25 269
Wijziging van de Wet tot invoering van een leeftijdsgrens voor het notarisambt en oprichting van een notarieel pensioenfonds in verband met de invoering van een flexibele pensioenregeling

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende wijziging van de Wet tot invoering van een leeftijdsgrens voor het notarisambt en oprichting van een notarieel pensioenfonds in verband met de invoering van een flexibele pensioenregeling.

De memorie van toelichting (en bijlagen), die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

13 maart 1997

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de invoering van een flexibele pensioenregeling wenselijk is de wet tot invoering van een leeftijdsgrens voor het notarisambt en oprichting van een notarieel pensioenfonds te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet tot invoering van een leeftijdsgrens voor het notarisambt en oprichting van een notarieel pensioenfonds wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5 vervalt het vierde lid.

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. onderdeel a komt te luiden:

a. ouderdomspensioen aan deelnemers of gewezen deelnemers;

b. onderdeel b komt te luiden:

b. arbeidsongeschiktheidspensioen aan deelnemers;

c. Onderdelen c en d vervallen.

d. In onderdeel e wordt «partnerpensioen» vervangen door: nabestaandenpensioen.

e. In onderdeel f wordt «bijzonder partnerpensioen» vervangen door: bijzonder nabestaandenpensioen.

f. De onderdelen e tot en met h worden geletterd c tot en met f.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. Iedere deelnemer is aan het fonds schuldig een bij het pensioenreglement te bepalen en op actuariële gronden vast te stellen premie, die afhankelijk is van de leeftijd van de deelnemer en de hoogte van de pensioenopbouw.

3. Het vierde lid vervalt.

4. In het zesde lid, onderdeel b, vervallen de woorden: en de in het vierde lid bedoelde kosten, welke daarvan mogen worden afgetrokken.

5. Het vijfde, zesde en zevende lid worden vernummerd tot vierde, vijfde en zesde lid.

C

In artikel 10 wordt «zevende lid» vervangen door: zesde lid.

D

Artikel 15 komt te luiden:

Artikel 15

De artikelen 56 en 57 van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 zijn van overeenkomstige toepassing.

E

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid vervalt.

2. Het derde lid komt te luiden:

3. Het in dit artikel strafbaar gestelde feit is een overtreding.

3. Het tweede, derde en vierde lid worden vernummerd tot eerste, tweede en derde lid.

F

In artikel 23, derde lid, vervallen de woorden: en vierde.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1997.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Justitie,

Naar boven