25 232 Voetbalvandalisme

Nr. 70 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 november 2021

Tijdens het mondelinge vragenuur van 2 november jl. (Handeling II 2021/22, nr. 16, Vragenuur) heb ik toegezegd uw Kamer per brief te informeren over maatregelen op korte termijn om de toename van ongeregeldheden rondom voetbalwedstrijden te bestrijden. Met deze brief kom ik deze toezegging na en ga ik in op welke instrumenten gebruikt kunnen worden in de aanpak van de toegenomen ongeregeldheden en hoe deze wordt versterkt en geïntensiveerd. Ook ga ik in op de toezegging om samen met de KNVB om tafel te gaan om te kijken hoe schade die veroorzaakt wordt door relschoppers op hen verhaald kan worden.

Voetbal is een sport waar velen vreugde aan beleven. Mensen moeten zich in en rondom het stadion veilig en welkom voelen. Deze uitgangspunten zijn onlangs geactualiseerd in het kader Veilig en Gastvrij Voetbal (bijlage 1)1. De ongeregeldheden en geweldsuitingen van de afgelopen weken rondom voetbalwedstrijden zijn schandalig en in sommige gevallen zwaar crimineel. Hier moet een duidelijke norm gesteld worden: dit wordt niet getolereerd. De maatschappelijke verontwaardiging hierover is terecht. Dit moeten we een halt toe roepen, zowel rondom als in het stadion. De afgelopen twee weken hebben de partners – KNVB, betaald voetbalorganisaties (bvo’s), het Openbaar Ministerie (OM), politie, gemeenten, vertegenwoordigingen van supporters en mijn ministerie – gewerkt aan een gezamenlijk actieplan met maatregelen om de ongeregeldheden in en rond het stadion verder te bestrijden. Op 19 november jl. heb ik dit actieplan besproken in een bestuurlijk overleg met burgemeesters, bestuurders van bvo’s, de KNVB, politie en het OM. We zullen gezamenlijk een convenant ondertekenen waarin we onze afspraken vastleggen, om te garanderen dat we bij eventuele ongeregeldheden in de toekomst gezamenlijk de schouders eronder zetten.

Het actieplan bestaat uit de volgende zes actielijnen, die ik verderop in deze brief zal toelichten.

  • 1. De aanpak van verschillende soorten gedragingen wordt op alle niveaus (tuchtrechtelijk, bestuursrechtelijk, strafrechtelijk) geïntensiveerd

  • 2. De (lokale) veiligheidsplannen moeten aan concrete normen en eisen gaan voldoen

  • 3. De wedstrijdvoorbereiding wordt aangescherpt

  • 4. Kosten worden verhaald op de daders

  • 5. Zwaar crimineel / ondermijnend gedrag wordt aangepakt

  • 6. De informatiepositie van de partners wordt versterkt

Helaas is door de coronapandemie op dit moment tijdelijk geen publiek toegestaan bij voetbalwedstrijden. De komende weken zullen daarom mogelijk niet alle actielijnen toegepast kunnen worden.

Uw Kamer heeft mij gevraagd om tevens in te gaan op het beschikbaar instrumentarium om supportersgeweld te beteugelen. Hier zal ik aan het eind van deze brief een overzicht van geven.

Intensivering van de aanpak op korte termijn

Grofweg zien we drie verschillende soorten gedragingen die momenteel problemen veroorzaken. De eerste categorie zijn gedragingen die de sfeer in het stadion verpesten en overlast veroorzaken, zoals het gooien van voorwerpen op het veld en op andere bezoekers. Daarnaast zien we rellen rondom voetbalwedstrijden, waarbij personen overgaan tot het plegen van strafbare feiten zoals openlijke geweldpleging of mishandeling, zowel richting andere supporters als tegen de politie en journalisten. Dan is er nog een categorie gedragingen, waarbij gesproken kan worden van zware criminaliteit. Binnen deze laatste categorie maakt men zich schuldig aan feiten zoals intimidatie en bedreiging. De recente gebeurtenissen vragen om een duidelijke normstelling en extra inspanningen van alle partijen en goede afstemming en afspraken in de lokale vierhoek.2 De partners hebben hiertoe gezamenlijk de volgende zes actielijnen opgesteld. Dit intensiveringsbeleid geldt minimaal voor de rest van het seizoen ’21/22 en de evaluatie van de aanpak ligt bij de Regiegroep Voetbal en Veiligheid.

1. De aanpak van verschillende soorten gedragingen wordt op alle niveaus (tuchtrechtelijk, bestuursrechtelijk, strafrechtelijk) geïntensiveerd

Een persoonsgerichte aanpak (pga) van de veroorzakers van de overlast en het geweld is het meest effectief. Een pga is een combinatie van voorkomen en bestraffen. Uit een recent verschenen verdiepend onderzoek van het onafhankelijke Auditteam Voetbal en Veiligheid is gebleken dat ondanks dat er momenteel nog geen sluitende aanpak bestaat, de pga over de jaren heen sterk verbeterd is.3 Op versterking van de pga wordt reeds extra inzet gepleegd onder andere in het kader van Ons Voetbal is Van Iedereen.4 Er zijn gesprekken gevoerd met vrijwel alle vierhoeken en een ondersteuningsteam is en blijft beschikbaar om deze aanpak op lokaal niveau door te ontwikkelen. Daarnaast wordt extra inzet gepleegd als het gaat om het benutten van het instrument en de bredere aanpak van racisme en discriminatie, bijvoorbeeld via een documentaire en een toolbox voor de vierhoeken.

Naar aanleiding van de recente reeks incidenten en het onacceptabele gedrag van een (kleine) groep bezoekers in en om het stadion, hebben de clubs, Eredivisie, Keuken Kampioen Divisie en KNVB in oktober 2021 reeds een dwingender kader met (deels bestaande) afspraken benadrukt:

  • Bij het aanhoudend op het veld gooien van voorwerpen en/of vloeistoffen, volgen er altijd waarschuwingen van de stadionspeaker. Stopt het gooien niet, dan wordt de wedstrijd stilgelegd en de catering bij de betreffende vakken gesloten.

  • Personen worden bij het gooien van voorwerpen en/of vloeistoffen, kwetsende spreekkoren, geweld tegen personen en/of goederen en het dragen van gezichtsbedekking altijd bij de KNVB aangemeld voor een landelijk stadionverbod. Een stadionverbod vanaf 12 maanden gaat altijd samen met een geldboete.

  • Personen die voor de derde keer een landelijk stadionverbod krijgen opgelegd van 12 maanden of langer zal het stadionverbod worden omgezet in een levenslang stadionverbod («3 strikes out»-principe).

  • Voor alle uitsupporters is een uitkaartverplichting ingesteld. In ieder geval tot aan het einde van dit kalenderjaar geldt er een registratieplicht voor alle supporters in het bezoekersvak. Dit betekent dat bij de wedstrijdorganisatie een zodanig kaartverkoop gerealiseerd wordt, dat het voor supporters van de bezoekende club niet mogelijk is om kaarten anders dan via de Uitcard te verkrijgen.

  • Ieder spreekkoor dat kwetsend is voor een individu of groep is onacceptabel. Clubs zijn verzocht om hier altijd en direct tegen op te treden volgens het stappenplan voor de bestrijding van verbaal geweld.

  • Er wordt ingezet op een pga.

De recente gebeurtenissen maken dat er naast deze pga echter ook een groepsgerichte benadering nodig is. In geval van het massaal afsteken van vuurwerk bijvoorbeeld, zullen (vaker) collectieve maatregelen getroffen worden zoals het leeglaten van het vak bij een volgende wedstrijd. Dit is een bestaande maatregel, die op dit moment nog niet altijd wordt toegepast.

De clubs gaan via verschillende kanalen de supporters oproepen tot positief gedrag, de gevolgen uitleggen en bij eventuele misdragingen ook veroordelen. Dit zal gebeuren door gezichtsbepalende personen binnen de club, zoals een trainer, aanvoerder of clubdirecteur.

De KNVB komt in samenwerking met de partners op korte termijn met een plan voor meer ondersteuning aan voetbalclubs om de veiligheidsorganisatie te verbeteren. Gedacht kan worden aan capaciteit voor het uitlezen van camera’s of ondersteuning bij casusoverleggen

(Slimme) camera’s

Om daders te vervolgen, maar ook om de pga te laten slagen, is het van cruciaal belang om daders te identificeren. Kwalitatief goede camera’s in en rond het stadion leveren een belangrijke bijdrage aan identificatie en vervolging. Omdat gebleken is dat de beelden soms kwalitatief onvoldoende zijn voor vervolging (of geluid ontbreekt, in het geval van spreekkoren), zijn in sommige gemeenten/stadions kwalitatief betere camera’s nodig. Voor een lik-op-stuk aanpak is bij het opsporen van daders niet alleen de kwaliteit van camera’s, maar ook het optimale gebruik ervan, van belang. Bij aangifte dragen clubs camerabeelden over aan de politie. Indien hier voldoende aanleiding voor is, kunnen beelden van rellen in de binnenstad gecombineerd worden met beelden in of rondom stadions. Ook is het voor het gebruik van camerabeelden van belang dat huisregels, zoals het niet mogen dragen van bivakmutsen op tribunes, goed nageleefd en gehandhaafd worden.

Soms is sprake van het ontbreken van geluid in het geval van spreekkoren. Slimme technologieën kunnen hier een belangrijke bijdrage leveren. Slimme camera’s combineren beeld en geluid en kunnen discriminerende uitingen beter vastleggen en herkennen. Het bewijsmateriaal kan dan worden gebruikt om de verdachte op te sporen en civiel- en strafrechtelijk maatregelen tegen hem te nemen. In het kader van het programma «Ons Voetbal Is Voor Iedereen; samen zetten we racisme en discriminatie buitenspel» (OVIVI) zoeken de rijksoverheid en de KNVB via ZonMW middels een subsidieoproep naar consortia die kunnen bijdragen aan het zorgvuldig, met inachtneming van de privacyregels, signaleren en registreren van racisme en discriminatie in voetbalstadions. Een consortium moet bestaan uit minimaal één (technologie)bedrijf, een betaald voetbalorganisatie en eventueel de stadioneigenaar die gezamenlijk een product/dienst (door)ontwikkelen en testen. Er is in totaal 1.200.000 euro beschikbaar gesteld voor deze Challenge. De projecten starten uiterlijk 1 januari 2022 en hebben een maximale looptijd van 1 jaar.

Strakkere inzet en handhaving van beschikbare instrumenten

Tijdens voornoemd vragenuur heeft het lid Kathmann gevraagd naar de toepassing van de meldplicht en andere instrumenten om supportersgeweld aan te pakken. De Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast (Wet MBVEO), waar deze instrumenten onder vallen, is recent geëvalueerd en hieruit blijkt dat gemeenten en officieren van justitie goed bekend en tevreden zijn met de verschillende mogelijkheden van deze wet. In de recente gesprekken met partners is afgesproken dat de handhaving van civielrechtelijke stadionverboden en de mogelijkheden van de Wet MBVEO vaker en effectiever moeten worden toegepast. Voor extra toepassing en handhaving van deze instrumenten stellen gemeenten, KNVB, clubs, politie en OM de komende periode een gezamenlijke handelingsperspectief op om zoveel mogelijk één lijn te trekken bij het nemen van maatregelen en het beschikbaar instrumentarium nogmaals onder de aandacht te brengen bij alle vierhoeken. In het geval van stadionverboden kan hierbij ook gekeken worden naar een Top X aanpak. Door vierhoeken kan het webdossier van het CCV (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid) dat in opdracht van JenV speciaal hiervoor is ingericht, worden gebruikt.5 Naast het webdossier organiseert het CCV een kenniskring Wet MBVEO waar actualiteiten worden besproken en ervaringen uitgewisseld. Ook is binnenkort een tool beschikbaar waarmee professionals een gericht advies krijgen over mogelijke maatregelen. De partners gaan daarnaast gezamenlijk werken aan een overzicht van maatregelen zodat dit voor alle partijen, inclusief supporters, inzichtelijk is.

(Digitale) meldplicht

De meldplicht is een bestaande maatregel die door burgemeesters, officieren van justitie en strafrechters opgelegd kan worden, ook aan zogenaamde first offenders. De meldplichtige moet zich op een bepaald tijdstip, bijvoorbeeld tijdens een voetbalwedstrijd, op een bepaalde locatie melden. Omdat dit doorgaans het dichtstbijzijnde politiebureau betreft, stuit deze maatregel vaak op praktische bezwaren, omdat het afhankelijk is van de locatie en openingstijden van politiebureaus en drukt op de capaciteit van de politie, met name op momenten waar politie-inzet elders gewenst is. In 2015 is daarom een digitale meldplicht wettelijk mogelijk gemaakt. Er is voor burgemeesters, officieren van justitie en strafrechters geen centrale digitale faciliteit beschikbaar die voldoet aan alle juridische en technologische eisen. Uit de evaluatie van de Wet MBVEO6 blijkt dat de meldplicht minder vaak wordt ingezet dan gebiedsverboden. De verwachting is dat dit instrument effectiever en efficiënter kan worden ingezet als er een landelijke digitale faciliteit voor beschikbaar is. JenV is in 2020 gestart met het traject digitale meldplicht. Het doel van dit traject is het beschikbaar stellen van een geschikte digitale meldfaciliteit (een applicatie voor smartphones) waarmee een meldplichtige kan aantonen dat hij zich op een bepaald tijdstip niet in een verboden gebied bevindt. De ontwikkeling van de faciliteit is in volle gang en gebeurt in samenwerking met de partners. Het streven is om begin 2022 een pilot plaats te laten vinden om dit traject te versnellen.

In aanloop naar de digitale faciliteit zal vanwege het toegenomen geweld vaker een meldplicht worden opgelegd aan zwaardere voetbalvandalen.

2. De (lokale) veiligheidsplannen moeten aan concrete normen en eisen gaan voldoen

In de veiligheidsverklaring van de KNVB die als licentievereiste geldt voor een bvo om aan de competitie deel te nemen, worden club en gemeente gevraagd om aan te geven dat de volgende zaken, naar het oordeel van de club directie/burgemeester/eigenaar stadion in orde zijn:

  • Uitwerking verantwoordelijkheden/bevoegdheden per ketenpartner

  • Gebruiksmelding

  • Ontruimingsplan

  • Calamiteitenplan

  • Noodroutes diensten

  • Meest recente of eerstvolgende calamiteitenoefening

  • Medische hulpverlening

  • Minimale inzet veiligheidspersoneel

  • Minimale inzet politie

  • Lokale veiligheidsafspraken/voorzieningen

  • Infrastructurele veiligheid

De KNVB gaat ten behoeve van versteviging van de veiligheidsorganisatie van de club minimumeisen introduceren in haar licentiesysteem met betrekking tot de veiligheidscoördinator en een Supporters Liaison Officer (SLO). De KNVB ondersteunt de clubs bij een kwaliteitsslag op de veiligheidsorganisatie en ziet toe op de kwaliteit van de stewardopleidingen van de clubs. Dit vindt plaats middels een vierjaarlijks opleidingsplan.

