25 246
Protocol houdende wijziging van de eenvormige Beneluxwet inzake tekeningen of modellen; Brussel, 7 augustus 1996

nr. 205a
A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 5 november 1996 en het nader rapport d.d. 21 januari 1997, aangeboden aan de Koningin door de Staatssecretaris van Economische Zaken.

Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 13 september 1996, no. 96.004492, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Justitie, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt de stilzwijgende goedkeuring van het op 7 augustus 1996 te Brussel tot stand gekomen Protocol, houdende wijziging van de eenvormige Beneluxwet inzake tekeningen of modellen, met toelichtende nota.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 13 september 1996, nr. 96.004492, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 5 november 1996, nr. W10.96.0434, bied ik U hierbij aan.

1. Artikel 11 van verordening (EG) nr. 3295/94 van de Raad van de Europese Unie van 22 december 1994 tot vaststelling van maatregelen om het in het vrije verkeer brengen, de uitvoer, de wederuitvoer en de plaatsing onder een schorsingsregeling van nagemaakte of door piraterij verkregen goederen te verbieden (hierna: de piraterijverordening) verplicht de lid-staten sancties vast te stellen die moeten worden toegepast bij inbreuken op het bepaalde in artikel 2. Deze sancties moeten ingevolge artikel 11 zo streng zijn dat zij aanzetten tot inachtneming van de betrokken bepalingen. In het Gemeenschappelijk Commentaar van de Staten op het Protocol wordt erop gewezen dat artikel 16 van de eenvormige Beneluxwet inzake tekeningen of modellen de Beneluxlanden niet belet sanctiebepalingen in het nationale strafrecht op te nemen.

Aangezien het tekeningen- en modellenrecht thans geen strafrechtelijke handhaving kent, adviseert de Raad van State in de toelichtende nota in te gaan op de vraag hoe Nederland zal voldoen aan de verplichting van artikel 11 van de piraterijverordening.

1. Overeenkomstig het advies van de Raad van State is in de toelichtende nota een passage opgenomen met betrekking tot de vereiste aanpassing van het Wetboek van Strafrecht.

2. Voor een redactionele kanttekening verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

2. De redactionele kanttekening van de Raad is in de toelichtende nota verwerkt.

De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Protocol wordt overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State,

W. Scholten

Ik moge U, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Justitie, verzoeken de Minister van Buitenlandse Zaken te machtigen gevolg te geven aan zijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

A. van Dok-van Weele

Bijlage bij het advies van de Raad van State van 5 november 1996, no. W10.96.0434, met een redactionele kanttekening die de Raad in overweging geeft

– In de toelichtende nota, derde alinea, «drie wijzigingen» vervangen door: twee wijzigingen.

Naar boven