nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 16 mei 1997
Bijgaand ontvangt U, naar aanleiding van het verzoek van de heer Van der
Linden tijdens het voortgezet Algemeen Overleg van 7 mei jl.1 het plan van aanpak voor de opkoopregeling voor jonge biggen (3–17
dagen).
lk verwacht U met deze informatie voldoende duidelijkheid te hebben verschaft
over de wijze, waarop de opkoop van de jonge biggen zal plaatsvinden.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J. J. van Aartsen
1. Doelstelling regeling
Door biggen van maximaal 17 dagen oud op te kopen zal het bestaande gebrek
aan destructiecapaciteit in de opkoopregeling voor varkens en biggen op termijn
worden opgelost; zo worden onaanvaardbare welzijnsproblemen voorkomen.
2. Uitvoeringsproces
Aanmelding en planning
Boeren melden zich aan voor deze regeling bij hun praktiserend dierenarts.
Deze controleert de bedrijfsgegevens en maakt een voorlopige planning. De
Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde coördineert
de werkwijze en de onderlinge afstemming van de dierenartsenpraktijken. Het
Coördinatie Centrum Varkenspest (CCV) maakt uiteindelijk de totale planning.
Doding op het bedrijf
De dierenarts verricht op het bedrijf een klinisch onderzoek conform RVV-protocol.
Tevens wordt vastgesteld of de aangeboden dieren aan het vereiste leeftijdscriterium
voldoen. Indien hierbij geen klinische afwijkingen geconstateerd en aan het
leeftijdscriterium wordt voldaan, worden de dieren gedood via een injectie
met T61. Dit mag uitsluitend door de bevoegde dierenarts gebeuren. Deze zijn
hiervoor op een bijeenkomst extra geïnstrueerd. Tevens worden de dierenartsen
voorzien van een schriftelijke instructie. De gedode dieren worden verpakt
in verzegelde vaten.
Afvoer naar de Afvalverwerking Rijnmond (AVR)
De vaten met gedode dieren worden binnen 24 uur na doding afgevoerd naar
de AVR.
Hierdoor wordt voorkomen, dat de met gif gedode dieren in het diervoeder-circuit
komen.
Betaling
LASER/Voedselvoorzieningsin- en verkoopbureau treedt op als betaalorgaan.
Per overgenomen big wordt een bedrag van 38 ECU betaald.
Het beschreven uitvoeringsproces is, met nadruk op de doding op het bedrijf
en de afvoer naar de AVR, getest via een proef op een groot zeugenbedrijf.
Deze proef is goed gelopen en heeft slechts tot kleine bijstelling in het
proces geleid.
3. Toezicht overheid
Het hele proces staat, conform EU-vereisten, onder continu toezicht van
de overheid. LASER-medewerkers tellen het aantal gedode dieren, verzegelen
de vaten en begeleiden het transport naar de AVR. Een deel van deze toezichtstaken
worden verzorgd door het leger.
4. Instructies en protocollen
Het uitvoeringsproces wordt strikt vastgelegd in instructies en protocollen.
Het gaat hierbij om de volgende zaken:
– Twee RVV-protocollen met betrekking tot het bedrijfsbezoek. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen verdachte en niet-verdachte bedrijven.
De protocollen bevatten de voorschriften ten aanzien van de veterinaire aspecten,
het klinisch onderzoek en het dodingsproces.
– Een technische instructie voor dierenartsen ten aanzien van de
doding van de dieren
– Een instructie voor de LASER-medewerkers aangaande hun controlerende
taken. Dit strekt zich uit van de controles op de boerderij tot en met de
afvoer naar de AVR.
5. Informatievoorziening
Alle betrokken boeren ontvangen een «Mededeling», waarin de
voorwaarden van de regeling zijn vermeld en de procedure die zij dienen te
volgen. De betreffende Mededeling is inmiddels verzonden naar de varkenshouders
in het gebied Venhorst-Best. Ook intermediairs ontvangen de nodige informatie.1
6. Gebieden en aantallen dieren
De regeling geldt in beginsel voor alle ingesloten gebieden. Beoogd wordt
in de eerste vier weken dieren over te nemen in de gebieden Venhorst en Best.
Daarna wordt de regeling opengesteld voor de gebieden Ammerzoden, Nederweert,
Soerendonk en Baarle Nassau, mits deze gebieden dan nog ingesloten zijn.
7. Opheffen overige opkoopregelingen
Na start van de overname van zeer jonge biggen in een gebied worden de
overige regelingen op de volgende wijze beëindigd:
– Biggen van meer dan 8 kg: na 3 weken
– Biggen van meer dan 25 kg: na 10 weken
– Varkens van meer dan 120 kg: na 29 weken
In de naar de boeren te sturen mededeling wordt dit duidelijk vermeld.
Indien een boer geen zeer jonge biggen heeft aangemeld en er ontstaan na genoemde
periodes onaanvaardbare welzijnsproblemen, dan kunnen dieren weggehaald worden
op kosten van de boer. Basis hiervoor is art. 36 van de Gezondheids- en Welzijnswet
voor Dieren.
8. Kosten
De overnamekosten bedragen 38 ECU (ca. f 84,–) per big.
Voor de niet-verdachte bedrijven worden 70% van de overnamekosten gedragen
door de EU, terwijl voor de verdachte bedrijven de Brusselse co-financiering
50% bedraagt. De nationale bijdrage wordt gefinancierd uit het politioneel
fonds.