nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Rijswijk, 5 mei 1998
Tijdens het plenaire debat van 25 maart jl. over wachttijden heb ik toegezegd
u nog voor de verkiezingen te berichten over het vervolg.
Voor wat betreft de uitvoering van de motie van het lid Marijnissen (25 170
nr. 7) verwijs ik u naar bijgaande afschriften1
.
Voor wat betreft de uitvoering van de motie van de leden Van Boxtel en
Oudkerk (25 170 nr. 9) het volgende.
Op 21 april heeft er op ambtelijk niveau overleg plaatsgevonden met de
partijen die het plan van aanpak hebben opgesteld over de uitvoering van dit
plan. Besloten is tot het instellen van een platform. Kenmerken van dit platform:
Doel:
Een tijdelijke overlegstructuur om af te stemmen over de concrete uitwerking
en uitvoering van aktiepunten uit zowel het plan van aanpak (d.d 12 maart
jl.) als mijn notitie van februari jl.. Het doel van de overlegstructuur is
doelgericht en efficiënt met alle betrokkenen werkafspraken te maken
en tevens de voortgang te bewaken. Naast de betrokken partijen uit het veld
neemt ook een ambtelijke vertegenwoordiging vanuit VWS respectievelijk vanuit
SZW deel.
Centraal staat het praktisch en doelgericht werken aan het ondersteunen
van een aantal aktiepunten op basis van het plan van aanpak en mijn notitie.
Waar knelpunten worden gesignaleerd, moet het platform zoeken naar concrete
oplossingen. Het is niet de bedoeling dat binnen het platform de bredere context
cq. het onderwerp budgettaire krapte, en dergelijke aan de orde komt.
Tijdsduur:
Het platform zou in deze vorm en opzet maximaal een jaar moeten bestaan.
Uiterlijk binnen een jaar moeten de aktiepunten uit het plan van aanpak zijn
uitgewerkt, moeten er afspraken zijn gemaakt met de partijen die een bijdrage
leveren, dienen de begrotingen en de financiering rond te zijn en moet de
uitvoering zijn begonnen.
Werkwijze:
Afstemmen omtrent het uitwerken van aktiepunten. De uitwerking gebeurt
door informele werkgroepen vanuit enkele partijen die het meest betrokken
zijn. De uitwerking omvat o.a. het opstellen van duidelijke wederzijdse afspraken
en het maken van een onderbouwde begrotingen. Na accordering door het platform
moet dit leiden tot duidelijke afspraken tussen enerzijds de desbetreffende
partijen en anderzijds het Ministerie van VWS en SZW en eventueel andere betrokken
departementen.
Samenstelling:
– Een vertegenwoordiging van alle partijen uit het veld die het
plan van aanpak hebben onderschreven.
– Een ambtelijke vertegenwoordiging van VWS en van SZW.
– Een lid van de wachtlijstbrigade.
Vervolg:
Als de uitvoering van alle aktiepunten is begonnen, worden afspraken gemaakt
hoe de voortgang daarvan kan worden bewaakt. Zoveel mogelijk wordt dat ondergebracht
binnen de reeds bestaande structuren. In aanvulling daarop kunnen afspraken
worden gemaakt in welk verband bewaking van de algehele voortgang plaatsvindt.
Ook zal binnen het platform de begroting worden opgesteld zoals in bovenvermelde
motie wordt voorgesteld.
Vervolgens werd in het plenair debat gevraagd of ziektekostenverzekeraar
Géové bij zijn wachtlijstbemiddeling mogelijk een extra financiële
tegemoetkoming hanteert, dit in het licht van de garantie die Géové
aan zijn verzekerden biedt dat zij binnen drie weken worden behandeld. Mij
zijn geen nieuwe feiten gebleken ten opzichte van hetgeen ik de Kamer heb
gemeld in antwoorden op schriftelijke vragen over de advertentiecampagne van
deze verzekeraar (Kamerstukken II 1996 – 1997, Aanhangsel, 1530). De
strekking hiervan is, dat deze verzekeraar de garantie van hulp binnen drie
weken kan bieden door de mogelijkheid op basis van de desbetreffende particuliere
polis uit te wijken naar hulp door privéklinieken respectievelijk behandeling
in het buitenland. Deze uitwijkmogelijkheid hanteert de verzekeraar wanneer
wachtlijstbemiddeling binnen Nederland niet succesvol is, een vorm van bemiddeling
waarmee deze verzekeraar niet afwijkt van hetgeen andere zorgverzekeraars,
waaronder ziekenfondsen, ondernemen. Overigens merk ik op dat de Commissie
Toezicht Uitvoeringsorganisatie niet toeziet op particuliere ziektekostenverzekeraars.
Tenslotte meld ik u dat ik de interim-rapportage van het NZi betreffende
het project «Wachttijden in de gezondheidszorg» deze zomer verwacht.
De Kamer zal te zijner tijd hierover worden bericht.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers