25 242
Toezicht op de uitvoering van de Algemene Bijstandswet

nr. 5
MOTIE VAN HET LID VAN DIJKE C.S.

Voorgesteld 21 januari 1998

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de verwachting is gerechtvaardigd dat nog altijd sprake is van een relatief zeer groot aantal gevallen van bijstandsfraude;

overwegende, dat de energie die sociale diensten moeten steken in zaken als activering, voorlichting, verstrekken van bijzondere bijstand en introductie van nieuwe software, ten koste kan gaan van een adequate fraudebestrijding;

verzoekt de regering te onderzoeken of gemeenten over voldoende middelen beschikken om een adequate fraudebestrijding te realiseren en zonodig op grond van dit onderzoek te overwegen hiervoor extra middelen te verstrekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Dijke

Van Blerck-Woerdman

Van der Vlies

Naar boven