25 232
Voetbalvandalisme

nr. 16
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 24 juni 1999

Tijdens het algemeen overleg met de vaste commissies voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor Justitie en voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 10 december 1998 (26 227, nr. 5) heb ik U geïnformeerd over mijn initiatief in de Raad van ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken van de Europese Unie te Berlijn. In de Raad heb ik met het oog op een intensivering van de politiesamenwerking aandacht gevraagd voor het vraagstuk van het hooliganisme.

In deze vergadering heb ik op mijn oproep om te komen tot het vaststellen van een Europees kader voor de internationale politiesamenwerking brede steun ontvangen.

Bijgaand bied ik U de door de Algemene Raad van de Europese Unie op 21 juni jl. aanvaarde resolutie aan over een Handboek voor de internationale politiesamenwerking en maatregelen ter voorkoming en bestrijding van geweld en ongeregeldheden rond internationale wedstrijden (Enfopol 37, 8358/99).1

Op Nederlands initiatief is dit Handboek in overleg met deskundigen ontwikkeld.

Het Handboek bevat een gemeenschappelijk kader voor de politiediensten in de lidstaten waar het gaat om de inhoud en de reikwijdte van de politiesamenwerking, de relatie van de politie met de media, de samenwerking van politiediensten met stewards en begeleiders van supporters, alsmede de te stellen eisen aan het toegangs- en ticketbeleid.

Het Handboek is ontwikkeld voor de internationale politiesamenwerking rond internationale voetbalwedstrijden en zal bij de voorbereidingen van de organisatie van de kampioenschappen in 2000 voor wat betreft de internationale politiesamenwerking en de uitwisseling van informatie het vertrekpunt zijn.

In het Handboek is rekening gehouden met de leerervaringen die zijn opgedaan bij eerdere grote kampioenschappen.

Na de kampioenschappen in 2000 zal het handboek worden geëvalueerd en waar nodig worden bijgesteld.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven