25 237
Landing van een vliegtuig uit Turkmenistan op Schiphol

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 18 februari 1997

Luchtvaartmaatschappijen uit landen die op ad hoc basis ongeregelde vluchten (ook wel charters genoemd) willen uitvoeren naar Nederland (of elk ander land) dienen hiervoor uitdrukkelijk toestemming te vragen aan de betreffende luchtvaartautoriteiten. Dit is afgesproken in de Conventie van Chicago en ondubbelzinnig in alle nationale luchtvaartwetgeving opgenomen en bekend gesteld. In Nederland is dit vastgelegd in de Luchtvaartwet (Besluit Ongeregeld Luchtvervoer).

Lijndienstvluchten zijn in principe slechts mogelijk op basis van een bilaterale luchtvaartovereenkomst (Ivo). Nederland heeft ca. 135 lvo's afgesloten.

Met Turkmenistan is geen lvo afgesloten zodat alle vervoer tussen beide landen valt onder de Nederlandse Luchtvaartwet.

Op 12 februari jl., ontving de RLD een aanvraag voor een vlucht van Akhal Air Company, dochter van Turkmenistan Airlines.

Diezelfde dag werd extra informatie over deze vlucht gevraagd met name over de passagiers, aangezien in de vluchtaanvraag melding werd gemaakt van het vervoer van passagiers die oorspronkelijk uit Dubai afkomstig zouden zijn.

Hierop werd niet schriftelijk gereageerd. Wel werd op vrijdagmiddag telefonisch verzocht om met het oog op urgentie, toestemming te verlenen. Turkmenistan werd te verstaan gegeven dat dit niet mogelijk was zolang geen nadere informatie bekend zou zijn over de passagiers.

Hierop werd toegelicht dat het om Mekka-gangers ging, welke afkomstig waren uit België en Frankrijk en in het bezit zijnde van EU- paspoorten.

Op basis van deze achteraf volledig onjuist gebleken informatie is vrijdagmiddag laat toestemming gegeven om die vlucht uit te voeren.

Gezien de urgentie op de late vrijdagmiddag en het feit dat betrokkene zaterdagochtend vroeg op dienstreis vertrok naar het buitenland, werd ten onrechte, de maandag daarop, toestemming voor Turkmenistan niet in de gebruikelijke documentatie aangetroffen. Ten onrechte werd vervolgens naar buiten toe bekend gemaakt dat er geen toestemming zou zijn verleend.

Desalniettemin werd de beslissing genomen op volledig onjuiste informatie, waarmee Turkmenistan de luchtvaartwet heeft overtreden alsmede internationale afspraken heeft geschonden op grond waarvan luchtvaartmaatschappijen geen passagiers zonder geldige reisdocumenten mogen vervoeren.

In reactie op onze vragen om opheldering heeft de Turkmeense overheid haar excuses aangeboden voor hetgeen gebeurd is en ons verzekerd dat zij hun best zullen doen om in de toekomst dergelijke situaties te vermijden.

Het bovenstaande heeft mij het volgende doen besluiten.

Tot nader orde zal aan luchtvaartmaatschappijen uit Turkmenistan geen verkeersrechten (toestemming) worden gegeven. In de tussentijd zullen de autoriteiten van Turkmenistan met een voorstel moeten komen hoe zij dergelijke situaties in de toekomst zullen voorkomen. De RLD heeft daarbij eventuele assistentie aangeboden.

Gezien de toezegging van de autoriteiten van Turkmenistan aan een oplossing mee te werken, oriënteer ik mij met mijn betrokken collegae of er nog aanleiding is en rechtsmiddelen zijn om het toestel nog langer op Schiphol vast te houden.

Daarnaast heb ik met de Nederlandse Luchtverkeersbeveiliging besproken om ingediende vliegplannen door luchtvaartmaatschappijen uit Turkmenistan tot nader orde niet meer te accepteren.

Voor de langere termijn wordt gewerkt aan een sluitend systeem waarbij alle betrokkenen in Nederland (RLD, LVB, luchthaven), toegang hebben tot alle relevante informatie, ook ten behoeve van een optimale coördinatie. Dit wil overigens niet altijd betekenen dat een ongewenst luchtvaartuig uit het Nederlandse luchtruim kan worden geweerd. Ik zal u hierover t.z.t. nader informeren.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven