele financiering te bieden. Het is bijvoorbeeld nogal kinderachtig dat het zuinig rekenende Holland festival op een vraag om 8 ton slechts 6,5 ton krijgt toegezegd. Het Holland festival moet plannen kunnen maken. Voor internationale programmering op dit niveau is twee jaar vooruitwerken noodzakelijk.

Voortdurend wordt met de regering breed gediscussieerd over Felix meritis. Vanuit het cultuurbudget is iets meer dan 1,1 mln. gereserveerd. Voor een goede doorwerking van het beleid van de instelling, dat past binnen de doelstellingen van het beleid van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, moet drie maal 4 ton uit het budget van de HGIS-middelen beschikbaar worden gesteld. Bij het volgende kunstenplan zullen nieuwe beslissingen moeten worden genomen.

Het is onduidelijk of de VICB wel of niet bij het beleid is betrokken. Van enig resultaat is weinig te merken.

De Kamer hoeft niet over ieder onderdeel te spreken, maar de indicatieve budgettering voor 1998 ad 16 mln. vond mevrouw Van Nieuwenhoven wat te summier. Bij de begroting voor volgend jaar zal gelukkig meer inzicht worden geboden.

De heer Van Middelkoop (GPV) feliciteerde staatssecretaris Patijn met het openen van de cultuurbalie op het departement.

Er is weinig voortgang te bespeuren inzake de aanwijzing van Rotterdam als culturele hoofdstad in 2001. De inspanningen die worden gepleegd, zijn relevant omdat een flink deel van de middelen gereserveerd is voor dit doel.

De Raad voor cultuur verdenkt de bewindslieden ervan, buitenlandspolitieke doelstellingen leidinggevend te laten zijn. De staatssecretarissen herkennen zich terecht niet in dat beeld. De fractie van het GPV meent overigens dat buitenlandspolitieke doelstellingen leidinggevend moeten zijn, hetgeen natuurlijk geen negatief effect mag hebben op de kwaliteit van het gebodene. Wellicht is het aardig om ook advies te vragen aan de Adviesraad internationale vraagstukken.

Cultuur moet niet worden gebruikt als smeermiddel voor economische handelsmissies, maar voor de langere termijn kunnen de zaken wel worden omgedraaid. Als Nederland erin slaagt om in een aantal landen een culturele infrastructuur op basis van reciprociteit te ontwikkelen, kan het interessant zijn om een handelsmissie te benutten om cultureel het nodige te doen.

Ergens in de bestedingsprocedure van de HGIS-middelen moet de regiodirectie een oordeel geven over de politieke opportuniteit van projectvoorstellen. Voorkomen moet worden dat dat moment aan het eind van de procedure wordt gelegd.

Het is goed om het accent te leggen bij het cultureel erfgoed overzee. De bijbehorende bedragen vond de heer Van Middelkoop echter nogal aan de magere kant. Voor Nederland vrijhaven is zeven maal zoveel geld uitgetrokken als voor het cultureel erfgoed, terwijl de buitenlandsculturele relevantie van het concept Nederland vrijhaven tamelijk mistig is.

Minister Pronk geeft aan dat het programma «cultuur en ontwikkeling» zich richt op versterking van de culturele identiteit en de bevordering van het cultureel zelfbewustzijn. In het overleg van december zei de minister dat het concept van de bescherming van de traditionele cultuur in ontwikkelingslanden radicaal is verlaten, maar de indruk bestaat dat het nu weer wat terugkomt. Het vanuit Nederland versterken van de culturele identiteit van andere landen riekt al gauw naar bevoogding. Versterking van de culturele identiteit moet van binnenuit komen.

Er is sprake van spanning tussen de doelstelling van de versterking van de culturele identiteit en de doelstelling van ondersteuning van personen of groepen die een belangrijke rol spelen in een bepaald cultureel proces. Een en ander mag niet leiden tot een politisering van het buitenlandscultureel proces in de ontwikkelingsrelatie.

Het leek de heer Van Middelkoop niet raadzaam om te vragen wat wordt bedoeld met de noodzaak van de ontwikkeling van een mondiale ethiek. Als de minister er niet helemaal uitkomt, beschikt de GPV-fractie over een 2000 jaar oude blauwdruk daarvan.

Het zou goed zijn om de Nederlandse migrantenpopulaties een plekje te geven aan de buitenlandsculturele horizon.

Mevrouw Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD) merkte op dat de Raad voor cultuur de tweezijdige benadering helder schetst: profilering van Nederland in het buitenland en internationale oriëntatie van het culturele leven in Nederland. Dat heeft een innovatief beleid nodig. De Nederlandse cultuur moet geïnspireerd kunnen worden door datgene wat in andere landen gebeurt.

De Raad voor cultuur waarschuwt met het oog op de kwaliteit en effectiviteit voor versnippering van het beleid. Soms kunnen met weinig geld toch leuke dingen worden gedaan. Het is derhalve begrijpelijk dat organisaties in de verleiding komen om met relatief weinig geld toch veel projecten te willen bedienen. Het is raadzaam om de evaluatie af te wachten.

Er is al vaak gepraat over de versterking van de infrastructuur. Buitenlandse Zaken heeft veel tijd en geld gestoken in zijn posten. De Kamer heeft al eerder voorgesteld om de mensen wat langer op de posten te houden. Het is bijzonder lastig om in korte tijd kennis en inzicht in een cultuur te verwerven.

De bewindslieden herkennen zich niet in de opvatting van de Raad voor cultuur dat buitenlandspolitieke overwegingen een doorslaggevende rol hebben gespeeld. Het primaat mag best bij Buitenlandse Zaken liggen, maar soms dreigt het culturele aspect inderdaad wat onder te sneeuwen. Te denken valt aan het miljoen voor de restauratie van het slot Oraniënburg.

In het verleden zijn ervaringen opgedaan met grootschalige manifestaties. Er moeten worden gewaakt voor het gebruik van cultuurgelden om manifestaties te vervolmaken. Er moet echt aan de doelstellingen worden voldaan.

Organisaties als het Holland festival, die vooruit moeten kunnen plannen, moeten daartoe in de gelegenheid worden gesteld. Dat laat onverlet dat er ruimte moet blijven voor ad-hocprojecten. Rigiditeit moet voorkomen worden. Ook mevrouw Van Heemskerck Pillis-Duvekot meende dat het zuinige Holland festival gewoon de gevraagde 8 ton moet krijgen en niet de toegezegde 6,5 ton.

Er moet worden gewerkt aan het opbouwen van een internationaal cultureel en intellectueel netwerk. Er is een hoop gedoe geweest rond de VICB, maar de vereniging is slechts een coördinerend orgaan voor een aantal belangrijke organisaties.

Een aantal problemen bij Felix meritis is opgelost. Aan de zorg voor een adequate controle en een adequaat beleid moet worden voldaan. De instelling moet kunnen doorgaan met het uitbouwen van een netwerk.

Het voorbeeld van het Dudokhuis in Parijs verdient navolging. Met een relatief klein bedrag wordt een Nederlandse architect de aandacht geschonken die hem toekomt. Het project heeft terecht veel belangstelling getrokken.

In het programma «Cultuur en ontwikkeling» staat terecht dat het beleid katalyserend en vraaggericht moet zijn. Nederland moet inspelen op de vragen van ontwikkelingslanden. De gemelde projecten zijn veelbelovend. De media-educatie verdient in dit opzicht grote aandacht. Media kunnen op een onzuivere wijze worden gebruikt. De mensen in ontwikkelingslanden moeten sensitief worden gemaakt voor wat media kunnen teweegbrengen. In dat kader is press now van belang.

Antwoord van de regering

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappentoonde zich verheugd over het positieve commentaar met betrekking tot de integratie van de diverse beleidsterreinen. In de praktijk hoeven de verschillen niet zo groot te zijn. De nadruk op de regio's wordt blijkbaar gezien als iets wat typisch van Buitenlandse Zaken afkomstig is, maar in de Cultuurnota staan prioriteiten die daarmee vrijwel samenvallen. De moeilijkheden zijn vaak niet eens zozeer inhoudelijk, als wel een gevolg van de verschillen in bedrijfscultuur. De manier waarop Ontwikkelingssamenwerking met geld omgaat is eenvoudig van een andere schaal dan de manier waarop dat in de culturele sector gebeurt. Zo zijn in de cultuursector de fondsen heel belangrijk. Voor wat betreft de besluitvorming in het kader van de HGIS-cultuurmiddelen voor projecten in het buitenland wordt ook bij de ambtenaar van Buitenlandse Zaken ter plekke geïnformeerd of een project wel goed valt. Van al dat soort zaken wordt het beleid ingewikkeld. Er is echter zoveel flexibiliteit in het proces gebracht, dat lopende het traject beslissingen kunnen worden genomen. In de cultuursystematiek lukt het nooit in vier maanden; daar loopt het per vier jaar. In het culturele veld is het gebruikelijk om mensen uit te nodigen om projecten in te dienen. Elke mogelijkheid wordt aangegeven. Het veld is er zo langzamerhand mee bekend hoe klein de kans op honorering is.

De Dogtroep heeft er vanuit de praktijk op gewezen dat een regionale benadering goed is, maar niet overdreven moet worden. Er moeten mogelijkheden blijven bestaan om elders iets op te zetten. Dogmatiek is inderdaad onwenselijk, maar er moet wel worden gewaakt voor versnippering. De spanning is overigens niet zo groot. De landen die in het culturele verkeer de meeste aandacht krijgen, staan voor het grootste deel in de prioriteiten. Het is goed om het nieuwe geld te concentreren op de aandachtsgebieden. Met het oude geld kan dan een balans worden gezocht.

Er moet worden gezocht naar overeenstemming over de financiering, structureel of per project. Als verwacht mag worden dat een project zich zal herhalen, moet worden bezien of het kan worden aangemerkt als twee- of driejarig project. Projecten moeten aanwijsbare resultaten hebben. Bij structurele ondersteuning ontstaat al gauw het idee dat het meubilair en kantoorpersoneel ervan kan worden betaald. Dat is niet de bedoeling. Het moet duidelijk zijn wat er met het geld gebeurt. Anders kan zoiets niet uit de HGIS-middelen worden gefinancierd. De cultuurplanperiode heeft natuurlijk in dit opzicht een zekere relevantie. Het is goed om de Raad voor cultuur uit te nodigen om zich te buigen over dit vraagstuk van de financiering.

Het Holland festival is conform de afspraak gekomen met een aantal incidentele projecten. Daarvan zijn er twee geselecteerd, die tezamen f 720 000 kosten. Indicatief werd gemeld dat men ongeveer 8 ton wilde hebben. Overigens bestaat de bereidheid om grondig te bezien hoe het Holland festival nu eigenlijk reilt en zeilt. Het Holland festival mag, wanneer het ook volgend jaar met dit soort projecten komt, verwachten dat er dan door de regering op dezelfde manier op zal worden gereageerd.

Felix meritis heeft veel uitstekende, maar ook een paar zwakke kanten. Een daarvan is de financiële: de instelling sleept een tekort met zich mee. Daarnaast is de organisatie niet transparant. Ten slotte wordt in het culturele veld niet overal op een enthousiaste manier over Felix meritis gedacht. Er is bekeken op welke wijze het bestuur kan werken aan de versterking van deze zwakke punten. Hiertoe is door de regering aan de raad van toezicht gevraagd om een saneringsplan, om de opstelling van statuten met een doorzichtige organisatie en om culturele ondersteuning van de raad. Op deze drie vragen is instemmend gereageerd. Mits er kwalitatief goede projecten met een aanwijsbaar resultaat kunnen worden ingediend, zou een bedrag van f 350 000 worden verstrekt. Het gaat ook hierbij typisch om projecten die niet een eenmalig karakter hebben, om welke reden het voor de hand ligt om tot het eind van de kunstenplanperiode een reservering te maken. Na een eerste, mislukte bemiddelingspoging tussen Felix meritis en Discordia wordt thans gewerkt aan een nieuwe poging, die succes lijkt te gaan hebben. Als Discordia er weer gaat spelen en huur gaat betalen, komt Felix meritis ruimer in zijn jas te zitten. De Kamer zal van de voortgang in dezen op de hoogte worden gehouden.

Uitgezocht zal worden hoe het precies zit met de reguliere subsidieaanvraag van press now. Nexus is een bijzonder project, maar kent het probleem dat het overal tussenin hangt. Binnenkort zal de maat van het probleem worden genomen.

Begin deze week heeft een informele EU-raad van cultuurministers plaatsgehad, waarbij het onderwerp van de aanwijzing van culturele hoofdsteden aan de orde is geweest. Het probleem is niet dat Rotterdam geen prachtige kandidaat is, maar dat er in Europa geen behoorlijke procedure bestaat om culturele hoofdsteden te kiezen. Een aanzienlijke meerderheid is bereid voor Rotterdam te kiezen, maar een minderheid houdt vast aan de eigen kandidaat. Hoop is echter gerechtvaardigd.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken riep eerdere discussies over de verhouding tussen de doelstellingen van de verschillende beleidsterreinen in herinnering. Hij vond dat de heer Beinema bij die gelegenheden steeds de spijker op de kop heeft geslagen door te spreken van nevenschikking. De ene doelstelling is vaak het middel voor het bereiken van de andere. De inzet van culturele manifestaties en uitwisselingen is een belangrijk middel in het bereiken van de buitenlandspolitieke doelstellingen en de kwaliteit van de Nederlandse cultuurbeoefening wordt bevorderd door te internationaliseren.

