25 198
Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met een nieuwe regeling van informatievoorziening en van de Wet van 7 juli 1993, Stb. 405, in verband met de besteding van nascholingsgelden (regeling informatievoorziening)

nr. 11
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 23 mei 1997

Bij bovengenoemd wetsvoorstel is door het lid van de CDA-fractie, Van de Camp, onder stuk nr. 10 een gewijzigd amendement ingediend. Het amendement behelst het opnemen van voorhangbepalingen bij de voorgestelde artikelen 103 en 103a van de Wet op het voortgezet onderwijs.

In reactie hierop deel ik u het volgende mee.

Zowel bij de schriftelijke als bij de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel heb ik de toezegging gedaan dat het ontwerp-besluit informatievoorziening WVO aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal zal worden overgelegd. Dit ontwerp-besluit strekt tot uitvoering van de zojuist genoemde artikelen.

Deze toezegging zal ik uiteraard gestand doen. Een amendement dat daartoe verplicht, acht ik niet noodzakelijk.

Ik voeg daar het volgende aan toe.

Zonder daarmee af te willen doen aan de waarde van het ontwerp-besluit, beschouw ik dit als een besluit van goeddeels technische aard.

Het ontwerp-besluit regelt immers, zoals u dat binnenkort kunt zien, de ordening en de wijze van beschikbaarstelling van gegevens. Deze gegevens vloeien voort uit in andere regelingen vastgestelde bekostigingsnormen (bijvoorbeeld het Formatiebesluit W.V.O. met de daarbij horende voorhangbepaling in artikel 84, vierde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs) en deels zijn ze het gevolg van in beleidstrajecten geformuleerde informatiebehoeften.

Gelet hierop is, naar mijn mening, een voorhang van het ontwerp-besluit niet doelmatig.

Ten slotte wil ik u wijzen op de vergelijkbare artikelen in de Wet educatie en beroepsonderwijs, de artikelen 2.5.3 en 2.5.5, waarin evenmin sprake is van voorhang.

Concluderend ontraad ik dan ook het amendement.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

T. Netelenbos

Naar boven