25 242
Toezicht op de uitvoering van de Algemene bijstandswet

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 7 april 1998

Op 2 april heeft de Vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid overleg met mij gevoerd over de informatisering van de sociale diensten en aanverwante onderwerpen.

Door de Commissie zijn vragen gesteld over de inrichting van het gezamenlijk pilot-programma van het CVCS en het Inlichtingenbureau. Verschillende woordvoerders hebben de wens aangegeven om het IB-gedeelte niet te beperken tot de uitwisseling van dienstverband-gegevens tussen Gemeentelijke Sociale Diensten en de Uitvoeringsinstellingen maar ook de aansluiting van andere bronnen te bezien. Met name het testen van de gegevensuitwisseling met de Informatie Beheer Groep werd als wenselijk aangegeven.

Dit is voor mij aanleiding geweest om de mogelijkheden te verkennen om met behoud van de huidige opzet van de pilots de fraudeopsporingsfuncties uit te breiden. Door middel van deze brief breng ik u mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van mijn bevindingen op de hoogte.

In het operationeel plan voor het Inlichtingenbureau zijn vier landelijke registraties als belangrijkste bronnen voor de verificatie van cliëntgegevens van de GSD-en benoemd:

1. de Uvi's voor gegevens omtrent dienstverbanden en andere uitkeringen (controle op wit inkomen)

2. de Informatie Beheer Groep voor gegevens over studiefinanciering en inschrijving hoger onderwijs.

3. de Rijksbelastingdienst voor gegevens omtrent vermogen: bankrekeningnummers en rentegegevens

4. de ziektekostenverzekeraars voor gegevens omtrent leefsituatie. Vanwege het ontbreken van een landelijke verwijsindex kunnen deze gegevens echter niet op korte termijn via het Inlichtingenbureau worden ontsloten.

De keuze om de uitwisseling in de pilotfase te beperken tot de Uvi's is gemaakt in overleg met de Stichting CVCS, de VNG en het Lisv. Doel was om de gezamenlijke CVCS/IB-pilots beheersbaar te houden en de risico's voor de pilotgemeenten te beperken. Partijen waren het er over eens dat met het ontsluiten van één registratie, die van de Uvi's, de werking van het Inlichtingenbureau en de «elektronische controle» binnen de gemeenten getest zou kunnen worden op technische werking, kosten en baten, rechtmatigheidsaspecten e.d. Dit was nog niet eerder gebeurd. Zoals ik in het Algemeen Overleg heb aangegeven beperkte de eerdere pilot-Arnhem zich tot een eenmalige uitwisseling van het gehele bestand zonder dat de gevolgen voor werkprocessen, rechtmatigheid e.d. volledig in beeld werden gebracht.

Partijen waren het er verder over eens dat van de genoemde vier registraties de Uvi's als de belangrijkste bron voor de «witte» fraudebestrijding door GSD-en dienen te worden beschouwd. Op dit moment wordt deze fraude opgespoord via de gegevens die de Rijksbelastingdienst na afloop van een kalenderjaar naar de gemeenten stuurt. Via de ontsluiting van de Uvi's via het Inlichtingenbureau kan de opsporingstermijn worden teruggebracht van één a twee jaar naar één a twee maanden. De omvang van de gemiddelde fraudeschuld zal hierdoor teruglopen, waardoor ook het inningspercentage zal toenemen.

Door een aantal leden van de Kamer is eveneens de Informatie Beheer Groep genoemd als bron die bij voorkeur zou moeten worden betrokken bij de pilots. Op pragmatische gronden meen ik dat van eerdergenoemde bronnen de IBG op dit moment in aanmerking komt om als bron aan het testprogramma te worden toegevoegd. De IBG is voldoende voorbereid voor deze wijze van gegevensuitwisseling. Op dit moment vindt al een gestructureerde uitwisseling van gegevens plaats tussen GSD-en en de IBG. Dit geldt niet voor de Rijksbelastingdienst waar het de rentegegevens en bankrekeningnummers betreft. Van de ziektekostenverzekeraars heb ik al aangegeven dat de ontsluiting van de gegevens via het Inlichtingenbureau op korte termijn niet mogelijk is vanwege het ontbreken van een verwijsindex.

Zowel de Stichting CVCS als de Informatie Beheer Groep hebben inmiddels aangegeven dat zij een uitbreiding van de pilots met de uitwisseling van gegevens omtrent studiefinanciering en inschrijving hoger onderwijs in principe mogelijk achten en nader willen onderzoeken. Ik heb daarom de Stichting CVCS verzocht de nodige stappen te ondernemen om de gegevensuitwisseling tussen GSD-en en de Informatie Beheer Groep in de pilots te testen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert

Naar boven