3. De wedstrijdvoorbereiding wordt aangescherpt

Gemeenten verlenen toestemming veelal via een vergunning aan clubs voor het mogen spelen van wedstrijden in het betaald voetbal. Een organisator moet daarbij aan specifieke voorwaarden voldoen, ook op het terrein van veiligheid. Dit kan lokaal verschillen. Zo moet bijvoorbeeld het aantal in te zetten stewards en beveiligers in verhouding staan tot het aantal toeschouwers en de risico’s. Het gebrek aan stewards mag niet leiden tot meer politie inzet. De voorbereidingen van de wedstrijden door de vierhoeken zijn in intensiteit afgenomen en risicogestuurd geworden, omdat betaald voetbal wedstrijden de afgelopen jaren steeds vaker rustig verliepen. De vierhoeken, met regie van de burgemeester, zetten hier de komende periode weer scherper op in. Door corona is lang gespeeld zonder of met beperkt publiek. Spelen met publiek vergt weer strakke sturing op de voorbereiding van de wedstrijden en het toezien op de naleving van de vergunningsvoorwaarden en stadionverboden. Burgemeesters zullen gezamenlijk een kader opstellen met een stappenplan met handelingsperspectief en wat de consequenties zijn bij het niet naleven van de voorwaarden van de vergunningverlening.

4. Kosten worden verhaald op de daders

Tijdens het mondelinge vragenuur van 2 november jl. heb ik uw Kamer ook toegezegd samen met de clubs, de KNVB en de andere betrokkenen te kijken hoe we in gezamenlijkheid vaker de schade die veroorzaakt wordt door relschoppers kunnen verhalen op de daders. Dat kan op diverse manieren, die we niet onbenut zullen laten.

De meest snelle en effectieve route is via het civielrecht. Eigenaren van stadions (clubs en gemeenten) maken al gebruik van mogelijkheden in het civielrecht wanneer zij te maken hebben met kosten die ontstaan door vernielingen van stadions, schade door het afsteken van vuurwerk of opgelegde boetes door UEFA vanwege misdragingen bij internationale wedstrijden. Grondslagen hiervoor zijn de standaardvoorwaarden van de KNVB (Art. 8 Ongeoorloofde voorwerpen en gedrag in combinatie met 10.2, 10.3 en 10.7) in combinatie met artikel 6:162 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW). Op basis van artikel 6:166 BW (groepsaansprakelijkheid) kan ook één van de tot een groep behorende personen die schade toebrengt hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de gezamenlijk veroorzaakte schade.

De KNVB heeft aangegeven hiervoor extra juridische capaciteit voor beschikbaar te stellen en ik zal de KNVB hierin ondersteunen.

Tot nu toe is schade vooral geleden door gemeenten, clubs en stadioneigenaren. We zien ook dat zij al volop bezig zijn werk te maken van dit verhaal. Het lik-op-stuk beleid dat we op deze manier uitvoeren geeft een stevig signaal af.

Een andere weg om de schade te verhalen ontstaat wanneer aangetoond is dat er sprake is van schade door een misdrijf. In zulke gevallen kan een slachtoffer in het strafproces om een vergoeding van de schade vragen («voegen»). Dit kan een mogelijke weg zijn voor clubs en gemeenten die het stadion in eigendom hebben als privaatrechtelijke rechtspersoon, of voor gemeenten die schade hebben aan publieke voorzieningen. Hier zijn wel diverse eisen aan verbonden. De rechter bepaalt of de dader een schadevergoeding moet betalen.

Tot slot heb ik gekeken naar de mogelijkheden met het door de Eerste Kamer aangenomen recente wetsvoorstel strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit. Hiermee kan de Staat de kosten verhalen die worden gemaakt bij het vernietigen van voorwerpen die ernstig gevaar opleveren. Dit kan dus wanneer bijvoorbeeld illegaal vuurwerk is afgepakt/ingenomen. Wanneer dat het geval is, kan ook deze route benut worden.

Gemaakte kosten door politie en OM voor openbare ordehandhaving rondom voetbalwedstrijden worden niet doorberekend aan de clubs. Het werk dat zij doen rondom voetbalwedstrijden hoort bij hun overheidstaak en onderdeel is van maatschappelijke kosten. Bepaalde schade die de Staat lijdt kan wel civielrechtelijk verhaald worden, bijvoorbeeld bij beschadiging van straatmeubilair of politiebusjes.

5. Zwaar crimineel / ondermijnend gedrag wordt aangepakt

Het intimideren en bedreigen van bij het voetbal betrokken personen is ernstig en ontoelaatbaar. Het weerbaar houden van betaald voetbalorganisaties (bvo’s) is een proces van lange adem en daarom onderdeel van structureel beleid dat is opgenomen in het richtinggevend kader Veilig en Gastvrij Voetbal. De afgelopen jaren is hierop een aantal acties ondernomen. Door het onderwerp bespreekbaar te maken en handelingsperspectief te bieden, worden bvo’s weerbaarder tegen criminele inmenging zoals georganiseerde criminaliteit, oneigenlijke financieringsstromen en ongewenste invloed van harde kernen. De KNVB brengt dit actief onder de aandacht van nieuwe clubbestuurders.

Concrete bedreigingen zijn een zaak van de driehoek. Door het recent aangenomen wetsvoorstel Strafrechtelijke aanpak ondermijnende criminaliteit is hiervoor per 1 januari a.s. de maximum gevangenisstraf verhoogd van twee naar drie jaar. Daarvoor gelden heldere afspraken. In aanvulling op eerder genomen stappen rondom bijvoorbeeld transparantie in de financiering van de clubs en bewustwording, gaat JenV samen met de partners een specifieke aanpak voor weerbare bvo’s ontwikkelen zoals deze ook voor andere doelgroepen bestaat (naar voorbeeld van PersVeilig en Weerbaar Bestuur), gericht op bewustwording en handelingsperspectief. Hierbij wordt waar nodig contact gezocht en afgestemd met andere doelgroepen, om waardevolle inzichten mee te nemen in de aanpak.7 Ook wordt met behulp van de RIECS en het LIEC bekeken wat er al bekend is specifiek in het voetbaldomein en of daarop verdere instrumenten ontwikkeld kunnen worden. Hierbij geldt dat voor het nationale beleid de gegevens alleen op geaggregeerd niveau en niet naar personen herleidbaar gedeeld kunnen worden. Concrete casuïstiek kan wanneer daar aanleiding voor is wel in het individuele RIEC-verband opgepakt en aangepakt worden.

6. De informatiepositie van de partners wordt versterkt

Een goede informatiepositie begint bij een actuele Ketenvoorziening Voetbal en Veiligheid (KVV). Lokale partners dienen incidenten direct na het weekend hierin te registreren, opdat de informatie, binnen de kaders van privacywetgeving, met andere lokale partners kan worden gedeeld en betrokken in de voorbereiding van – en eventueel nemen van extra maatregelen – voor opvolgende wedstrijden. Het ondersteuningsteam pga kan op basis van deze bevindingen hulp aanbieden aan de vierhoeken ten behoeve van een effectieve aanpak van raddraaiers. Indien informatie relevant is voor andere speelsteden, kan dit door de partners ook breder worden gedeeld. Daarnaast maakt de politie de specifieke context rond aangehouden verdachten inzichtelijk, naast de structurele monitoring die plaatsvindt. Alle partners worden opnieuw op het gebruik van de KVV geattendeerd, zodat een betere informatiepositie opgebouwd kan worden op een zorgvuldige manier.

Door het Auditteam Voetbal en Veiligheid is een verdiepend fenomeenonderzoek aangekondigd naar de achtergrond van de toename van incidenten zoals deze zich voordoen de afgelopen periode. De verwachting is dat dit onderzoek in het voorjaar van 2022 is afgerond. Daarnaast zal middels analyse van geweldplegers die zich onaantastbaar wanen meer inzicht in de doelgroep (nieuwe aanwas) moeten komen. Op dit moment is onduidelijk in welke mate de huidige problematiek alleen voetbal gerelateerd is en de partners hebben aangegeven behoefte te hebben aan meer duiding hierover. Met de nieuwe doelgroepen moeten partners lokaal verbindingen (proberen te) leggen, een proces wat tijd zal vergen. JenV is daarnaast voornemens om ook breder dan het justitiële domein analyses te betrekken, bijvoorbeeld op het gebied van maatschappelijke onrust en gedragsonderzoeken.

Het is mogelijk dat deze monitoring, onderzoeken en analyses aanknopingspunten bieden voor verdere maatregelen.

Internationale samenwerking

Bij internationale voetbalwedstrijden en bij wedstrijden in competitieverband verplaatsen sommige risicosupporters zich over de grenzen heen. Bepaalde supporters van voetbalclubs onderhouden onder andere met supporters van verschillende Belgische voetbalclubs zogenaamde «vriendschapsbanden» waarbij wedstrijden van de clubs over en weer worden bezocht. Vaak gaan deze verplaatsingen gepaard met onaanvaardbare gedragingen die een weerslag kunnen hebben op de veiligheid binnen en buiten de stadions soms vanuit een gevoel van straffeloosheid en onaantastbaarheid. Met de Belgische en Luxemburgse autoriteiten is in Benelux verband overleg om de onderlinge samenwerking te verbeteren. Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) is door JenV gevraagd een verkennend onderzoek uit te voeren naar de verschillende rechtssystemen om grensoverschrijdend voetbalgeweld beter te beteugelen.

Nederland is niet uniek. Ook in enkele andere Europese landen zien we een toename aan incidenten sinds de terugkeer van publiek in de stadions. In Raad van Europa verband in het kader van het verdrag inzake een integrale benadering van veiligheid, beveiliging en gastvrijheid bij voetbalwedstrijden en andere sportevenementen zal Nederland aandacht vragen voor het toegenomen supportersgeweld.

Beschikbare instrumentarium

Zoals toegezegd tijdens het mondelinge vragenuur zal ik naast de plannen voor een geïntensiveerde aanpak ingaan op het instrumentarium dat al beschikbaar was en blijft. Voor de aanpak van wangedrag, ordeverstoringen en geweld werken de partners al vele jaren samen. Het beschikbare instrumentarium is een samenspel van strafrechtelijke, bestuursrechtelijke en civielrechtelijke maatregelen. Wie wanneer de meest effectieve maatregelen kan treffen, verschilt per situatie en gedraging. De overgrote meerderheid van de Nederlandse supporters in voetbalstadions gedraagt zich. Het uitgangspunt is daarom dat via een pga gericht wordt gestraft en gehandeld. Goedwillende supporters worden daardoor niet onnodig beperkt in hun bewegingsvrijheid en sportbeleving.

In het stadion zijn de huisregels van de club en de standaardvoorwaarden van de KNVB van toepassing. Bij het gooien van voorwerpen en/of vloeistoffen, vechtpartijen, het afsteken van vuurwerk en kwetsende spreekkoren, zijn in de eerste plaats de clubs aan zet. Clubs handelen direct door supporters aan te spreken, te identificeren en zo nodig te verwijderen uit het stadion bij ongewenst gedrag. Clubs kunnen vervolgens deze personen een lokaal stadionverbod opleggen en/of doormelden aan de KNVB voor een landelijk stadionverbod. De termijn van een landelijk stadionverbod wordt bepaald op basis van de Richtlijn termijn stadionverbod.8

Indien een persoon de wet overtreedt, zijn de politie en het OM aan zet. Dat betekent dat de politie onderzoek instelt en onderzoek instelt om verdachten op te sporen. Vervolgens stelt het OM strafvervolging in en brengt verdachten zo veel mogelijk door spoedige voorgeleiding voor de rechter in het kader van lik-op-stuk aanpak. Naar aanleiding van zeer recente incidenten rondom voetbalwedstrijden, zoals gooien met vuurwerk en zware mishandeling, zijn verdachten in voorlopige hechtenis genomen en zijn er voor sommige verdachten reeds zware straffen opgelegd. Dit is ook duidelijk naar het brede publiek gecommuniceerd. Mensen moeten weten dat dit gedrag niet onbestraft blijft. Naast een strafrechtelijke vervolging wordt een persoon ook aan de KNVB gemeld voor een landelijk stadionverbod. Als er sprake is van bedreigingen en intimidatie, in sommige gevallen zware criminaliteit met een ondermijnende werking, worden deze gedragingen strafrechtelijk opgepakt.

