Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juni 2020
Met mijn brieven aan uw Kamer van 28 januari, 14 februari, 2 maart en 9 april jl.
heb ik u op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen rond het nieuwe spraaknetwerk
C2000 dat op 28 januari jl. in gebruik genomen is.1 Uw Kamer heeft mij verzocht om in aanvulling op het schriftelijk overleg Nationale
Veiligheid (Kamerstuk 29 628, nr. 947) en de schriftelijke vragen gesteld door het lid Kuiken (Aanhangsel Handelingen II
2019/20, nr. 3044) verder in te gaan op de huidige stand van zaken rond het vernieuwde netwerk.
Zoals ik u in mijn brief van 9 april jl. heb gemeld, is het beeld dat bij de brandweer,
de ambulancezorg en Defensie sinds de migratie naar het nieuwe spraaknetwerk over
het algemeen goed gewerkt kan worden met het nieuwe spraaknetwerk. Bij de politie
was het beeld over de kwaliteit van het nieuwe netwerk echter nog niet positief genoeg.
Aan de oproep om klachten te blijven melden is goed gehoor gegeven. Mede op basis
daarvan zijn en worden er regelmatig belangrijke landelijke updates in het netwerk
doorgevoerd. Het beeld dat ik daarover schetste is consistent: de meeste problemen
zijn opgelost en het aantal klachten is sterk gedaald. Waar nog aan gewerkt wordt
is restproblematiek met betrekking tot de verbindingen, en de focus van het nazorgteam
blijft er dan ook op gericht ook deze resterende problemen zo snel mogelijk op te
lossen.
Om uit te sluiten dat er specifieke problemen met de werking van de noodknop op portofoons
zijn, hebben op een aantal dagen in de maand april bovendien uitgebreide tests plaatsgevonden
om proefondervindelijk het functioneren van de noodknop vast te stellen. 23 van de
666 gedane testoproepen (3,5%) werkten niet zoals verwacht. Na uitgebreide technische
analyse bleek dat er in negen gevallen sprake was geweest van bekende dekkingsproblemen
of onjuiste instellingen op het apparaat. De overige veertien gevallen zijn vrijwel
zeker te verklaren door de hierboven genoemde verbindingsproblemen: als een portofoon
geen verbinding heeft, dan kan een noodoproep ook niet tot stand komen. Uiteraard
neemt het nazorgteam deze testresultaten mee in het oplossen van de verbindingsproblematiek.
Operationele maatregelen
In het licht van de resterende verbindingsproblematiek worden ook gedurende de verlengde
intensieve nazorgfase, die loopt tot 1 juli 2020, door de politie aanvullende operationele
en technische maatregelen getroffen. Daarbij wordt met maatwerk aansluiting gezocht
bij lokale en operationele omstandigheden om zo de veiligheid van burgers en hulpverleners
te kunnen waarborgen. Een onderdeel van deze aanvullende operationele maatregelen
is het breder uitrollen van een Push-To-Talk app binnen de politieorganisatie. Deze
app, die wordt geïnstalleerd op een separate smartphone, verzorgt groepscommunicatie
en maakt hiervoor gebruik van het reguliere datanetwerk om zo als back-up te kunnen
dienen voor het C2000-netwerk. Aan de app wordt een noodknopfunctie toegevoegd om
het gebruik ervan meer in lijn de brengen met dat van het C2000-spraaknetwerk. Opdat
de telefoon daarbij in de zak kan blijven en bij nood snel gehandeld kan worden, wordt
een fysieke knop aangeschaft waarmee die noodknopfunctie bediend kan worden. Op dit
moment wordt door de politie uitgebreid getest welk accessoire daarvoor het meest
geschikt is voor operationeel gebruik.
Brandstichting C2000-infratructuur
Over het in brand steken van C2000-masten informeer ik uw Kamer samen met de staatssecretaris
van Economische Zaken en Klimaat in de antwoorden op drie sets schriftelijke vragen
die tegelijk met deze brief aan uw Kamer zijn verzonden. Ten aanzien van de C2000-masten
herhaal ik hier dat die extra beveiligd zullen worden, hoewel ik vanuit veiligheidsoogpunt
niet in ga op de specifieke beveiligingsmaatregelen. De maatregelen hebben zowel een
preventieve als repressieve werking. Het kost naar verwachting ongeveer drie maanden
om alle masten te beveiligen, waarbij in de eerste plaats wordt gekeken naar de meest
kritieke masten.
Vervolgstappen
Rond het einde van de verlengde intensieve nazorgfase op 1 juli aanstaande zal ik
uw Kamer opnieuw informeren over de stand van zaken rond het vernieuwde netwerk. Op
dit moment wordt er onder andere door TNO gewerkt aan een aantal onafhankelijke onderzoeken
die moeten uitwijzen of er gedurende de verlengde intensieve nazorgfase inderdaad
voldoende voortgang is geboekt. Omdat nagenoeg alle problemen met het netwerk zijn
opgelost wordt vooralsnog volgens planning toegewerkt naar de overdracht van het beheer
aan de Landelijke Meldkamersamenwerking op 1 juli aanstaande.
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus