nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
regels inzake de verstrekking van subsidies door de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid (Kaderwet SZW-subsidies).
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
24 februari 1997
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de totstandkoming van de derde
tranche van de Algemene wet bestuursrecht het wenselijk maakt een wettelijk
kader te scheppen voor de verstrekking van subsidies door de Minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
Deze wet is van toepassing op de verstrekking van subsidies door Onze
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, hierna te noemen Onze Minister,
behoudens indien die subsidie wordt verstrekt krachtens een andere wet.
Artikel 2
Onze Minister kan subsidies verstrekken voor activiteiten welke passen
in:
a. het werkgelegenheidsbeleid en het arbeidsmarktbeleid;
b. het arbeidsomstandighedenbeleid;
c. het arbeidsverhoudingenbeleid;
d. het inkomensbeleid;
e. het sociale zekerheidsbeleid;
f. het emancipatiebeleid.
Artikel 3
1. Onverminderd hoofdstuk 3 van de Financiële-verhoudingswet kunnen
bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij regeling van Onze Minister
terzake van de verstrekking van subsidie regels worden gesteld met betrekking
tot:
a. de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt en wie daarvoor
in aanmerking komt;
b. het bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt
bepaald;
c. de aanvraag van een subsidie en de besluitvorming daarover;
d. de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend;
e. de verplichtingen van de subsidie-ontvanger;
f. de vaststelling van de subsidie;
g. intrekking en wijziging van de subsidieverlening of -vaststelling;
h. de betaling van de subsidie en het verlenen van voorschotten;
i. andere criteria voor de verstrekking van subsidie.
2. Verplichtingen als bedoeld in artikel 4:39 van de Algemene wet bestuursrecht
kunnen slechts bij algemene maatregel van bestuur aan de subsidie worden verbonden.
3. In afwijking van artikel 4:21, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
is titel 4.2 van die wet van toepassing op subsidies die worden verstrekt
op grond van een algemene maatregel van bestuur of een ministeriële regeling
als bedoeld in het eerste lid, die uitsluitend voorziet in verstrekking aan
rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld.
Artikel 4
Onze Minister verstrekt slechts subsidie op grond van een algemene maatregel
van bestuur of een ministeriële regeling als bedoeld in artikel 3, tenzij
het een subsidie betreft:
a. als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht
of
b. waarvan de voorgenomen verstrekking tevoren is meegedeeld aan de beide
Kamers der Staten-Generaal.
Artikel 5
Onze Minister stelt een subsidieplafond vast voor de verschillende activiteiten
waarvoor op grond van deze wet subsidie kan worden verstrekt en bepaalt daarbij
hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld, tenzij Onze Minister van Financiën
heeft ingestemd met het achterwege laten daarvan.
Artikel 6
Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld wordt
verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34 van de Algemene wet
bestuursrecht.
Artikel 7
1. Een aanvraag kan worden afgewezen en een beschikking tot subsidieverstrekking
op grond van deze wet kan worden ingetrokken of gewijzigd voorzover subsidieverstrekking
in strijd zou zijn respectievelijk in strijd is met ingevolge een verdrag
voor de staat geldende verplichtingen.
2. Bij de intrekking of wijziging kan worden bepaald, dat over onverschuldigd
betaalde subsidiebedragen een rentevergoeding verschuldigd is.
3. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop
de subsidie is verstrekt, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is
bepaald.
4. De artikelen 4:49, derde lid, en 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht
zijn niet van toepassing op de intrekking of wijziging, bedoeld in het eerste
lid.
Artikel 8
1. Met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze wet aan
de subsidieontvanger opgelegde verplichtingen zijn belast de bij besluit van
Onze Minister aangewezen personen. Van dat besluit wordt mededeling gedaan
door plaatsing in de Staatscourant.
2. Aan subsidies op grond van deze wet is de verplichting verbonden dat
de subsidieontvanger aan een toezichthouder alle medewerking verleent die
deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.
Artikel 9
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 10
Deze wet wordt aangehaald als: Kaderwet SZW-subsidies.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,