25 169
Wijziging van de grens tussen de gemeenten Elst en Nijmegen

nr. 5
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 16 mei 1997

Het verheugt mij dat de commissie, onder voorbehoud van een tijdige beantwoording door de regering, de openbare behandeling na één schriftelijke ronde voldoende voorbereid acht. Gelet op de te betrachten spoed met het onderhavige voorstel is dit zeer welkom. Ik ben overigens verheugd over de brede steun die het wetsvoorstel kennelijk geniet.

De leden van de fractie van het CDA vroegen of naar mijn mening ook voldoende open overleg heeft plaats gevonden over deze grenswijziging, omdat hen over het tegendeel signalen hadden bereikt.

In de onderhavige herindelingsprocedure is een open overleg als bedoeld in de Wet algemene regels herindeling (Wet arhi) niet aan de orde. De gemeentebesturen van Elst en Nijmegen hebben namelijk over de voorgestelde grenswijziging overeenstemming bereikt. De raden van die gemeenten hebben hiertoe krachtens artikel 284, onder b, van de Gemeentewet bij gelijkluidend besluit de ontwerp-regeling tot gemeentelijke herindeling van Lent vastgesteld. Daaraan is een zorgvuldige procedure voorafgegaan. Ik kom daar verderop in deze nota op terug. Gedeputeerde staten van Gelderland hebben de genoemde regeling conform artikel 3, tweede lid, van de Wet arhi goedgekeurd en aan mij toegezonden. Ik heb het voorstel van de beide gemeenten overgenomen in het onderhavige wetsvoorstel.

De leden van de fracties van het CDA en het GPV hebben vragen gesteld over de verkiezingen in Elst. De leden van de fractie van het CDA vroegen of het voorstel tot herindeling van de Over-Betuwe op korte termijn aan de kamer ter beoordeling kan worden voorgelegd. Zij vroegen of dat ertoe zou kunnen leiden dat Elst dan mogelijk wederom wordt geconfronteerd met nieuwe gemeenteraadsverkiezingen binnen een kort tijdsbestek en of ik dit wenselijk vind.

De leden van de fractie van het GPV vroegen wanneer de volgende verkiezingen in de Over-Betuwe – en dus in Elst – worden verwacht als gevolg van de voorgenomen herindeling in dit gebied. Zij vroegen of ervan mag worden uitgegaan dat dit niet eerder dan eind 1999 het geval zal zijn.

De ontwerp-regeling tot gemeentelijke herindeling van de Over-Betuwe zal naar verwachting in september/oktober van dit jaar worden vastgesteld door provinciale staten. Dit betekent dat eerst in het voorjaar van 1998 een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer kan worden ingediend. Door de kamerverkiezingen zal de behandeling van dat wetsvoorstel waarschijnlijk vertraging oplopen. Gevolg hiervan zal zijn dat een eventuele herindeling van de Over-Betuwe niet eerder dan 1 januari 2000 kan ingaan. De herindelingsverkiezingen zullen dan eind 1999 gehouden worden. Indien de onderhavige herindeling per 1 januari 1998 ingaat, betekent dit dat Elst niet op korte termijn wederom te maken krijgt met gemeenteraadsverkiezingen.

De leden van de fractie van de VVD vroegen of er door de zogenaamde Waalsprong voor de komende 20 à 25 jaar voldoende ruimte voor de gemeente Nijmegen beschikbaar komt voor woningbouw en bedrijventerreinen. Zij vroegen of de regering kan bevestigen dat de komende 20 à 25 jaar geen verdere gebiedsuitbreiding van de gemeente Nijmegen aan de Lent-zijde van de Waal te verwachten is.

Tot het jaar 2015 kan Nijmegen zelf in het gebied van de Waalsprong woningbouw en bedrijfsterreinaanleg realiseren. Na 2015 zijn er op het grondgebied van Nijmegen nauwelijks nieuwe locaties voor wonen en werken beschikbaar. In welke mate na dat jaar nieuwe locaties noodzakelijk zijn, is thans nog niet met zekerheid te zeggen. Mogelijke opties zijn te vinden aan de westzijde van het dorp Oosterhout (gem. Valburg) en in Wijchen.

Volgens dezelfde leden onderschrijft de regering de argumenten voor deze gemeentelijke herindeling die zijn aangedragen door de gemeentebesturen van Elst en Nijmegen. Zij vroegen of daaraan van regeringszijde nog extra argumenten kunnen worden toegevoegd.

Een extra argument voor deze gemeentelijke herindeling is dat die goed past binnen het beleidskader gemeentelijke herindeling. Qua ruimtelijke mogelijkheden zit de centrumgemeente Nijmegen aan haar grenzen. Door de gemeentelijke herindeling van Lent wordt die gemeente voldoende mogelijkheden geboden om voor een langere periode te bouwen op eigen grondgebied. De lokale regiefunctie voor een aaneengesloten en een aaneen te sluiten stedelijk gebied komt bij één gemeentebestuur.

De leden van de fractie van de VVD vroegen voorts of de gemeente Elst wel voldoende bestuurskracht behoudt om zelfstandig voort te bestaan.

Door de overgang van Lent van Elst naar Nijmegen zal het inwonertal van Elst tijdelijk dalen. Tijdelijk omdat Elst in het bestemmingsplan Westeraam de mogelijkheid heeft gekregen om nog dit jaar te starten met de bouw van 2500 woningen. Na realisering hiervan zal het inwonertal van Elst weer op het oude peil terug zijn. Elst heeft derhalve voldoende planologische ruimte gekregen om het inwonertal, respectievelijk het voorzieningenniveau te handhaven c.q. binnen afzienbare tijd op het huidige niveau te brengen. Bovendien zal in de tussenliggende periode Elst door Nijmegen financieel worden gecompenseerd voor de tijdelijke terugval. Daarnaast is Elst betrokken bij de herindeling van de Over-Betuwe. Indien die procedure volgens verwachting wordt afgerond, zal Elst voor de toekomst zeker voldoende bestuurskracht houden. In het provinciale herindelingsplan wordt voorgesteld de gemeenten Elst, Heteren en Valburg samen te voegen tot een nieuwe gemeente.

Dezelfde leden stelden voorts enkele vragen met betrekking tot de zorgvuldigheid van de procedure. Ik beantwoord deze vragen als volgt.

Het voornemen om tot herindeling van Lent over te gaan is in de regionale media gepubliceerd. Op 24 april 1996 heeft een informatie-/inspraakavond plaatsgevonden waarvoor alle betrokkenen (inwoners/ondernemers van Lent) persoonlijk zijn uitgenodigd. Uit het verslag van de bijeenkomst blijkt dat de avond een tweeledig doel had, namelijk informeren en de mogelijkheid geven tot inspraak (zie de bijlagen bij de ontwerp-regeling). Die handelwijze is overigens niet voorgeschreven in de Wet arhi.

De concept-raadsbesluiten zijn gedurende de periode van 10 april 1996 tot 22 mei 1996 ter inzage gelegd. Publicatie van de termijn waarbinnen schriftelijke bedenkingen kenbaar konden worden gemaakt, heeft plaats gehad in de regionale media.

Gelet op het feit dat ik geen reden had om te twijfelen of de door de gemeentebesturen verstrekte informatie dat er geen bezwaar zou zijn gemaakt, op waarheid berust, heb ik die niet geverifieerd.

Hoewel de Wet arhi geen procedureregels bevat voor ontwerp-regelingen die door gemeenteraden worden vastgesteld, hebben de gemeentebesturen van Elst en Nijmegen op eigen initiatief een afzonderlijke inspraakronde gehouden. Die besturen hebben het voornemen tot gemeentelijke herindeling van Lent openbaar gemaakt en aan belanghebbenden de mogelijkheid geboden om hun standpunt daarover kenbaar te maken. Ik ben van mening dat in het onderhavige geval een zeer zorgvuldige procedure is gevoerd.

In antwoord op de vraag van de leden van de fractie van de VVD of Nijmegen zal kunnen voldoen aan de verplichting die is aangegaan om de gemeente Elst een eenmalige afkoopsom te betalen, merk ik het volgende op. Alleen al uit het bestaan van de afspraak mag worden afgeleid dat Elst erop mag rekenen het afgesproken geldbedrag te ontvangen van Nijmegen. Ik heb daarnaast, welhaast ten overvloede, informatie ingewonnen bij de gemeente Nijmegen. Daarbij is mij gebleken dat er geen enkele aanleiding is te twijfelen aan betaling van de afgesproken som door Nijmegen. Het betreft een afspraak tussen de gemeenten Nijmegen en Elst. Het kabinet is bij deze afspraak niet betrokken geweest en heeft zich dan ook op geen enkele wijze aan de afspraak gecommitteerd. Er is bij eerdere herindelingen ook nooit sprake geweest van enige committering van de zijde van het kabinet aan tussen gemeenten onderling afgesproken afkoopsommen of andere afspraken. Ik hoop met dit antwoord ook in te zijn gegaan op de vraag van de leden van de fractie van D66 om enige nadere informatie te ontvangen over de bedoelde afkoopsom.

Dezelfde leden stelden ook enkele vragen over de «welkomstpremie».

De hoogte van de welkomstpremie wordt als volgt bepaald. De gemeente Nijmegen stelt vast welk verschil er bestaat tussen de lokale lastendruk (OZB, reinigingsheffingen en rioolheffingen) van Elst en Nijmegen per OZB-waarde-eenheid van f 5000. Het verschil in lastendruk tussen de nieuwe situatie (deel van Nijmegen) en de oude situatie (deel van Elst) voor de onroerende zaken die zijn gelegen op het gebied van Lent wordt «gecompenseerd»: eerste jaar 100%, tweede jaar 80%, enz., vijfde en laatste jaar 20%. Het gecumuleerde bedrag over deze jaren wordt uit praktische overwegingen in het eerste jaar in één keer betaald. Deze methodiek is ook gevolgd bij de welkomstpremie die is verstrekt bij eerdere grenswijzigingen die in het kader van de Waalsprong zijn geëffectueerd. Het ging daarbij om de grenscorrecties tussen Nijmegen en Bemmel en Valburg. De gemeente Nijmegen heeft mij gemeld dat het bij de welkomstpremie die behoort bij de toevoeging van Lent aan Nijmegen, gaat om een bedrag van totaal circa f 1,8 miljoen. Ook hier geldt dat ik geen enkele aanleiding heb eraan te twijfelen dat Nijmegen deze premie zal verstrekken. Het kabinet heeft zich, net als bij de afkoopsom, op geen enkele wijze gecommitteerd aan de welkomstpremie.

Wellicht ten overvloede benadruk ik dat de vorengenoemde financiële afspraken volledig op vrijwillige basis tussen de betrokken gemeenten tot stand zijn gekomen.

De leden van de fractie van D66 vroegen of niet is overwogen bij de diverse grenscorrecties de gehele A15 en het klaverblad in één gemeente te laten of te leggen.

Het deel van de A15 (thans A325) dat in Lent is gesitueerd en betrokken is bij de onderhavige wijziging van de gemeentelijke indeling zal een zogenaamde stedelijke autoweg worden. Dit deel van de A325 komt in zijn geheel te liggen op Nijmeegs grondgebied. Daar waar sprake is van onduidelijk en/of onlogisch grensbeloop bij het klaverblad en het overige deel van de A325 zal dan bij de komende herindeling van de Over-Betuwe kunnen worden meegenomen.

Dezelfde leden vroegen enig inzicht te bieden in het effect van de onderhavige grenswijziging op de hoogte van de algemene uitkering voor de gemeente Elst.

De grenswijziging zal effect hebben voor vele maatstaven van de algemene uitkering. Ik noem, zonder uitputtend te zijn, de volgende: aantal inwoners, aantal jongeren, aantal woningen, aantal hectaren land en binnenwater, de negatieve inkomstenmaatstaf (de OZB-maatstaf), het aantal laag inkomenstrekkers, het aantal bijstandsgerechtigden, het aantal uitkeringsgerechtigden, klantenpotentieel lokaal en klantenpotentieel regionaal.

Ik ben bij gebrek aan gedetailleerde informatie over de veranderingen in de aantallen eenheden op korte termijn niet in staat een raming te maken van het totale effect op de algemene uitkering van het Gemeentefonds. De gemeente zal na de «afslanking» door de grenswijziging uiteraard een lagere algemene uitkering ontvangen. Daar staat tegenover dat minder inwoners, minder woningen, etc. ook zullen leiden tot lagere uitgaven. Het verdeelstelsel van het Gemeentefonds is van dien aard dat ik er niet aan twijfel dat de gemeente Elst, ook na de herindeling, financieel levensvatbaar is. De tussen Nijmegen en Elst afgesproken afkoopsom draagt daaraan bij. Uit informatie van de gemeente Elst is mij overigens gebleken dat de gemeente er zich bij haar begrotingsvoorbereiding 1998 zeer wel van bewust is dat de inkomsten terug zullen lopen. Bij de begrotingsvoorbereiding 1998 wordt daarmee dan ook terdege rekening gehouden.

De leden van de fractie van het GPV wezen erop dat de besluitvorming tot nu toe niet volgens de normale publiekrechtelijke regels heeft plaatsgevonden. Er is vooruitgelopen op de wijziging van het streekplan terwijl de uitvoering van het VINEX-beleid is geregeld bij convenant. Zij vroegen of dit een voldoende basis is voor een aanpassing van gemeentegrenzen.

De keuze voor de Waalsprong is vastgesteld bij de Ontwikkelingsvisie voor het Knooppunt Arnhem-Nijmegen (KAN). Deze Ontwikkelingsvisie is vastgesteld bij besluit van provinciale staten van oktober 1993 (status is vergelijkbaar met streekplan). Deze visie is in nauw overleg met de betrokken overheden tot stand gekomen en aan uitgebreide inspraak onderworpen geweest. Als zodanig is zij het democratisch gelegitimeerd basisdocument voor de verdere knooppuntontwikkeling. Op basis hiervan zijn de uitvoeringsconvenanten met het Rijk gesloten. De ontwikkelingsvisies zijn bevestigd in het huidige streekplan (vastgesteld in september 1996). Dit is echter niet de enige basis. Alle betrokken gemeenten in het onderhavige gebied kunnen zich verenigen met de Waalsprong. Zo hebben reeds grenswijzigingen op vrijwillige basis tussen die gemeenten plaatsgevonden. Ook dit wetsvoorstel tot gemeentelijke herindeling van Lent is gedaan nadat Elst en Nijmegen hierover overeenstemming hadden bereikt.

Dezelfde leden vroegen welke lessen zijn getrokken uit de ervaringen met de Rijnsprong.

De ervaring heeft geleerd dat de Waalsprong alleen succesvol kan zijn met een voldoende aantal woningen en daarbij passende voorzieningen en goede verbindingen met het centrum van Nijmegen. De Waalsprong zal in tegenstelling tot de geleidelijke ontwikkeling in Arnhem-zuid (sprong over de Rijn) een ontwikkeling ineens zijn. Bovendien ligt dat gebied gunstig ten opzichte van het centrum van Nijmegen. Overigens gaat de vergelijking met Arnhem niet helemaal op. In Arnhem was sprake van een geleidelijke ontwikkeling, onderbroken door de oorlogsjaren, en met decennia lang de nadruk op de woonfunctie.

De leden van de fractie van het GPV vroegen voorts welke garanties er bestaan dat Nijmegen-Noord vanaf het begin een goede ontsluiting krijgt naar het centrum van de gemeente.

In de voor de Waalsprong ontwikkelde plannen wordt uitvoerig aandacht besteed aan de vervoersrelaties met het centrum en de daarbij in te zetten maatregelen voor het openbaar vervoer en het langzame verkeer. Daarbij kan gedacht worden aan de realisering van een voorstadshalte in Lent als onderdeel van een te ontwikkelen agglorailnet/light-railsysteem, doorstromingsmaatregelen voor het busvervoer, ombouw van de A325 tot stedelijke autoweg inclusief een op te richten transferium, en extra rivierkruisende voorzieningen voor het langzame verkeer, zoals fietsverbindingen en een hoogwaardige kabeltramverbinding.

Dezelfde leden vroegen of de Waalsprong het doortrekken van de A73 niet onvermijdelijk maakt.

De doortrekking van de A73 over de Waal zal een bijdrage leveren aan de externe ontsluiting van het gebied van de Waalsprong, maar heeft vooral een belangrijke betekenis op regionaal en nationaal niveau. De verbinding is een schakel in zowel de noord-zuid, als oost-west lopende transportassen. Tevens betekent deze verbinding een wezenlijke ontsluiting van het gehele Multimodaal Transport Centrum in het KAN.

De leden van de fractie van het GPV vroegen welke gevolgen de grootschalige woningbouw in Nijmegen-Noord zal hebben voor de woningbouw in de andere gemeenten rond Nijmegen.

De woningbouw in Nijmegen-Noord zal geen gevolgen hebben voor de andere gemeenten rond Nijmegen. Het grootste deel van die gemeenten is betrokken bij de woningbouwtaakstellingen volgens het met het Rijk en de provincie gesloten uitvoeringsconvenant. Slechts enkele gemeenten hebben om redenen van restrictief beleid, natuurbeleid of perifere ligging geen extra taakstelling.

Dezelfde leden vroegen tenslotte of de glascultuur ook op termijn in de naaste omgeving zal kunnen blijven bestaan.

Vanwege de Waalsprong zal een groot deel van de rond Lent geconcentreerde glastuinbouw worden verplaatst. Ten behoeve van de te verplaatsen bedrijven en verdere ontwikkeling van de glastuinbouw in de Over-Betuwe worden specifiek voor de glastuinbouw ingerichte en bestemde terreinen ontwikkeld. Zo wordt een grootschalig nieuw glastuinbouwcomplex ontwikkeld rond de veiling bij Huissen-Bemmel. Verder zijn er mogelijkheden voor glastuinbouwontwikkeling ten noorden van de kern Oosterhout op een terrein van ongeveer 50 ha.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

A. G. M. van de Vondervoort

Naar boven