nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
wijziging van de Wet tot invoering van een leeftijdsgrens voor het notarisambt
en oprichting van een notarieel pensioenfonds in verband met de invoering
van een flexibele pensioenregeling.
De memorie van toelichting (en bijlagen), die het wetsvoorstel vergezelt,
bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
13 maart 1997
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de invoering
van een flexibele pensioenregeling wenselijk is de wet tot invoering van een
leeftijdsgrens voor het notarisambt en oprichting van een notarieel pensioenfonds
te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet tot invoering van een leeftijdsgrens voor het notarisambt en oprichting
van een notarieel pensioenfonds wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5 vervalt het vierde lid.
B
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. onderdeel a komt te luiden:
a. ouderdomspensioen aan deelnemers of gewezen deelnemers;
b. onderdeel b komt te luiden:
b. arbeidsongeschiktheidspensioen aan deelnemers;
c. Onderdelen c en d vervallen.
d. In onderdeel e wordt «partnerpensioen» vervangen door:
nabestaandenpensioen.
e. In onderdeel f wordt «bijzonder partnerpensioen» vervangen
door: bijzonder nabestaandenpensioen.
f. De onderdelen e tot en met h worden geletterd c tot en met f.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. Iedere deelnemer is aan het fonds schuldig een bij het pensioenreglement
te bepalen en op actuariële gronden vast te stellen premie, die afhankelijk
is van de leeftijd van de deelnemer en de hoogte van de pensioenopbouw.
3. Het vierde lid vervalt.
4. In het zesde lid, onderdeel b, vervallen de woorden: en de in het vierde
lid bedoelde kosten, welke daarvan mogen worden afgetrokken.
5. Het vijfde, zesde en zevende lid worden vernummerd tot vierde, vijfde
en zesde lid.
C
In artikel 10 wordt «zevende lid» vervangen door: zesde lid.
D
Artikel 15 komt te luiden:
Artikel 15
De artikelen 56 en 57 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 zijn
van overeenkomstige toepassing.
E
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid vervalt.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. Het in dit artikel strafbaar gestelde feit is een overtreding.
3. Het tweede, derde en vierde lid worden vernummerd tot eerste, tweede
en derde lid.
F
In artikel 23, derde lid, vervallen de woorden: en vierde.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede
kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt
geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1997.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Justitie,