25 223 Verkiezingswaarneming

Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 september 2013

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 4 september 2013 inzake Uitnodigingen Ministerie van Buitenlandse Zaken voor deelname verkiezingswaarnemingsmissies.

Ik hecht groot belang aan de deskundigheid van Nederlandse verkiezingswaarnemers en aan hun meerwaarde bij verkiezingswaarneming als onderdeel van het gehele electorale proces. Het gaat daarbij om een gecompliceerd proces. In tijd beperkte deelname door verkiezingswaarnemers zou aan deze complexiteit onvoldoende recht doen en een vertekend beeld kunnen opleveren. Waarnemers zouden bijvoorbeeld een essentieel onderdeel zoals de briefing voor alle deelnemers missen, of de afronding van de missie waarbij aanbevelingen worden gedaan.

Uw tweede opmerking inzake de mogelijkheid van uitzending van twee Kamerleden per missie valt goed te accommoderen voor OVSE-missies. Nederland kiest zelf de te zenden korte termijn waarnemers, afhankelijk van beschikbaar budget (meestal 4–5 per missie). Voor EU-missies ligt dit anders, omdat de EU met het systeem van voordracht werkt. Lidstaten kunnen per verkiezingsmissie twee of drie waarnemers voordragen. De EU selecteert hieruit een of twee waarnemers. Aangezien de mogelijkheid voor plaatsing van Nederlandse waarnemers beperkt is en ik ook graag Nederlandse experts wil inzetten, ligt het minder voor de hand twee Kamerleden per EU-missie voor te dragen.

Tot slot ben ik, zoals ik al eerder aankondigde in uw Kamer, voornemens om, voorjaar 2014, een seminar te organiseren over verkiezingswaarneming, waarbij het onderwerp in al zijn complexiteit aan bod zal komen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Naar boven