De procedure oogt lang, omdat zij in vijf fasen is ingedeeld. De opportuniteitstoets zal vroeg in de beoordeling een plaats krijgen. De fasen lopen enigszins door elkaar heen. Zeker als het om grotere bedragen gaat, mag best enige maanden over de diverse aspecten worden nagedacht.

Uiteraard moet de regionale concentratie geen keurslijf worden, maar er moet ook worden gewaakt voor versnippering. Het kost geen moeite om een veelvoud van het HGIS-bedrag in West-Europa weg te zetten, maar daarmee wordt het gericht bevorderen van een aantal buitenlandspolitieke doelstellingen, zoals het inlopen van de gigantische verwevenheidsachterstand met de Centraal- en Oost-Europese landen, geen dienst bewezen. Daarnaast is sprake van verwaarlozing van gematigde moslimlanden in het zuiden. De verhouding tussen regionale concentratie en versnippering zal aan de orde komen in de evaluatie. De Raad voor cultuur zal nog een keer worden benaderd over de vraag hoe de interventies met HGIS-middelen zich verhouden tot vaste subsidiebestanddelen. Ook over de criteria en de procedures zal de raad om een mening worden gevraagd. Het vragen van advies aan de Adviesraad internationale vraagstukken zal met de collega's van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking, als hoofdopdrachtgevers van deze raad, worden besproken.

Bij de formulering van het multidisciplinair karakter van grootschalige manifestaties is het oog gericht geweest op de veelzijdigheid van manifestaties als die rond Peter de Grote en Japan 2000. Als er een majeure monoculturele manifestatie is die alleen van de grond kan komen door een front end commitment van de Nederlandse regering, dan moet dat zeker kunnen.

Er is een gerichte subsidiëring van een aantal koepelinstellingen voor versterking van hun internationale infrastructuur. Ten aanzien van een van de delen van het advies van de Raad voor cultuur geeft dat rechtstreeks een grotere betrokkenheid van de koepels. Er vinden vrij uitvoerige werkbezoeken plaats van diplomaten die met perszaken en culturele zaken zijn belast. Er vinden conferenties plaats, ook in de regio. Er is subsidie toegekend aan het Fotoinstituut voor het versterken van de internationale infrastructuur. Er zijn culturele activiteiten van de vakgroepen Neerlandistiek. Een heel succesvol onderdeel zijn de programmeursreizen. Met name vanuit de VS hebben deze een triggereffect voor Nederlandse culturele instellingen en uitvoerenden.

Er wordt niet doelgericht gewerkt met Nederlandse emigranten overzee. Zij zijn geen doelgroep, maar worden altijd ingeschakeld indien zich een bijzondere culturele manifestatie voordoet. De inschakeling van de ambassades en consulaten-generaal is er een waarborg voor dat deze doelgroep niet vergeten wordt.

Er is gewezen op de toegevoegde waarde van mensen met ervaring, zowel op cultureel gebied als met de lokale markt. De regering onderkent deze toegevoegde waarde, maar een en ander moet zwaluwstaarten met de eisen die de overplaatsbare dienst van Buitenlandse Zaken heeft. Waar nodig wordt getracht vanuit andere ministeries of zelfs vanuit de koepels te detacheren. Binnen het personeelsbeleid van Buitenlandse Zaken zal een sterker accent worden gelegd op een carrièregang binnen de PCZ-sfeer.

De gang van zaken rond het Dudokhuis in Parijs kan worden beschouwd als een van de meest waardevolle invullingen van het beleid inzake cultuurgoed over de grenzen. De intrinsieke politieke en culturele betekenis van dit huis in Parijs is gigantisch. Met betrekking tot het slot Oraniënburg kan over enige tijd vermoedelijk dezelfde conclusie worden getrokken.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking ging ervan uit dat de Kamer vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen zal worden geïnformeerd over de Nederlandse inzet bij de komende Unesco-top. De wat laat toegestuurde brief is een vervolg op een eerder verstuurde brief met een lijst met activiteiten van de afgelopen twee jaar. Een toelichting inclusief criteria is toegevoegd, alsmede een overzicht van alles wat er sinds 1991 op deze terreinen is gebeurd. De activiteiten hoeven niet aan alle criteria te voldoen.

