25 180
Partiële herziening Planologische Kernbeslissing Nationaal Ruimtelijk Beleid

nr. 105
MOTIE VAN HET LID VAN WIJMEN C.S.

Voorgesteld 9 oktober 1999

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat gezien de werkgelegenheidsproblematiek in de Rotterdamse regio er vóór 2005 voldoende ruimte voor bedrijvigheid in deze regio beschikbaar moet zijn;

voorts overwegende, dat de vestiging van een groot bedrijfsterrein voor havenafgeleide bedrijvigheid in de Hoeksche Waard vanuit het oogpunt van landschapsbehoud en mobiliteit bepaalde bezwaren oplevert;

constaterende, dat uit een recente CPB-studie in het kader van het Project Mainport Rotterdam (PMR) blijkt, dat in het bestaande havengebied grote terreinen vooralsnog onbenut blijven of intensiever kunnen worden gebruikt;

verzoekt de regering

– binnen 3 maanden een «second opinion» te laten uitvoeren naar de noodzaak van een bedrijfsterrein van ca. 100 ha. voor havenafgeleide bedrijvigheid specifiek in de Hoeksche Waard,

– dit onderzoek onder meer te richten op de daadwerkelijke bijdrage die de realisatie van een dergelijk terrein zal leveren aan het oplossen van de werkgelegenheidsproblematiek in de Rotterdamse regio,

– en voorts in dit onderzoek ook alternatieve vestigingsplaatsen te bekijken, waarbij tevens nagegaan dient te worden of bestaande bedrijfsterreinen in de Rotterdamse regio vóór 2005 beter kunnen worden benut,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Wijmen

Naar boven