25 185
Wijziging van de Financiële-verhoudingswet en enkele andere wetten en regels inzake de invoering van deze wijziging in verband met een herziening van het verdeelstelsel voor het Provinciefonds

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 2 mei 1997

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In de tabel in bijlage 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

1. In de beschrijving van de verdeelmaatstaf in tabelregel 1, kolom 2, eerste volzin, komt de zinsnede «, in duizenden guldens,» te vervallen.

2. In tabelregel 3a en b, onder b, wordt «Het aantal inwoners» vervangen door: het aantal inwoners.

3. De beschrijving van de verdeelmaatstaf in tabelregel 5, kolom 2, komt te luiden: Het aantal hectaren water in de provincie.

4. De peildatum in tabelregel 8, kolom 4, wordt vervangen door: 31 december 1992.

B

Bijlage 2 komt te luiden:

Bijlage 2. De bedragen per eenheid over het uitkeringsjaar 1998 (bijlage bij artikel 7, tweede lid)

nr.verdeelmaatstafGuldens per eenheid
1Motorrijtuigenbelasting– 73,59 per f 100 hoofdsom
2aInwoners43,73
2bInwoners boven 640 00021,20
3aInwoners in stedelijke gebieden30,37
3bInwoners in landelijke gebieden38,00
4Land99,83
5Water69,35
6Groen36,50
7Gewogen weglengte53 469,74
8Elektriciteitsverbruik743,75
9Vast bedrag10 143 500,00

C

Bijlage 3 komt te luiden:

Bijlage 3. Overgangsmaatregelen in verband met de herverdeling (bijlage bij artikel 12)

 Kolom 1 Uitkeringsjaar 1998Kolom 2 Uitkeringsjaar 1999Kolom 3 Uitkeringsjaar 2000Kolom 4 Uitkeringsjaar 2001 en volgende
Groningen8 117 4326 851 6515 585 8704 320 090
Friesland4 222 2892 907 3501 592 410277 471
Drenthe7 688 0985 969 9234 251 7482 533 572
Overijssel– 1 231 682– 2 139 213– 3 046 744– 3 954 275
Gelderland– 10 343 350– 7 696 388– 5 049 426– 2 402 464
Utrecht15 199 70211 188 2927 176 8823 165 471
Noord-Holland– 20 487 288– 16 230 182– 11 973 075– 7 715 969
Zuid-Holland– 11 624 664– 9 270 219– 6 915 774– 4 561 329
Zeeland10 837 9419 600 9428 363 9427 126 943
Noord-Brabant1 517 3631 563 8571 610 3511 656 846
Limburg4 309 1393 235 9592 162 7801 089 601
Flevoland– 8 204 980– 5 981 972– 3 758 964– 1 535 957

Toelichting

Op de belangrijkste wijzigingen wordt ingegaan in de nota naar aanleiding van het verslag bij het onderhavige wetsvoorstel. In deze toelichting wordt volstaan met enkele meer wetstechnische opmerkingen en wordt verwezen naar de desbetreffende onderdelen van de nota naar aanleiding van het verslag.

Onderdeel A

De wijzigingen in dit onderdeel betreffen de volgende punten. In de beschrijving van de verdeelmaatstaf motorrijtuigenbelasting was in bijlage 1 van het wetsvoorstel opgenomen dat de hoofdsommen worden uitgedrukt in duizenden guldens. Aangezien de hoofdsommen feitelijk in guldens worden bepaald, dient de passage «in duizenden guldens» te vervallen.

Nieuw is de verdeelmaatstaf water (nr. 5). Niet langer wordt onderscheid gemaakt in binnenwater, buitenwater en IJsselmeerwater. De tabel in bijlage 2 (onderdeel B) is dienovereenkomstig aangepast. Zie in dit verband ook hoofdstuk 7 van de nota naar aanleiding van het verslag bij het onderhavige wetsvoorstel.

De maatstaf elektriciteitsverbruik (nr. 8) wordt voorlopig bevroren in afwachting van de introductie van een nieuwe maatstaf. Wij verwijzen naar hoofdstuk 7 van de nota naar aanleiding van het verslag.

Onderdeel B

In dit onderdeel worden in de tabel in bijlage 2 de bedragen per eenheid over het jaar 1998 toegekend aan de verdeelmaatstaven. Voorts zijn er enkele wijzigingen van technische aard aangebracht.

Bij de maatstaf motorrijtuigenbelasting gaat het om een rekentarief van 73,59 zijnde opcenten. Het heffen van opcenten impliceert de heffing van een percentage van de conform de beschrijving bepaalde hoofdsom. Het gebruik van een percentage maakt dat het nog gedeeld moet worden door 100.

Bovendien wordt een fout in het wetsvoorstel hersteld. In het aanvankelijke voorstel was in tabelregel 8 in plaats van de verdeelmaatstaf elektriciteitsverbruik abusievelijk het kenmerk bedrijvigheid opgenomen.

Onderdeel C

De in dit onderdeel neergelegde wijziging betreft een bijstelling van de bijlage met de overgangsmaatregelen. Voor een meer uitgebreide beschouwing over de actualisatie van het verdeelmodel verwijzen wij naar hoofdstuk 2 van de nota naar aanleiding van het verslag en de bijlage.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Naar boven