Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 november 2019
Tijdens het AO Brandweer van 17 oktober jl. heb ik, naar aanleiding van een vraag
van het lid Van der Graaf (CU), toegezegd uw Kamer voor het AO Nationale Veiligheid
en Crisisbeheersing te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de communicatiesystemen
van de hulpdiensten in de grensregio’s. Met deze brief kom ik tegemoet aan die toezegging.
In mijn brief van 3 juli 20181, waarnaar mevrouw Van der Graaf in haar vraagstelling reeds verwees, heb ik uitgelegd
dat het gaat om twee verschillende situaties om met de huidige TETRA technologie2 grensoverschrijdend te kunnen communiceren: binnen en buiten een straal van 10 km
over de grens.
Binnen 10 km over de grens: er is dan nog bereik van het eigen netwerk.
De operationele behoefte bestaat om te kunnen communiceren met beide netwerken, zodat
hulpverleners en meldkamers over en weer zowel op het eigen grondgebied als aan de
andere kant van de grens kunnen communiceren. De technische oplossing hiervoor is
dat een aantal gespreksgroepen over en weer op elkaars systeem worden aangemaakt.
Dit is met zowel België als Duitsland technisch reeds geïmplementeerd (benaming respectievelijk
KTS en EUCOM).
Meer dan 10 km over de grens: de verbinding met het eigen netwerk kan uitvallen.
Hiervoor bestaat een structurele technische oplossing (ISI geheten); een interface
die twee individuele TETRA netwerken aan elkaar koppelt zodat roaming mogelijk is.
Deze oplossing kan aan Nederlandse zijde niet eerder worden ingevoerd dan na de vernieuwing
van het spraaknetwerk van C2000. Na de migratie die, zoals ik in mijn brief van 10 oktober
jl. aan Uw Kamer heb gemeld3 is voorzien voor het eerste kwartaal van 2020, zal ik deze mogelijkheid laten onderzoeken
op zijn technische en financiële implicaties.
In de tussenliggende tijd is er een praktische tussenoplossing mogelijk: de zogeheten
semi-roaming oplossing. Dit houdt in het kruislings geschikt maken van een aantal portofoons en
mobilofoons voor elkaars netwerk.
-
• Met België is deze oplossing inmiddels geïmplementeerd per 1 juli 2019: de nationale
politie en de Belgische Federale politie zijn overeengekomen om van beide landen 500
stuks apparatuur kruislings geschikt te maken. De geldigheid van deze overeenkomst
is 2 jaar. Gedurende de looptijd zal worden bekeken of eventuele uitbreiding noodzakelijk
is.
-
• Met Duitsland lopen de gesprekken hierover nog. Op operationeel niveau bestaat bij
de Duitse politie en de andere disciplines wel de behoefte aan semi-roaming en op deelstaat-niveau lijkt hier steun voor maar op federaal niveau worden tot dusver
andere keuzes gemaakt. Zoals gezegd lopen de gesprekken hierover met de Duitse collega’s
nog en zal ik aandacht blijven vragen voor dit onderwerp.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus