25 264
Regels voor de niet-openbare arbeidsbemiddeling en het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs)

nr. 11
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 21 november 1997

In antwoord op vragen van het lid Marijnissen, gesteld tijdens de 2e termijn van de behandeling van de wetsvoorstellen Flexibiliteit en Zekerheid en Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi), geef ik hierbij een overzicht van de wijze waarop de Arbeidsinspectie het toezicht op laatstgenoemde wet gaat uitvoeren.

In de eerste plaats zal ik door middel van frequent monitoringonderzoek op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen binnen de branche van intermediaire dienstverlening op de arbeidsmarkt, zowel op het terrein van de arbeidsbemiddeling als de terbeschikkingstelling van arbeidskrachten.

In de tweede plaats zal de Arbeidsinspectie jaarlijks, op projectbasis toezichtsonderzoek houden waarbij de accenten worden gelegd op een aantal bepalingen van de Waadi, te weten: naleving van de bepalingen inzake commerciële arbeidsbemiddeling, de loonverhoudingsnorm, het onderkruipersverbod en de arboverplichtingen. Naast gebundelde rapportage zal de Arbeidsinspectie in voorkomende gevallen werkgevers en werknemers op de hoogte stellen van de onderzoeksresultaten.

In de derde plaats verricht de Arbeidsinspectie nader onderzoek naar aanleiding van specifieke klachten, met name van werknemers. De gebruikelijke gedragslijn, zoals omschreven in de Algemene wet Bestuursrecht, zal daarbij worden gevolgd. Dit betekent in algemene zin dat vrijwel elke klacht door de Arbeidsinspectie in behandeling wordt genomen, waarbij geheimhouding wordt betracht en dat over het ingestelde onderzoek aan de klager wordt gerapporteerd.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert

Naar boven