nr. 10
MOTIE VAN HET LID VERBUGT
Voorgesteld in het nota-overleg van 30 maart 1998
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
kennis genomen hebbende, van de voornemens om, in het kader van de actualisering
van de PKB VINEX, te komen tot een bufferzonebeleid waarbij de grenzen de
status krijgen van een concrete beleidsbeslissing;
van mening, dat voor delen van de bufferzone Den Haag-Leiden-Zoetermeer
de mogelijkheid moet worden opengehouden om door middel van een partiële
herziening van de PKB VINEX delen van de bufferzone aan te wenden voor verstedelijking
ten behoeve van de Leidsche Regio;
overwegende, dat de Leidsche Regio moet voorzien in haar eigen verstedelijkingsopgave;
verzoekt de regering om in de tekst van de PKB in Hoofdstuk II 2 onderdeel
f:
– de bufferzone Den Haag-Leiden-Zoetermeer niet als concrete beleidsbeslissing
op te nemen;
– op te nemen dat de grens van de bufferzone Den Haag-Leiden-Zoetermeer
definitief wordt vastgesteld als concrete beleidsbeslissing in een daar toe
strekkende partiële herziening van de PKB VINEX, nadat duidelijkheid
is verkregen over de vervulling van verstedelijkingsbehoefte van de Leidsche
Regio als uitkomst van de Gebiedsuitwerking Leiden-Haarlem-Amsterdam;
Indien de uitkomst van deze gebiedsuitwerking daartoe aanleiding geeft,
wordt in de hier bedoelde partiële herziening tevens voorzien in aanpassing
van de begrenzing van het Groene Hart,
en gaat over tot de orde van de dag.
Verbugt