25 115
Samenvoeging van de gemeenten Weert en Stramproy

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State)

Inhoudsopgave Blz.

1. Inleiding 2

2. Inhoud van het voorstel 3

3. Financiële aspecten 3

4. Inwerkingtreding en verkiezingen 4

5. Stichtings- en opheffingsnormen basisonderwijs 4

6. Wet verplaatsing mestproduktie 4

Bijlage 1: Ontwerpregeling samenvoeging Weert-Stramproy1

Bijlage 2: Goedkeuring van de raadsbesluiten tot vaststelling van de ontwerpregeling tot samenvoeging van de gemeenten Weert en Stramproy1

Bijlage 3: Nota Weert-Stramproy

1. Inleiding

De gemeenten Weert en Stramproy hebben besloten tot een vrijwillig samengaan van beide gemeenten. De ontwerpregeling is door de gemeenteraad van Stramproy vastgesteld op 28 mei 1996 en op 30 mei 1996 door de gemeenteraad van Weert (Bijlage 1). Gedeputeerde staten hebben deze besluiten op 25 juni 1996 goedgekeurd (Bijlage 2).

Het gemeentebestuur van Stramproy heeft een eventuele samenvoeging van Stramproy met één of meer buurgemeenten laten onderzoeken, omdat er reeds enige tijd de vraag leefde of deze gemeente bestuurlijk groot en krachtig genoeg was om nu en in de toekomst een adequaat product te kunnen leveren. De mogelijke samenvoeging Stramproy, Hunsel en Thorn en de mogelijke samenvoeging Stramproy en Weert werd gelegd naast het zelfstandig voortbestaan van deze gemeente.

Naar aanleiding van dit onderzoek besloot de gemeenteraad van Stramproy de samenvoeging met Weert nader te onderzoeken. Dit viel samen met de oriëntatie van Weert op de vernieuwing van de bestuurlijke organisatie. Het Kabinetsstandpunt vernieuwing bestuurlijke organisatie en het standpunt van de provincie Limburg hierover vormt de directe aanleiding. De provincie Limburg constateert voor de korte termijn geen knelpunten voor de gemeente Weert en gaat voor wat betreft de gemeentelijke schaalgrootte uit van eigen verantwoordelijkheid en het eigen initiatief van gemeenten.

Naar de mening van de gemeente Weert echter dient de centrumpositie van Weert, gelet op de ontwikkelingen op de assen Eindhoven-Venlo en Venlo-Roermond en de aangrenzende herindeling in Noord-Brabant, alsmede gelet op de concurrentiepositie van het «Land van Weert» versterkt te worden. De gemeenten Weert en Stramproy besloten tot de instelling van een werkgroep die de perspectieven van een eventuele samenvoeging zou schetsten voor beide gemeenten. De «Nota Weert-Stramproy» van genoemde werkgroep is een belangrijk basisdocument geweest voor de besluitvorming van de beide gemeenten tot vrijwillige samenvoeging (Bijlage 3). In deze nota werden voor- en nadelen van samenvoeging van de beide gemeenten geïnventariseerd. Daarnaast werd veel aandacht gegeven aan mogelijke garanties voor het in stand houden van bepaalde voorzieningen in de huidige gemeente Stramproy.

2. Inhoud van het voorstel

De gemeente Weert (42 000 inwoners) en de gemeente Stramproy (5 100 inwoners) worden samengevoegd tot de nieuwe gemeente Weert die dus ruim 47 000 inwoners zal tellen1. Daarmee wordt een nieuwe gemeente gevormd die voldoende ruimte en mogelijkheden heeft een kwalitatief goed lokaal bestuur uit te oefenen. Ik ondersteun dit initiatief van de beide gemeenten dan ook van harte. De beide gemeenten hebben de besluitvorming naar mijn mening op een gedegen wijze voorbereid.

3. Financiële aspecten

In hoofdstuk 12 van de «Nota Weert-Stramproy» (Bijlage 3), hebben de gemeenten Weert en Stramproy de financiële gevolgen van de samenvoeging in beeld gebracht.

In de nota worden de gevolgen van de herindeling voor de algemene uitkering uit het Gemeentefonds onder het regime van de Financiële-Verhoudingswet 1984 (FVW'84) aangegeven. Wat betreft de gevolgen onder het regime van de nieuwe Financiële-verhoudingswet (nFvw), wordt niet veel meer opgemerkt dan dat de uitkering uit het gemeente-fonds met ingang van 1997 zal worden verdeeld op grond van een nieuw verdeelstelsel dat aanmerkelijk afwijkt van het verdeelstelsel op basis van de FVW'84. Een getalsmatige indicatie van de gevolgen is niet gegeven.

De FVW'84 wordt per 1 januari 1997 ingetrokken. De nFvw treedt per die datum in werking. Ik ga in deze memorie dan ook alleen nog in op de gevolgen van de samenvoeging onder de nFvw.

De samenvoeging per 1 januari 1998 zal met zich brengen dat de algemene uitkering van de nieuwe gemeente Weert structureel geringer zal zijn dan de som van de algemene uitkering aan de gemeenten Stramproy en Weert (oud). Ik raam de vermindering op afgerond f 0,4 miljoen. De vermindering wordt veroorzaakt door het wegvallen van eenmaal het «vaste bedrag» en door een effect dat optreedt bij de maatstaf «schaalfactor uitvoeringskosten bijstandsgerechtigden»1. Daar staat tegenover dat de nieuwe gemeente Weert naar verwachting een besparing op de bestuurskosten kan realiseren van afgerond f 0,3 miljoen2.

Onder het regime van de nFvw is een nieuwe maatstaf geïntroduceerd met behulp waarvan in verband met herindeling tijdelijke ondersteuning wordt gegeven. Deze «gewenningsbijdrage herindeling»3 leidt voor de nieuwe gemeente Weert tot een uitkering van naar raming f 0,3 miljoen

(afgerond) per jaar. De gewenningsbijdrage wordt vijf jaar lang verstrekt (dus naar verwachting voor de jaren 1998 t/m 2002).

Ik zie, mede gelet op de informatie uit de «Nota Weert-Stramproy», geen enkele reden tot zorg over de financiële levensvatbaarheid van de nieuwe gemeente.

Terzijde merk ik nog op dat zowel de gemeente Weert als de gemeente Stramproy naar huidig inzicht behoren tot de gemeenten die van de overgang per 1 januari 1997 op het nieuwe verdeelstelsel een positief herverdeeleffect zullen ondervinden (de zgn. «voordeelgemeenten»). Dit herverdeeleffect staat los van de herindeling.

4. Inwerkingtreding en verkiezingen

Naar verwachting zal deze herindeling op 1 januari 1998 effectief kunnen worden. Overeenkomstig de nadrukkelijke wens van beide gemeenten heeft het college van gedeputeerde staten mij verzocht te bevorderen dat dit de datum van herindeling zal zijn. De wet zal in september 1997 in werking moeten treden om voor de voorbereiding van de herindelingsverkiezingen voldoende tijd te hebben. De tussentijdse raadsverkiezingen zullen dan plaatsvinden in november of december 1997. De reguliere raadsverkiezingen in mei 1998 zullen in dat geval niet doorgaan.

5. Stichtings- en opheffingsnormen basisonderwijs

De nieuwe stichtings- en opheffingsnormen voor basisscholen worden na de datum van herindeling vastgesteld. Een jaar na de datum van herindeling zullen deze normen van kracht worden.

Als er in een gemeente grote verschillen in de leerlingdichtheid voorkomen biedt artikel 11, tweede lid, de mogelijkheid aan de nieuwe gemeente een splitsingsbesluit te nemen. Dit besluit dient binnen drie maanden na de datum van herindeling te worden genomen en binnen 1 maand aan de Minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OC en W) te worden gezonden. Dit splitsingsbesluit dient de instemming te hebben van alle scholen in het gebied. Daarna kan de Minister van OC en W in het gebied met de laagste leerlingdichtheid de opheffingsnorm omlaag bijstellen, waardoor scholen in het desbetreffende gebiedsdeel mogelijk in stand kunnen blijven.

6. Wet verplaatsing mestproduktie

De nieuwe gemeente Weert ligt in het gebied II zoals dat is opgenomen in de bijlage behorende bij de Wet verplaatsing mestprodukie. De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Financiën hebben een voorstel tot wijziging van de Wet verplaatsing mestproduktie ingediend (kamerstukken II, 1995/96, 24 782, nr. 2) waarbij de gebiedsomschrijving de situatie weergeeft op 1 januari 1997. Dit om te voorkomen dat bij toekomstige herindelingen en naamswijzigingen de bijlage bij de Wet verplaatsing mestproduktie telkens moet worden gewijzigd. De op 1 januari 1997 geldende situatie bepaalt ook voor de toekomst de geografische begrenzing van de gebieden. Daarmee heeft de bijlage een statisch karakter gekregen. Omdat deze herindelingswet na 1 januari 1997 in werking zal treden is aanpassing van deze bijlage niet langer nodig.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

A. G. M. van de Vondervoort


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

XNoot
1

Kaart ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

XNoot
1

Maatstaf 9 van bijlage 2 bij de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet (IFvw), zie Stb. 1996, xxx (na 1 oktober in te vullen).

XNoot
2

Één burgemeester en één gemeentesecretaris minder, minder gemeenteraadsleden, minder wethouders.

XNoot
3

Maatstaf 34 van bijlage 2 van de IFvw.

Naar boven