Voor gemeenten, officieren van justitie en strafrechters voorziet Wet MBVEO in extra bevoegdheden om in te grijpen bij voetbalvandalisme en andere vormen van ernstige overlast. Zij kunnen o.a. gebiedsverboden, contactverboden en meldplichten opleggen. In bijlage 29 wordt een overzicht gegeven van de bestaande maatregelen.

Supportersbeleid

Het is belangrijk in dialoog te zijn en te blijven met de goedwillende supporters. Dit gebeurt door intensief samen te werken met supporter liaison officers (SLO’s), supportersverenigingen en landelijk met het Supporterscollectief Nederland. Supporters en SLO’s zijn standaard betrokken bij de wedstrijdvoorbereiding en daarnaast op reguliere basis geledingen van supporters op bestuurlijk niveau. De invalshoek is sturing op positief gedrag en cultuurverandering. Dit maakt onderdeel uit van een door alle partners aangejaagd sociaal-preventief supportersbeleid. Met dit beleid kunnen aan de voorkant supporters die opvallen vanwege bepaalde gedragingen of betrokkenheid bij incidenten uit de anonimiteit worden gehaald.

Structurele aanpak van racisme en discriminatie

Met uw Kamer is eerder gesproken over de aanpak van racisme en discriminatie in het betaald en amateurvoetbal. Hiervoor is samen met de KNVB, VWS, SZW en diverse maatschappelijke partners het programma OVIVI ontwikkeld. U bent begin dit jaar over de voortgang hiervan geïnformeerd.10 Het programma bestaat uit diverse maatregelen gericht op signaleren, voorkomen en sanctioneren, waaronder de eerdergenoemde impuls aan de digitale meldplicht en een ondersteuningsteam om in alle gemeenten met een bvo een pga te realiseren.

Ook zijn er maatregelen gericht op spreekkoren, ook wanneer deze een homofoob karakter hebben of gericht zijn tegen de brede LHBTI-gemeenschap. Deze spreekkoren zijn net als racistische spreekkoren onacceptabel. Iedereen hoort zich veilig en welkom te voelen in het stadion. Om spreekkoren direct aan te pakken heeft de KNVB richtlijnen opgesteld. Bij discriminerende spreekkoren wordt direct omgeroepen om hiermee te stoppen. Bij herhaling wordt de wedstrijd, tijdelijk of definitief stilgelegd. Mocht het zo zijn dat de clubs niet juist handelen, dan kan de KNVB hier onderzoek naar doen via hun speciale aanklagers die zijn aangesteld in het kader van OVIVI. Zoals toegezegd wordt u begin 2022 geïnformeerd over de voortgang van dit programma.

Tot slot

De huidige geïntensiveerde aanpak zoals hiervoor geschetst vereist inspanningen van alle bij het voetbal betrokken partijen: clubs, KNVB, supporters, politie, OM en de burgemeesters. Allen gezamenlijk kunnen we de overlast en het geweld terugdringen.

Om goed te monitoren op het effect van deze maatregelen is het

Auditteam Voetbal en Veiligheid gevraagd om een nieuw verdiepend onderzoek. Dit onderzoek zullen we met alle andere monitoringsinstrumenten zoals genoemd benutten om waar nodig bij te sturen. Zodat het voetbal veilig en gastvrij voor iedereen wordt.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

De lokale vierhoek bestaat uit de burgemeester, het OM, de politie en de betaald voetbalorganisatie(s) uit de gemeente.

X Noot
4

Kamerstuk 30 234, nr. 241

X Noot
6

Kamerstuk 25 232, nr. 69

X Noot
7

In contact met de doelgroepen kan dan ook gekeken worden naar de wijze waarop onder andere ook ambulancemedewerkers en journalisten veilig hun werk kunnen doen in en rondom stadions.

X Noot
9

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
10

Kamerstuk 30 234, nr. 260

Naar boven