nr. 11
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zoetermeer, 23 mei 1997
Bij bovengenoemd wetsvoorstel is door het lid van de CDA-fractie, Van
de Camp, onder stuk nr. 10 een gewijzigd amendement ingediend. Het amendement
behelst het opnemen van voorhangbepalingen bij de voorgestelde artikelen 103
en 103a van de Wet op het voortgezet onderwijs.
In reactie hierop deel ik u het volgende mee.
Zowel bij de schriftelijke als bij de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel
heb ik de toezegging gedaan dat het ontwerp-besluit informatievoorziening
WVO aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal zal worden overgelegd. Dit ontwerp-besluit
strekt tot uitvoering van de zojuist genoemde artikelen.
Deze toezegging zal ik uiteraard gestand doen. Een amendement dat daartoe
verplicht, acht ik niet noodzakelijk.
Ik voeg daar het volgende aan toe.
Zonder daarmee af te willen doen aan de waarde van het ontwerp-besluit,
beschouw ik dit als een besluit van goeddeels technische aard.
Het ontwerp-besluit regelt immers, zoals u dat binnenkort kunt zien, de
ordening en de wijze van beschikbaarstelling van gegevens. Deze gegevens vloeien
voort uit in andere regelingen vastgestelde bekostigingsnormen (bijvoorbeeld
het Formatiebesluit W.V.O. met de daarbij horende voorhangbepaling in artikel
84, vierde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs) en deels zijn ze het
gevolg van in beleidstrajecten geformuleerde informatiebehoeften.
Gelet hierop is, naar mijn mening, een voorhang van het ontwerp-besluit
niet doelmatig.
Ten slotte wil ik u wijzen op de vergelijkbare artikelen in de Wet educatie
en beroepsonderwijs, de artikelen 2.5.3 en 2.5.5, waarin evenmin sprake is
van voorhang.
Concluderend ontraad ik dan ook het amendement.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
T. Netelenbos