Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 september 2010
Op vrijdag 10 september jl. bracht RTL Nieuws het bericht dat mijn ministerie zou zoeken naar een nieuw systeem voor de mobiele
communicatie van politie, brandweer, ambulances en de Koninklijke Marechaussee, als vervanging voor het huidige systeem C2000.
Later dezelfde dag meldde RTL Nieuws dat het zou gaan om een nieuw systeem als noodzakelijke aanvulling op C2000. Beide berichten zijn onjuist. Graag informeer ik u over de werkelijke stand van zaken.
De gezamenlijke vakorganisaties in de brandweersector hebben de aandacht gevraagd van de Arbeidsinspectie voor de problemen
met hun communicatiemiddelen, de portofoons.
Al langer is bekend dat soms technische problemen kunnen optreden als brandweerlieden in gebouwen communiceren met digitale
portofoons. Deze portofoons staan dan in de zogenaamde DMO-stand (Direct Mode of Operation). Dat wil zeggen dat de brandweerlieden
niet via de zendmasten van het C2000-netwerk communiceren, maar rechtstreeks met elkaar van portofoon naar portofoon.
Uit recent onderzoek in opdracht van BZK is duidelijk geworden waar de problemen zitten en welke oplossingen mogelijk zijn.
De oplossing zit hem onder andere in het verbeteren van de opleidingen, het beheer en in technische verbeteringen van de portofoons.
In overleg met het veld en de leveranciers wordt nu gewerkt aan verbetering van de werking van de randapparatuur. Overigens
doen de geconstateerde problemen zich niet voor bij de nieuwe generatie randapparatuur. Het ministerie van BZK zal dit nogmaals
onder de aandacht van de regio’s brengen.
Het communicatiesysteem C2000 staat hierbij niet ter discussie. Tijdens een hoorzitting in november 2009 van de Tweede Kamer
hebben alle partijen hun vertrouwen in C2000 uitgesproken. Maar de techniek staat nooit stil. Binnen de BZK-begroting is er
een klein budget voor onderzoek naar mogelijke praktisch toepasbare technologische vernieuwingen op het terrein van veiligheid
(politie, brandweer, rampenbestrijding). In dat kader is mijn ministerie een aanbestedingsprocedure gestart. Gevraagd wordt
een onderzoek uit te voeren en een werkend demonstratiemodel te leveren als een alternatief voor de huidige portofooncommunicatie
in grote kantoorpanden, scheepsruimten, fabriekshallen, tunnels en parkeergarages.
Daarmee geef ik invulling aan mijn verantwoordelijkheid om ook oog te hebben voor – eventuele – nieuwe technologische ontwikkelingen
op het terrein van digitale radiocommunicatie. Het moet dan wel gaan om kansrijke, praktisch toepasbare technieken die een
alternatief zijn voor de nu gebruikte portofoontechnologie. Daarom is in de aanbesteding de eis gesteld dat een onderzoek
naar een alternatief die niet gebaseerd is op de C2000-technologie (de Tetra-standaard), voor de huidige portofoon binnen
een jaar een bruikbaar demonstratiemodel moet opleveren. Kennis van C2000- en Tetra-technologie en toekomstige mogelijkheden
daarvan heeft mijn ministerie immers zelf al.
Het aanbesteden van het onderzoek staat geheel los van verbeteringen die op kortere termijn al haalbaar zijn in de werking
van C2000-portofoons in DMO-stand zoals ik hiervoor al meldde. De veiligheidsregio’s werken daar samen met mijn ministerie
al aan. De nieuwste generatie C2000-portofoons vertoont veel betere prestaties in gebouwen dan oudere generaties portofoons. Uiteindelijk blijft zowel de aanschaf
van randapparatuur als het opleiden en trainen van gebruikers een verantwoordelijkheid (ook financieel) van de besturen van
de veiligheidsregio’s. Ik ondersteun en stimuleer de veiligheidsregio’s daarbij.
Voor mij staat de veiligheid van hulpverleners in hun werk voorop, met in het verlengde daarvan de veiligheid van het publiek.
Ik zal er alles aan doen om de communicatie-instrumenten voor de hulpverleningsdiensten steeds te verbeteren, binnen de technologische
en financiële mogelijkheden. De wetenschap dat de bij C2000 gebruikte technologie (tetra) op dit moment wereldwijd in 106
landen met name voor de hulpverleningsdiensten wordt gebruikt, ondersteunt mij daarbij. Ik ben dus geen zins op zoek naar
een nieuw systeem en heb alle vertrouwen in C2000 als systeem. Er zijn zeker verbeteringen mogelijk maar daar wordt op dit
moment door alle betrokken hard aan gewerkt.
Destijds was C2000 aangemerkt als «groot project», waarover de verantwoordelijk minister of staatssecretaris met regelmaat
de Tweede Kamer rapporteerde. Die status heeft C2000 niet meer. Maar over bijzondere ontwikkelingen rond C2000 zal ik de Tweede
Kamer steeds informeren zodra daar aanleiding voor is.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten