25 107
Derde fase EMU

nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 februari 1998

Door uw Kamer zijn onlangs enkele wetsvoorstellen behandeld die verband houden met de ingang van de derde fase van de EMU. Met het voorstel voor de Bankwet 1998 en de voorgestelde wijzigingen van (o.a.) de Wet inzake de wisselkoers van de gulden en de Wet financiële betrekkingen buitenland wordt het wettelijk kader aangepast aan de eisen van de derde fase. In dat kader is eveneens het volgende van belang. In de Europese geldmarkt die met ingang van 1 januari 1999 zal ontstaan, zullen zogenaamde repo-contracten (repurchase agreements) naar verwachting een belangrijke rol spelen. Om elke mogelijke onzekerheid rond de juridische status van dit instrument weg te nemen wordt thans, in overleg met het Ministerie van Justitie, een wetsvoorstel voorbereid. Er wordt naar gestreefd dit wetsvoorstel nog voor de verwachte ingang van de derde fase van de EMU op 1 januari 1999 in werking te laten treden. Ter toelichting het volgende.

Repo-contracten zijn financiële transacties waarbij effecten (doorgaans obligaties) worden verkocht en tegelijkertijd worden teruggekocht, met teruglevering op termijn. Repo-contracten worden door financiële marktpartijen o.a. gebruikt voor het afdekken van handelsposities, het beheersen van debiteurenrisico's en het verhogen van het rendement op effecten. De Staat gebruikt repo's ten behoeve van het kasbeheer en eveneens ter afdekking van debiteurenrisico's. Voor de uitvoering van het monetaire beleid in het kader van het Europees Stelsel van Centrale Banken zullen de nationale centrale banken verplicht zijn zich van zgn. reverse transactions te bedienen. De centrale banken zullen hiervoor gebruik maken van repo-transacties.

De voorgenomen wetgeving is toegespitst op het in artikel 84, derde lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek vastgelegde zgn. fiducia-verbod. Dit verbod houdt in dat een rechtshandeling die ten doel heeft een goed over te dragen tot zekerheid of die de strekking mist het goed na de overdracht in het vermogen van de verkrijger te doen vallen, geen geldige titel van overdracht van dat goed is. Om iedere twijfel over de juridische status van repo-contracten in dit verband weg te nemen, zal een bepaling worden voorgesteld die inhoudt dat repo-contracten niet op grond van artikel 84, derde lid, een ongeldige titel van eigendomsoverdracht opleveren.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven