25 158
Wijziging van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 en van enkele andere wetten in verband met herziening van de tariefstructuur voor vrachtauto's

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 7 maart 1997

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A. ARTIKEL I wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel K komt het eerste lid van artikel 25a te luiden:

1. Voor een vrachtauto bedraagt de belasting over een tijdvak van drie maanden f 171,50, vermeerderd met f 11,50 per 1000 kg toegestane maximum massa boven 11 000 kg, doch ten hoogste f 505.

Voorts wordt in het tweede lid van dit artikel het zinsdeel «kunnen de in het eerste lid genoemde bedragen van f 215 en f 505» vervangen door: kunnen de in dit artikel genoemde bedragen van f 171,50 en f 505.

b. Onderdeel N, vijfde lid, komt te luiden:

5. In het eerste lid wordt in het tot h geletterde onderdeel f «paardesport» vervangen door: paardensport.

c. Onderdeel O komt te luiden:

O. In artikel 31 wordt «electromotor» vervangen door: elektromotor.

d. In onderdeel U wordt aan artikel 37a, onder aanduiding van het enige lid in eerste lid, een tweede lid toegevoegd, luidende:

2. Voor de toepassing van dit hoofdstuk kan de inspecteur op verzoek onder houder tevens verstaan een eenheid als bedoeld in artikel 15 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 of als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968.

Voorts wordt in artikel 37c, eerste lid, onder b, de zinsnede «worden samengesteld tot een bedrag dat vervolgens wordt verminderd met f 40 voor elke 1 000 kg» vervangen door: worden samengeteld tot een bedrag dat vervolgens wordt verminderd met f 46 voor elke 1 000 kg.

e. Onderdeel AE wordt vervangen door:

AE. Artikel 51 vervalt.

AEA. Artikel 51a vervalt.

B. Na ARTIKEL VI wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIA. In ARTIKEL VI, onderdeel B, van het belastingplan 1997 wordt «In artikel 70, vijfde lid, onderdeel d» vervangen door: In artikel 70, vijfde lid.

C. ARTIKEL VII, eerste lid, komt te luiden:

1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, met uitzondering van ARTIKEL I, onderdelen P en AE, die in werking treden met ingang van 1 januari 1998 en vanARTIKEL VIA, dat in werking treedt met ingang van 1 juli 1997. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 juli 1997, treedt ARTIKEL VI in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wordt geplaatst, en werkt terug tot 1 juli 1997.

Toelichting

De wijziging van de bedragen in de artikelen 25a en 37c, eerste lid, onder b (onderdeel A, onder a en d, van deze nota van wijziging) betreffen de aanpassing van de tarieven aan het belastingplan 1997.

In onderdeel A, onder b en c, van deze nota van wijziging worden twee spelfouten hersteld. Ook de vervanging in artikel 37c, eerste lid, onder b, van het woord «samengesteld» door «samengeteld» (onderdeel A, onder d, van deze nota) betreft het herstel van een spelfout. In onderdeel B wordt een redactionele fout in het belastingplan 1997 hersteld.

In artikel 37a (onderdeel A, onder d) wordt voor de bedrijfsvoertuigenparkregeling de mogelijkheid geopend dat de fiscale eenheid zoals die bestaat in de sfeer van de vennootschapsbelasting (artikel 15 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969) en de eenheid zoals wordt gehanteerd in de omzetbelasting (artikel 7, vierde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968) in de plaats treedt van de verschillende houders die deel uitmaken van die eenheid, mits de gezamenlijke houders hierom verzoeken.

Hiermee wordt het mogelijk om flexibel om te gaan met deze regeling. In situaties waarin bijvoorbeeld sprake is van een concern waarvan het gehele wagenpark juridisch in een aparte vennootschap is ondergebracht, terwijl als houder in het kentekenregister telkens de afzonderlijke werkmaatschappijen die de vrachtauto's en aanhangwagens dagelijks in gebruik hebben, staan geregistreerd, kan het van belang zijn dat onderling gecombineerde bedrijfsvoertuigenparken worden gevormd.

Zoals ik reeds in paragraaf 5.2 van de memorie van toelichting had aangekondigd, heb ik de bedrijfsvoertuigenparkregeling bezien op de mogelijkheden van verruiming. De voorgestelde wijziging is hiervan het resultaat. De faciliteit is opgenomen na overleg met en op uitdrukkelijk verzoek van de branche-organisaties.

In onderdeel C wordt de inwerkingtreding van het vervallen van de artikelen 32 en 51 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 bepaald op 1 januari 1998. Het vervallen van deze artikelen leidt ertoe dat de belasting die in één keer over vier tijdvakken is betaald voor een motorrijtuig waarvoor een kwart of half jaartarief geldt, bij wisseling of einde van het houderschap evenredig wordt toegerekend aan het hele jaar in plaats van aan het eerste tijdvak, onderscheidenlijk de eerste twee tijdvakken.

Deze wijziging vergt een omvangrijke aanpassing van het automatiseringssysteem in Apeldoorn, welke niet voor 1 januari 1998 gereed kan zijn. De inwerkingtreding is derhalve op die datum gesteld.

Omdat in het oorspronkelijke onderdeel AE van artikel I ook het vervallen van artikel 51a was opgenomen (het daarin geregelde tarief voor de rijdende winkels is verplaatst naar artikel 25b), hetgeen wel volgens de oorspronkelijke planning in werking kan treden, is hiervoor een afzonderlijk onderdeel AEA gecreëerd (onderdeel A, onder d, van deze nota).

Tevens wordt in dit onderdeel de inwerkingtreding geregeld van het herstel van de redactionele fout in artikel VI, onderdeel B, van het belastingplan 1997.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Naar boven