Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 25097 nr. 57 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 25097 nr. 57 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 4 maart 2003
In de afgelopen weken is er veel publiciteit geweest rondom de ontwikkelingen op de energiemarkt. Hierin stonden vooral de storingsregistratie en de achterstanden in het versturen van facturen aan zakelijke afnemers centraal.
In dit kader heb ik inmiddels ook Kamervragen van 15 januari van het lid Gerkens (Aanhangsel Handelingen II, 2002–2003, nr. 746) en het lid Crone (Aanhangsel Handelingen II, 2002–2003, nr. 747) en van 16 januari van het lid Gerkens beantwoord (Aanhangsel Handelingen II, 2002–2003, nr. 806).
Door middel van deze brief informeer ik u over de acties die ik in gang heb gezet op de volgende onderwerpen:
– storingsregistratie en betrouwbaarheid van de netten,
– de leveringszekerheid van de elektriciteitsproductiesector en
– de voorbereiding op de marktopening.
I) Storingsregistratie en betrouwbaarheid van de netten
Naar aanleiding van publicaties in de pers omtrent de storingsregistratie van de netbeheerders heb ik op 15 januari jl. de DTe verzocht om advies uit te brengen met betrekking tot de nauwkeurigheid van de storingsregistratie. Tevens heb ik de DTe verzocht om aanbevelingen te doen om de betrouwbaarheid van de netten te waarborgen.
DTe heeft op 24 februari jl. haar advies uitgebracht. Ik neem het advies van de DTe over. Het advies van de directeur van de DTe is bijgevoegd1.
Uit het onderzoek van de DTe is gebleken dat de storingsregistratie onvoldoende nauwkeurig is. De DTe verklaart dit uit de historie van de storingsregistratie. De storingsregistratie was een vrijwillig initiatief van de netbeheerders.
Het doel was niet primair het meten van de storingsduur maar het verkrijgen van informatie over de technische levensduur van netwerkcomponenten. Daarom was het tot en met het jaar 2001 niet gebruikelijk om de langdurige storingen te rapporteren2. De onnauwkeurigheid van de registratie betekent echter niet dat er in het geheel geen uitspraken gedaan kunnen worden over de betrouwbaarheid van de netten. Dit wordt bevestigd in het onderzoek dat KEMA in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken heeft uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat de betrouwbaarheid van de Nederlandse netten internationaal nog steeds hoog scoort1.
In een geliberaliseerde energiemarkt acht ik een correcte storingsregistratie van het grootste belang. Op die manier wordt exact inzichtelijk hoe betrouwbaar het net is. Tevens is het dan mogelijk om aanvullende maatregelen te treffen om de betrouwbaarheid op een hoog niveau te houden.
Op basis van het advies van DTe zal ik op twee gebieden (storingsregistratie, betrouwbaarheid netwerken) in totaal zes maatregelen treffen.
1. Er komt een landelijk meldpunt voor storingen. Dit meldpunt wordt door de gezamenlijke netbeheerders opgericht. Hier kan elke afnemer zijn of haar storing melden. Iedere melding wordt vervolgens openbaar gemaakt. Het meldpunt geeft de storing door aan de netbeheerder zodat de storingen verholpen wordt. De netbeheerder dient vervolgens door te geven aan het meldpunt dat en wanneer de storing verholpen is. Zo kan de storingsduur geregistreerd worden. Deze landelijke storingsregistratie dient als extra check op de rapportages van de netbeheerders. Het voordeel voor de consument zit in de duidelijkheid en de servicegerichtheid van het meldpunt. Met één telefoonnummer weet de consument altijd waar hij terecht kan om zijn storingen te melden.
2. Het storingsregistratieproces wordt gecertificeerd. Alle netbeheerders moeten hun registratieproces conform objectieve en eenduidige normen inrichten. Hiermee wordt een maximale betrouwbaarheid bereikt.
3. Het storingsrapportageproces wordt versneld. De storingsregistratie is onderdeel van de totale kwaliteitsrapportages. Deze kwaliteitsrapportages dienen vanaf nu elk jaar vóór 15 februari in plaats van 1 november ingediend te worden bij DTe.
De gezamenlijke netbeheerders hebben overigens toegezegd de kwaliteit van de storingsregistratie te gaan verbeteren. Op deze manier kunnen we straks beschikken over een snellere en over een betere storingsregistratie.
Betrouwbaarheid van de netwerken
Het handhaven van de betrouwbaarheid van de netten is de verantwoordelijkheid van de netbeheerders. Dat neemt niet weg dat ik de sector nauwlettend volg en dat ik het van groot belang acht dat de leveringszekerheid gewaarborgd blijft. Derhalve zal ik in samenwerking met de DTe de volgende maatregelen treffen die de netbeheerders stimuleren om de betrouwbaarheid van de netten te vergroten.
4. Er komen minimumnormen voor betrouwbaarheid van de netwerken. Indien de netbeheerder deze minimumnorm niet haalt zal een vergoeding aan de klant betaald moeten worden. Ik zal hiertoe op korte termijn met voorstellen voor wetgeving komen.
5. Ik ga de betrouwbaarheid van de netwerken via een systeem van «maatstafconcurrentie» reguleren. Dit systeem wordt ook wel kwaliteitsregulering genoemd. Hierbij worden netbeheerders niet alleen vergeleken op efficiency maar ook op betrouwbaarheid. Dat betekent dat de toegestane omzet van de individuele netbeheerder mag stijgen wanneer hij een betere betrouwbaarheid (dat wil zeggen minder storingen) haalt dan het gemiddelde van zijn concurrenten. Door een betere betrouwbaarheid verwerft de netbeheerder de mogelijkheid om zijn winst te vergroten.
6. Ik ga netbeheerders verplichten de betrouwbaarheid van hun net te laten borgen via een kwaliteitssysteem. Hierbij wordt de kwaliteit van het netbeheer door een onafhankelijke derde gecertificeerd. Certificatie houdt in dat een onafhankelijke deskundige vaststelt of de netbeheerder nog overeen te komen normen en procedures op het gebied van netbeheer respecteert. De netbeheerders worden vervolgens verplicht periodiek hierover te rapporteren aan DTe. Hiermee blijft de betrouwbaarheid van de netten op langere termijn behouden.
Tenslotte hecht ik er aan om op te merken dat mij op voorhand niet is gebleken dat er reden is te veronderstellen dat Nederland zijn internationale koppositie met betrekking tot de betrouwbaarheid van de netten op korte termijn zal verliezen.
De signalen die ik de afgelopen tijd krijg hebben mij er wel van overtuigd dat er veel aandacht en zorg nodig is om voor de verdere toekomst deze betrouwbaarheid voldoende te waarborgen.
Daarom heb ik een aantal maatregelen in voorbereiding die verder worden uitgewerkt in de brief die aan de Tweede Kamer zal worden gestuurd over voorzieningszekerheid in brede zin en in de wetgeving die is aangekondigd in de brief van de Minister van Economische Zaken van 9 september 2002 (Kamerstukken II, 2001–2002 28 174, nr. 14) en artikel III van de Overgangswet elektriciteitsproductiesector (Kamerstukken I, 2002–2003, 28 174, nr. 110). Aangezien het hier gaat om een brief waarin mogelijk een aantal nieuwe beleidslijnen wordt uiteengezet, met eventuele bijbehorende financiële gevolgen, geef ik er de voorkeur aan de toezending van deze brief aan de Tweede Kamer over te laten aan het nieuwe Kabinet.
II) Leveringszekerheid elektriciteitsproductiesector
In eerder aangekondigde brief wordt ook ingegaan op de leveringszekerheid van de elektriciteitsproductiesector. In overleg met DTe, marktpartijen, buitenlandse experts en onderzoekers heeft EZ het afgelopen jaar dit probleem uitgebreid onderzocht. De rapportage hierover is bijna afgerond.
Conclusie is dat er geen korte termijn probleem is maar dat voor de langere termijn meer maatregelen nodig zijn om productiecapaciteit te waarborgen. Daarbij gaat het om maatregelen ter verbering van de monitoring van zowel de vraag als het aanbod van elektriciteit en om het zorgdragen voor een zodanig investeringsklimaat dat er voldoende wordt geïnvesteerd in zogenaamde «piekcapaciteit». Dat is productiecapaciteit die alleen nodig is tijdens vraagpieken en draait daarom slechts een korte periode per jaar.
III) Voorbereiding marktopening energie
Ik hecht onverminderd veel belang aan het realiseren van de voordelen die de volledige liberalisering van de energiemarkt met zich mee zal brengen. Ik heb tevens al meerdere malen benadrukt dat aan een dergelijke liberalisering, die voorzien is op 1 januari 2004, voorwaarden zijn verbonden. In dat kader heb ik eind vorig jaar aangekondigd een commissie energieliberalisering in te zullen stellen (Kamerstukken II, 2002–2003, 28 174, nr. 48). Hierover kan ik u nu melden dat deze commissie in maart met haar werkzaamheden zal beginnen en onder leiding zal staan van mr. Y. C. M. T. van Rooy, voormalig Staatssecretaris van Economische Zaken en thans Voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit van Tilburg. De commissie zal op drie momenten dit jaar aan de Minister van Economische Zaken rapporteren waarbij centraal zal staan of naar het oordeel van de commissie aan de noodzakelijke parameters voor een verantwoorde marktopening wordt voldaan. Voor de exacte taakstelling van de commissie wil ik graag verwijzen naar het Instellingsbesluit dat spoedig zal worden gepubliceerd in de Staatscourant.
Ten tweede heb ik uit diverse signalen begrepen dat MKB-Nederland en LTO-Nederland zich grote zorgen maken over het (tijdig) versturen van correcte energierekeningen.
Ik deel deze zorg omdat dit probleem zich bij een te groot aantal zakelijke afnemers voordoet. Vandaar dat ik de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe) heb verzocht op de kortst mogelijke termijn nadere inlichtingen in te winnen bij energiebedrijven over de achterstanden bij de administratieve afhandeling van meetgegevens en het versturen van facturen en mij hierover te informeren. Op basis van deze informatie zal ik een oordeel vormen of er aanleiding bestaat om gebruik te maken van mijn bevoegdheden ex artikel 13, lid 2 van de Elektriciteitswet en de dienovereenkomstige bepalingen in de Gaswet. Deze bevoegdheden geven mij de mogelijkheid om netbeheerders op te dragen om door mij noodzakelijk geachte voorzieningen te treffen voor een adequate uitvoering van hun wettelijke taken. Overigens begrijp ik van de directeur DTe en vanuit het Platform Versnelling Energieliberalisering (PVE) dat er momenteel binnen PVE wordt gewerkt aan voorstellen voor wijziging van de Meetcode, waarin de procedures en de verantwoordelijkheidsverdeling omtrent meetdata worden beschreven. De brief die ik in dit kader aan EnergieNed heb gestuurd doe ik u hierbij in afschrift toekomen.1
Onder langdurige storingen wordt in dit verband verstaan: langer dan 32 uur voor laagspanning en langer dan 8 uur voor middenspanning.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25097-57.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.