nr. 76
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 mei 2006
Hierbij doe ik u toekomen het convergentieverslag van de Europese Centrale
Bank1 en het convergentieverslag van de Europese
Commissie1 welke zijn opgesteld in overeenstemming
met artikel 121, lid 1, en artikel 122, lid 2, van het Verdrag tot oprichting
van de Europese Gemeenschap.
Op 2 en 16 maart 2006 hebben achtereenvolgens de regeringen van Slovenië
en Litouwen op basis van artikel 122, lid 2 het officiële verzoek tot
intrekken van de derogatie op invoering van de euro ingediend. De verslagen
van ECB en de Commissie behandelen de convergentie van Slovenië en Litouwen
en zijn tevens het beginpunt van de in artikel 122 lid 2, vervatte procedure
die de volgende verdere stappen behelst:
16 mei
De Europese Commissie dient een voorstel voor te bereiden voor die lidstaten
waarvan de derogatie zou moeten worden opgeheven;
31 mei
vaststelling opinie over het voorstel van de Commissie door het Europees
Parlement;
7 juni
Ecofin Raad bespreking mogelijke toetreding Slovenië en Litouwen;
15–16 juni
de Raad in samenstelling van de staatshoofden en regeringsleiders zal
de toetreding bespreken en tenslotte
11 juli
zal de Ecofin Raad, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel
van de Europese Commissie, beslissen welke lidstaten met een derogatie volgens
de criteria van artikel 121, lid 1, aan de noodzakelijke criteria voldoen
om de derogaties van de betrokken lidstaten in te trekken.
De Europese Commissie heeft bijgevoegd voorstel voor een Raadsbeslissing
voorbereid waarin de derogatie op de euro van Slovenië wordt ingetrokken.
De regering zal de Tweede Kamer via de gebruikelijke kanalen (geannoteerde
agenda, voorbereiding Ecofin/ER) vooraf informeren over het in
te nemen standpunt met betrekking tot het intrekken van de derogatie op de
euro voor Slovenië per 1 januari 2007.
De Minister van Financiën,
G. Zalm