Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 25098 nr. 44 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 25098 nr. 44 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2006
Inhuldiging democratisch gekozen president in DRC
Op 6 december was ik aanwezig bij de inhuldiging van de eerste president van de Democratische Republiek Congo die in democratische verkiezingen is verkozen. Deze dag werd in Congo als een historische dag gevierd en was voor mij, tezamen met vele hoogwaardigheidsbekleders uit de gehele wereld, aanleiding om in Kinshasa de viering luister bij te zetten. De verkiezingen vormden een langdurig proces dat begon met de registratie van ruim 25 miljoen kiezers en de aanname bij referendum van de nieuwe Congolese Grondwet in december 2005.
De parlementaire en presidentiele verkiezingen zelf werden enkele malen uitgesteld vanwege de enorme logistieke uitdagingen die deze met zich mee brachten. Dit verkiezingsproces (dus vanaf de registratie) heeft tot dusver ongeveer 500 miljoen dollar gekost waarvan de internationale gemeenschap het leeuwendeel heeft opgebracht (Nederland droeg 17 miljoen euro bij), terwijl de VN-vredesmacht MONUC (met de Nederlandse Generaal Cammaert) en de EU-macht EUFOR (met een Nederlands peloton) hielpen de rust te bewaren. Uiteindelijk brachten de Congolezen op waardige wijze hun stem uit in twee rondes op 1 juli en 29 oktober jl. EUFOR bewees zijn nut tijdens de onlusten die ontstonden in Kinshasa op 20 augustus na het bekend worden van de resultaten van de eerste verkiezingsronde en heeft met doortastend optreden erger kunnen voorkomen. Na de tweede ronde en het bekend worden van de definitieve uitslag is het betrekkelijk rustig gebleven en lijkt ook de verliezer Jean-Pierre Bemba zich bij de uitslag te hebben neergelegd.
De verkiezingen en de inauguratie van de eerste democratisch gekozen president van de DRC markeren het eind van het transitieproces van de DRC, dat begon met de vredesovereenkomst van 2002. Deze vrede maakte een einde aan de bloedigste oorlog die op het Afrikaanse continent werduitgevochten, waaraan op een gegeven moment negen landen deelnamen en waarbij naar schatting drie miljoen mensen zijn omgekomen.
Internationale Conferentie van de Grote Merenregio
Een jaar later, in 2003, startten de eerste vergaderingen van de Internationale Conferentie van de Grote Merenregio onder auspiciën van de VN en de Afrikaanse Unie. Eind 2003 werd in Geneve de zgn. Group of Friends van de Internationale Conferentie van de Grote Merenregio opgericht. Het mandaat van de Group of Friends was de conferentie politiek, diplomatiek, technisch en financieel te steunen. Nederland en Canada werden door de Secretaris-Generaal van de VN gevraagd om het co-voorzitterschap hiervan op zich te nemen. Nederland heeft deze eervolle taak op zich genomen, omdat een dergelijke rol waarbij diplomatie en ontwikkelingssamenwerking elkaar wederzijds versterken bij uitstek past in het geïntegreerde beleid dat Nederland sinds 2002 in de praktijk brengt in de Grote Merenregio.
Het eerste resultaat van de conferentie was de politieke Verklaring van Dar es Salaam van november 2004 (tijdens het Nederlandse EU-Voorzitterschap) waarbij de elf kernlanden van de conferentie (Angola, Burundi, Centraal Afrikaanse Republiek, Congo-Brazzaville, Democratische Republiek Congo, Kenia, Oeganda, Rwanda, Soedan, Tanzania, Zambia) hun gezamenlijke visie neerlegden op een gedeelde ruimte van vrede, stabiliteit en ontwikkeling. Vervolgens heeft een reeks vergaderingen op technisch, ambtelijk en politiek niveau plaatsgevonden tijdens welke de kernlanden deze visie verder hebben uitgewerkt. Hierbij zijn ook vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, de private sector, vrouwen- en jeugdorganisaties betrokken.
Deze vergaderingen hebben uiteindelijk geresulteerd in het Pact voor Veiligheid, Stabiliteit en Ontwikkeling dat tijdens de top van 14–15 december 2006 in Nairobi plechtig is ondertekend. Met de ondertekening van het Pact, dat bestaat uit twaalf juridisch bindende protocollen en een dertigtal projecten op het gebied van vrede en veiligheid, goed bestuur en democratie, economische ontwikkeling en regionale integratie en humanitaire en sociale aangelegenheden, hebben de kernlanden zich onder meer gecommitteerd nooit meer elkaars landen te zullen binnenvallen of rebellenbewegingen te zullen steunen die tot doel hebben regeringen in elkaars landen ten val te brengen. Tevens hebben de kernlanden tijdens de top afgesproken in Burundi een eigen conferentiesecretariaat op te zetten dat zal worden geleid door de Tanzaniaanse ambassadeur Liberata Mulamula. Dit nieuwe secretariaat zal de implementatie van het pact coördineren. Hiertoe zullen de kernlanden ook een Speciaal Fonds voor Wederopbouw en Ontwikkeling instellen onder de aegis van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank.
Ik was bij de ondertekening van het Pact aanwezig en heb een rede gehouden die u hierbij in bijlage aantreft.1 Daarin heb ik onder meer een bijdrage van 5 miljoen euro aan het Speciaal Fonds voor Wederopbouw en Ontwikkeling toegezegd. Tevens heb ik aangeboden het Regionaal Centrum inzake Kleine Wapens (RECSA) in Nairobi te helpen door de conferentie geïdentificeerde activiteiten uit te voeren. Tenslotte zullen vanaf 2007 diplomaten uit de kernlanden bij het Nederlandse instituut voor internationale betrekkingen Clingendael getraind worden.
Toegenomen stabiliteit in de regio en de rol van de internationale gemeenschap
Er is beslist nog geen reden tot juichen in het Grote Merengebied. Daarvoor is de humanitaire situatie in onder meer grote delen van Oost-Congo, Burundi en het noorden van Oeganda nog steeds te ernstig. Ook is helaas niet uit te sluiten dat de regio weer in een spiraal van conflict terugvalt. Desalniettemin kan worden geconstateerd dat in vergelijking met de situatie in 2002 de stabiliteit in de Grote Merenregio aanzienlijk is toegenomen.
In de DRC is de transitieperiode voltooid. De rede waarmee President Kabila zijn ambt aanvaardde onder het motto van «het speelkwartier is voorbij» en waarin goed bestuur de boventoon voerde, is hoopgevend. In Burundi regeert inmiddels al ruim een jaar – langer dan ooit tevoren – een democratisch gekozen regering. Ten aanzien van het reeds twintig jaar durende conflict met betrekking tot Noord-Oeganda worden vredesbesprekingen gevoerd in Juba. Ook de recente benoeming van de Mozambikaanse oud-President Joachim Chissano tot Speciaal Gezant van de VN voor deze kwestie zie ik als een resultaat van onder meer de Nederlandse inspanningen om dit vreselijke conflict hoger op de internationale agenda te krijgen en het tot een einde te brengen. Van de voortgang in het Grote Merengebied heb ik mij ook op de hoogte kunnen stellen tijdens de vele bilaterale gesprekken die ik voerde en marge van de bijeenkomsten in Kinshasa en Nairobi met onder meer de presidenten van Burundi, de DRC, Oeganda en Tanzania en de minister van buitenlandse zaken van Rwanda.
Deze toegenomen stabiliteit is in de eerste plaats het gevolg van de bewustwording bij regeringen van de betrokken landen dat hun belangen uiteindelijk het best gediend kunnen worden door regionale samenwerking gericht op ontwikkeling.
In de tweede plaats hebben ook het engagement en het commitment van de internationale gemeenschap hierbij een voorname rol gespeeld. Dit uitte zich onder meer in voornoemde Internationale Conferentie van de Grote Merenregio, maar ook in een groot aantal overleggremia zoals de «Tripartite plus» waar Burundi, de DRC, Oeganda en Rwanda onder leiding van de VS hun geschillen bespreken, de Grote Meren Contact Groep, de Kerngroep voor Noord-Oeganda en de Internationale Commissie ter Begeleiding van het Transitieproces in de DRC. Ook de verschillende regionale economische organisaties zoals de Oost-Afrikaanse Gemeenschap en de COMESA zijn hierbij van belang geweest en dit belang zal in de toekomst nog verder kunnen toenemen.
Nederland heeft hierin een relatief belangrijke rol kunnen spelen dankzij zijn regionale geintegreerde beleid waarin buitenlandse zaken, ontwikkelingssamenwerking en defensie op flexibele wijze samenwerken. Zo heeft Nederland actief deelgenomen aan politiek overleg in een groot aantal van voornoemde overleggremia naast vanzelfsprekend een voortdurende inbreng via de EU. Hiernaast heeft Nederland aanzienlijke financiele middelen bijgedragen aan onder meer noodhulp in de onderscheiden landen, het regionale demobilisatieprogramma, wederopbouw in Burundi en Noord-Oeganda, terwijl in Oeganda en Rwanda als partnerlanden een breed ontwikkelingssamenwerkingsprogramma wordt uitgevoerd. Nederland heeft ook concrete bijdragen geleverd aan bij voorbeeld de «brassage» (integratie) van militairen en rebellen in de DRC, aan de deelname van Burundi aan de «fusion cell» (inlichtingen ten behoeve van voornoemde «Tripartite plus») en aan op verzoening gerichte radiostations in de regio. Tenslotte heeft de strategische inzet van Nederlandse militairen in onder meer de DRC bijgedragen aan de effectiviteit van zowel de EU als de VN in het gebied.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25098-44.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.