Activiteiten gericht op het versterken van de culturele identiteit en het zelfbewustzijn van de bevolking worden slechts op verzoek ondernomen. De restauratie van een Nederlands fort ter plaatse wordt bijvoorbeeld gecombineerd met de ondersteuning van een restauratie van iets eigens. In de herijking is een gemeenschappelijk landenbeleid totstandgebracht, dat leidt tot dit soort verbindingen. Er was afzonderlijk beleid vanuit verschillende begrotingspotjes; nu is het in één directie gebracht. Twee bureautjes binnen deze directie zorgen voor een goede afstemming.

Het versterken van de positie van personen die een belangrijke rol spelen moet worden gezien als een kwaliteitscriterium. Er worden ook vanuit ontwikkelingslanden talloze verzoeken om steun aan bepaalde mensen op het gebied van theater of muziek gedaan. Het mag niet gaan om een subsidie voor een individuele kunstenaar zonder uitstralingseffect. Daarbij wordt niet elitair gehandeld. Er wordt steun gegeven aan zowel relevante cultuuruitingen als straattheater. Uit de vele contacten via ambassades ontstaat een zekere symbiose. De initiatieven moeten zoveel mogelijk uit het veld komen.

Het rapport van de commissie-Perez de Cuellar «Kracht van cultuur» kent een hoofdstuk «Mondiale ethiek». Cultuur wordt gezien als een terrein dat zich ook uitstrekt tot de normen en waarden vanuit verschillende levensbeschouwelijke achtergronden. Getracht wordt deze met elkaar in overeenstemming te brengen. Het interessante van deze benadering is dat vanuit verschillende culturele en levensbeschouwelijke achtergronden de verschillende noties over de vijf hoofdelementen die door de commissie zijn genoemd, bijvoorbeeld mensenrechten, minderheden en de relatie tussen democratie en samenleving, in een cultuurpolitiek worden ingebracht.

Er zijn positieve opmerkingen over het Prins Clausfonds gemaakt. Hoewel het departement de gepaste afstand bewaart, zal de Kamer regelmatig op de hoogte worden gehouden.

De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken,

Woltjer

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

M. M. H. Kamp

De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken,

Hommes


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Beinema (CDA), Van der Linden (CDA), ondervoorzitter, Blaauw (VVD), Weisglas (VVD), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), H. Vos (PvdA), Verspaget (PvdA), Ybema (D66), Apostolou (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Valk (PvdA), Sipkes (GroenLinks), Woltjer (PvdA), voorzitter, Hessing (VVD), Van den Bos (D66), Hoekema (D66), Marijnissen (SP), Verhagen (CDA), Roethof (D66), Rouvoet (RPF), Van den Doel (VVD), Meyer (groep-Nijpels), De Haan (CDA), Visser-van Doorn (CDA) en Koenders (PvdA).\

Plv. leden: Leers (CDA), Bremmer (CDA), Korthals (VVD), Van der Stoel (VVD), Voûte-Droste (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), Lilipaly (PvdA), De Graaf (D66), Van Gijzel (PvdA), Van den Berg (SGP), Rosenmöller (GroenLinks), Van Oven (PvdA), Hoogervorst (VVD), Dittrich (D66), Hillen (CDA), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Van Waning (D66), Leerkes (Unie 55+), Bolkestein (VVD), Hendriks, Bukman (CDA), Gabor (CDA) en Dijksma (PvdA).

XNoot
2

Samenstelling: Leden: Beinema (CDA), Van der Vlies (SGP), Van Nieuwenhoven (PvdA), M. M. H. Kamp (VVD), voorzitter, De Cloe (PvdA), Janmaat (CD), Van Gelder (PvdA), ondervoorzitter, Van de Camp (CDA), Mulder-van Dam (CDA), Hendriks, Rabbae (GroenLinks), Jorritsma-van Oosten (D66), De Koning (D66), Koekkoek (CDA), J. M. de Vries (VVD), Liemburg (PvdA), Stellingwerf (RPF), Lambrechts (D66), Rijpstra (VVD), Cornielje (VVD), Cherribi (VVD), Dijksma (PvdA), Sterk (PvdA), Van Vliet (D66) en Bremmer (CDA).

Plv. leden: Reitsma (CDA), Schutte (GPV), Lilipaly (PvdA), Klein Molekamp (VVD), Valk (PvdA), Poppe (SP), Duivesteijn (PvdA), Ten Hoopen (CDA), Van der Hoeven (CDA), Verkerk, Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Bakker (D66), Van 't Riet (D66), De Haan (CDA), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), Rehwinkel (PvdA), Leerkes (Unie 55+), Versnel-Schmitz (D66), Essers (VVD), Korthals (VVD), Passtoors (VVD), Huys (PvdA), Van Zuijlen (PvdA), Verhagen (CDA) en Lansink (CDA).

Naar boven