25 172
Wijziging van de Vreemdelingenwet

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID VAN OVEN

Ontvangen 18 december 1997

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt onderdeel B vervangen door:

B

In artikel 7a, tweede lid, komt de tweede volzin als volgt te luiden: Deze vreemdeling, dan wel de vreemdeling die niet aan de in het eerste lid bedoelde verplichting voldoet, kan verplicht worden zich op te houden in een door de ambtenaar belast met grensbewaking aangewezen ruimte of plaats, tenzij zijn vertrek daaruit nodig is om zich buiten Nederland te begeven.

Toelichting

Met dit amendement wordt beoogd het bestuur een discretionaire bevoegdheid te geven bij de oplegging van de vrijheidsbenemende of vrijheidsbeperkende maatregel zoals ook het geval is bij de maatregelen ex artikel 18b en 26 van de Vreemdelingenwet. Hierdoor wordt het mogelijk dat in de gevallen zoals bijvoorbeeld het geval dat de uitzetting niet mogelijk blijkt of de betrokken vreemdeling in het kader van de voorlopige voorziening de uitkomst van de procedure mag afwachten, geen vrijheidsbenemende maatregel behoeft te worden opgelegd of voortgezet. De rechter heeft de mogelijkheid op grond van artikel 34a de uitoefening van de bevoegdheid te toetsen.

Van Oven