25 198
Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met een nieuwe regeling van informatievoorziening en van de Wet van 7 juli 1993, Stb. 405, in verband met de besteding van nascholingsgelden (regeling informatievoorziening)

nr. 4
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 13 maart 1997

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft inzake de behandeling van het wetsontwerp Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met een nieuwe regeling van informatievoorziening en van de Wet van 7 juli 1993, Stb. 405, in verband met de besteding van nascholingsgelden (regeling informatievoorziening) besloten tot het indienen van een verslag op donderdag 13 maart. In verband daarmee wijs ik U op het volgende.

Bij de behandeling van de wet van 7 juli 1993, Stb. 405, houdende wijziging van enkele onderwijswetten in verband met nascholing, is in overleg met de Kamer besloten tot een meerjarig evaluatie-onderzoek naar het effect van het nieuwe bekostigingsregime in de nascholing. Eerste onderzoeken die direct na het van kracht worden van de nieuwe wet verricht zijn, zijn U destijds toegezonden.

Thans valt te voorzien dat eind maart twee tussentijdse evaluatierapporten inzake de nascholing gepubliceerd zullen worden, die de werking van de nieuwe bekostigingssystematiek tot onderwerp hebben. In verband met de behandeling van het wetsontwerp «Regeling Informatievoorziening» acht ik het gewenst dat U van de inhoud van de betreffende rapporten zo snel mogelijk kennis kunt nemen. In overleg met de opstellers van de rapporten zend ik U hierbij vertrouwelijk de laatste concepten toe.1 De definitieve rapporten zullen U op of kort na 27 maart bereiken. Zo spoedig mogelijk na de officiële publicatie van de rapporten zal ik U de beleidsreactie doen toekomen.

Met het oog op een voortvarende behandeling van het wetsontwerp «Regeling Informatievoorziening» wijs ik U er ten slotte op, dat de inwerkingtreding van de wet op 31 juli 1997 is voorzien.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

J. M. M. Ritzen


XNoot
1

Ter vertrouwelijke inzage, alleen voor de leden, gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven