nr. 11
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID RIJPSTRA TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel IV wordt vervangen door:
ARTIKEL IV
1. Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen brengt, in overeenstemming
met Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, voor 1 augustus
2000 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal verslag uit over de ervaringen
die in het onderwijs en bij de opleidingen zijn opgedaan met de werkzaamheden
van de studenten in de zin van deze wet.
2. Artikel 3, zesde en zevende lid, van de Wet op het basisonderwijs,
artikel 3, achtste en negende lid, van de Interimwet op het speciaal onderwijs
en het voortgezet speciaal onderwijs en artikel 33, negende, tiende en elfde
lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs vervallen op 1 augustus 2001.
3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid kan bij koninklijk
besluit worden bepaald dat de artikelleden genoemd in het tweede lid vervallen
op een datum gelegen voor 1 augustus 2001.
4. Een besluit op grond van het derde lid wordt niet genomen voordat vier
weken zijn verstreken nadat het voornemen tot het doen van een voordracht
voor dat besluit is voorgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal en
evenmin indien binnen die termijn een der beide kamers de wens te kennen heeft
gegeven dat het in dat besluit te regelen onderwerp bij wet wordt geregeld.
Toelichting
Om het experimentele karakter van de LIO met een leerovereenkomst te benadrukken
wordt de mogelijkheid om af te wijken van de bevoegdheidseisen beperkt tot
1 augustus 2001. Voor 1 augustus 2000 moet van de evaluatie van het experiment
verslag worden gedaan aan de Tweede Kamer. Het derde lid biedt de mogelijkheid
om de datum bij koninklijk besluit eerder te stellen dan 1 augustus
2001. Het vierde lid tenslotte waarborgt dat een besluit bedoeld in het derde
lid uitsluitend na instemming van de beide kamers kan worden genomen.
Rijpstra