25 241
Regels inzake de verstrekking van subsidies door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Kaderwet SZW-subsidies)

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 11 april 1997

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen genoegzaam en tijdig zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Het wetsvoorstel beoogt een wettelijke basis te bieden aan de verstrekking van subsidies door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit in navolging van hetgeen is vastgesteld in de Algemene Wet Bestuursrecht, artikel 4:23. De aan het woord zijnde leden hebben de volgende vragen.

De subsidies worden jaarlijks toegekend met behulp van een binnen het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontwikkelde prioriteringsmethodiek. Hierbij wordt onder andere aangegeven dat subsidiëring ter instandhouding van een instelling zonder meer moet worden vermeden en wordt de mogelijkheid van tussentijdse heroverweging bij toekenning opgenomen. Is het niet mogelijk en/of wenselijk om deze heroverweging meer te standaardiseren en bijvoorbeeld jaarlijks alle subsidiestromen beleidsinhoudelijk en beheersmatig te toetsen?

Zijn deze regels inzake de verstrekking van subsidies specifiek voor dit departement bepaald, of zijn deze ook binnen de andere ministeries gangbaar? Zo ja, zijn ze identiek en als dit niet het geval is, welke verschillen zijn er dan?

Wordt er bij de verdere uitwerking van de regelgeving ook ingespeeld op de voornemens om via de begroting meer op «output» te sturen? Heeft een en ander consequenties voor de begrotingspresentatie?

Op welke termijn zullen alle subsidies op de geschetste wijze een wettelijk kader hebben?

Op welke wijze wordt er in voorzien dat de voor een goede evaluatie benodigde gegevens beschikbaar komen?

De voorzitter van de commissie,

De Jong

De waarnemend griffier van de commissie,

Nava


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Doelman-Pel (CDA), Biesheuvel (CDA), Vliegenthart (PvdA), ondervoorzitter, De Jong (CDA), voorzitter, Scheltema-de Nie (D66), Van Middelkoop (GPV), Schimmel (D66), Rosenmöller (GroenLinks), Van Zijl (PvdA), Bijleveld-Schouten (CDA), Middel (PvdA), Van Hoof (VVD), Noorman-den Uyl (PvdA), vacature PvdA, Adelmund (PvdA), Dankers (CDA), Giskes (D66), Marijnissen (SP), Essers (VVD), Van der Stoel (VVD), Van Dijke (RPF), Bakker (D66), Klein Molekamp (VVD), Van Blerck-Woerdman (VVD), R. A. Meijer (Groep Nijpels).

Plv. leden: Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Th. A. M. Meijer (CDA), Sterk (PvdA), Terpstra (CDA), Van Rooy (CDA), Van der Vlies (SGP), Fermina (D66), Rabbae (GroenLinks), Van der Ploeg (PvdA), Wolters (CDA), Dijksma (PvdA), M. M. H. Kamp (VVD), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Van Nieuwenhoven (PvdA), Apostolou (PvdA), Ten Hoopen (CDA), Van Boxtel (D66), vacature CD, J. M. de Vries (VVD), B. M. de Vries (VVD), Leerkes (U55+), Van Vliet (D66), Hofstra (VVD), Hoogervorst (VVD), Nijpels-Hezemans (Groep Nijpels).

Naar boven