nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Instellingswet W.R.R. in verband met de inwerkingtreding van de Kaderwet
adviescolleges.
De memorie van toelichting, die het Wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
28 februari 1997
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te bepalen
dat de Kaderwet adviescolleges niet van toepassing is op de Wetenschappelijke
Raad voor het Regeringsbeleid en dat het voorts wenselijk is enkele wijzigingen
in de Instellingswet W.R.R. aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Instellingswet W.R.R. wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De bestaande tekst wordt tot eerste lid genummerd.
2. Aan het artikel wordt een tweede lid toegevoegd, luidende:
2. De Raad wordt niet aangemerkt als een adviescollege als bedoeld in
de Kaderwet adviescolleges.
B. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid vervalt.
2. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot derde en vierde lid.
C. Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 7a
1. De Raad stelt na overleg met Onze Minister-President, Minister van
Algemene Zaken, een werkprogramma vast.
2. De Raad kan na overleg met Onze Minister-President, Minister van Algemene
Zaken, het werkprogramma wijzigen.
3. Ten behoeve van het in het eerste en tweede lid bedoelde overleg hoort
Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, de Raad van Ministers.
D. Het opschrift «Overgangs- en slotbepalingen» alsmede de
artikelen 15, 17 en 18 vervallen.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1
januari 1997.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,