25 230
Regionale-luchthavenstrategie

nr. 14
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 17 februari 1998

Bij de behandeling van de nota Regionale Luchthavenstrategie (TK 1997–1998, 25 230) is een aantal moties ingediend, waaronder de motie Meijer-Verbugt over een afkoopsom voor de luchthaven Twente (25 230 nr. 13). Bij de stemming op 19 december is deze motie aangenomen.

In deze brief bericht ik u over mijn voornemens ten aanzien van de uitvoering van de motie Meijer-Verbugt.

Gezien de steun in de Tweede Kamer voor de motie Meijer-Verbugt ben ik bereid de motie uit te voeren en de bijdragen in de exploitatietekorten van de luchthaven Twente te beëindigen via de gevraagde afkoopsom.

Overeenkomstig de in de nota Relus aangegeven methodiek zal de afkoopsom voor de luchthaven Twente in grote lijnen worden gebaseerd op de gekapitaliseerde waarde van de te verwachten toekomstige exploitatieverliezen (de zgn. Netto Contante Waarde). De omvang van het bedrag zal mede aan de hand van een door de exploitant op te stellen bedrijfsplan worden bepaald. De definitieve afkoopsom zal de uitkomst zijn van onderhandelingen tussen V&W en de betrokken partijen na toetsing van het bedrijfsplan door Verkeer en Waterstaat. Getracht zal worden deze afkoopsom in de periode voor 2000 ter beschikking te stellen aan de luchthavenexploitant.

De bijdrage van het Rijk aan de luchthaven Twente voor militaire verkeersleiding zal overeenkomstig het gestelde in de nota Relus in het jaar 2000 worden beëindigd. Voor deze kosten (jaarlijks ca. f 600 000,–) alsmede eventuele kosten van infrastructurele luchtzijdige investeringen (behoudens de reeds gestelde bankgarantie ad f 850 000,–) zal geen afkoopsom worden toegekend.

Ik vertrouw u met het vorenstaande voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven