Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2000-2001 | 25097 nr. 53 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2000-2001 | 25097 nr. 53 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 18 september 2001
Bij brief van 8 maart 2001 (25 097, nr. 47) heb ik u geïnformeerd over de liberalisering van de markt voor duurzaam opgewekte elektriciteit en over het groencertificatensysteem. Destijds is besloten dat de mogelijkheden om duurzaam opgewekte elektriciteit te importeren blijven bestaan, maar dat het systeem van groencertificaten vooralsnog alleen van toepassing is op elektriciteit die in Nederland is opgewekt. Daaraan heb ik toegevoegd dat ik in de loop van 2001 een nadere analyse zal verrichten van de internationale aspecten van de groencertificaten en van de REB, hetgeen zal kunnen leiden tot aanpassing van de voorwaarden. Met deze brief informeer ik u over de resultaten hiervan.
Na een korte beschrijving van de elektriciteitsmarkt, zal ik ingaan op de voorwaarden waaronder Nederlandse groencertificaten kunnen worden toegekend aan duurzame elektriciteit die in het buitenland is opgewekt. Daarna komt de koppeling tussen de groencertificaten en de fiscale faciliteiten van de REB aan de orde.
De huidige elektriciteitsmarkt
De elektriciteitsmarkt is op dit moment sterk in beweging. Door deze dynamiek is het thans niet mogelijk een afgerond beeld te vormen van de huidige markt. Dit geldt in versterkte mate voor de buitenlandse situatie. Door de onzekerheid in de markt is het van belang de ontwikkelingen nauwgezet te volgen en indien nodig op nieuwe ontwikkelingen in te spelen. Vooralsnog heb ik bij het uitwerken van de internationale aspecten van de groencertificaten gekozen voor een opzet die voor 2002 de juiste balans treft tussen een vrije marktwerking en het tot nu toe ontbreken van een eensluidend beleid in alle Europese lidstaten.
Vanaf 1 januari 2002 wordt het systeem van groencertificaten uitgebreid. Elektriciteit die in het buitenland is opgewekt komt dan ook in aanmerking voor Nederlandse groencertificaten. Hiervoor geldt uiteraard wel een aantal voorwaarden. Deze voorwaarden zullen worden uitgewerkt in een wijziging op de Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998 van 7 mei 2001. Deze wijzigingsregeling zal spoedig worden gepubliceerd. Over de opzet hiervan vindt ook nog overleg plaats met TenneT, de beheerder van het groencertificatensysteem.
De eerste voorwaarde zal zijn dat de elektriciteit afkomstig moet zijn uit een land waar de eigen markt ten minste in gelijke mate geliberaliseerd is als de Nederlandse markt. Deze eis van reciprociteit is gebaseerd op Richtlijn 96/92 en is vastgelegd in artikel 45 van de Elektriciteitswet 1998. Concreet betekent dit dat op dit moment elektriciteit bestemd voor de kleinverbruikersmarkt slechts geïmporteerd kan worden uit de landen Duitsland, Zweden, Noorwegen, Finland en het Verenigd Koninkrijk.
De tweede voorwaarde zal zijn dat op betrouwbare wijze aangetoond wordt dat de hoeveelheid elektriciteit die geïmporteerd wordt, op duurzame wijze opgewekt is. Dat houdt in dat er geen misverstand mag bestaan over de wijze van opwekking en over de hoeveelheid elektriciteit die op het net in het land van herkomst ingevoed is. De aanvrager van groencertificaten kan hieraan voldoen door het overleggen van een «garantie van oorsprong», zoals bedoeld in artikel 5 van de Richtlijn betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen op de interne elektriciteitsmarkt, die onlangs door de Raad is aangenomen. Indien men in het land van herkomst niet kan beschikken over dergelijke garanties van oorsprong dient degene die om toekenning van groencertificaten vraagt een aantal gegevens te overleggen ter waarborging van de betrouwbaarheid. In de wijziging op de Ministeriële regeling groencertificaten zal nader worden bepaald om welke gegevens het gaat en welke instanties deze kunnen verstrekken. In ieder geval zullen de gegevens omtrent de hoeveelheid elektriciteit waarvoor groencertificaten worden aangevraagd door de netbeheerder in het land van herkomst afgegeven moeten worden.
De derde voorwaarde zal zijn dat een hoeveelheid elektriciteit fysiek naar Nederland geïmporteerd moet zijn. Dit betekent dat importcapaciteit gecontracteerd en gebruikt moet zijn. De hoeveelheid geïmporteerde elektriciteit is gelijk aan de hoeveelheid elektriciteit waarvoor groencertificaten aangevraagd worden.
Het is mogelijk dat er nog aanvullende voorwaarden worden opgenomen omtrent het voorkomen dat duurzaam opgewekte elektriciteit twee keer wordt verkocht en omtrent de subsidiëring in het land van herkomst. Indien aan alle voorwaarden is voldaan zal de netbeheerder van het landelijke hoogspanningnet de groencertificaten op de aangegeven certificatenaccount boeken.
Koppeling tussen groencertificaten en de REB
Op grond van de wetgeving inzake de regulerende energiebelasting (REB) bedraagt het tarief voor duurzame elektriciteit nihil. Om voor deze faciliteit in aanmerking te komen dient de elektriciteitsleverancier met groencertificaten aan te tonen dat de door hem geleverde elektriciteit daadwerkelijk op duurzame wijze is opgewekt. Thans geldt de eis van het overleggen van groencertificaten al voor elektriciteit die in Nederland opgewekt is. Voor geïmporteerde duurzame elektriciteit moet de importeur in de huidige situatie contracten overleggen aan de belastingdienst. In het Belastingplan wordt nu bepaald dat vanaf 1 januari 2002 de koppeling tussen groencertificaten en het nihiltarief ex artikel 36i van de Wet belastingen op milieugrondslag ook zal gelden voor elektriciteit die in het buitenland opgewekt is en naar Nederland getransporteerd is. Tevens wordt in het belastingplan bepaald dat elektriciteit die is opgewekt door middel van waterkracht niet langer voor het nihil tarief in aanmerking komt. De reden daarvoor staat in de Memorie van Toelichting bij het belastingplan, en luidt als volgt:
«Elektriciteit opgewekt door middel van waterkracht zal vanaf 1 januari 2002 niet langer in aanmerking komen voor het nihiltarief. De reden is dat waterkrachtcentrales in Europa reeds lange tijd een bron van duurzame energie vormen en zoals bekend is er veel waterkrachtstroom beschikbaar voor de Europese markt. Grote bestaande waterkrachtcentrales zijn zeer efficiënt, terwijl ook veel kleinere centrales in deze landen al zonder steun rendabel zijn. Vanwege het hoge steunniveau voor duurzame energie in Nederland is het voor buitenlandse producenten van waterkrachtstroom uitermate interessant naar Nederland te exporteren om in aanmerking te komen voor de Nederlandse REB faciliteiten. Dit leidt nu reeds tot grote export van goedkope waterkrachtstroom naar Nederland. Met het openen van de Nederlandse groene markt zal de import van waterkrachtstroom uit bestaande buitenlandse bronnen naar verwachting sterk toenemen. Zo lang binnen Europa nog geen sprake is van een level playingfield voor de groene energiemarkt zal ten gevolge van de grootschalige import van waterkrachtstroom de Nederlandse groene elektriciteitsmarkt worden verstoord. Om dit te voorkomen wordt elektriciteit opgewekt door waterkracht vooralsnog in zijn geheel uitgesloten van het nihiltarief van de REB. De noodzakelijke regelgeving is opgenomen in het Belastingplan. In het Energierapport voorziet de Minister van Economische Zaken een meer structurele oplossing te presenteren».
Ik wijs er in dit verband op dat de voorstellen in het Energierapport, als gevolg van de snelle verandering op deze markt, wederom tot een bijstelling van de regelgeving kunnen leiden. Marktpartijen moeten daar dan ook mee rekening houden als zij contracten afsluiten. Met de in Nederland gevestigde producenten van elektriciteit met waterkracht zal nader overleg plaatsvinden over de gevolgen van het bovenstaande.
Tot slot merk ik op dat de bovenbeschreven wijziging op de Regeling groencertificaten Elektriciteitswet 1998 wordt voorgelegd aan de Europese Commissie. Om die reden zal de beschreven regeling van kracht worden als de Europese Commissie geen bezwaren heeft. Zodra de Ministeriële regeling is afgerond zal ik die aan uw Kamer toesturen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25097-53.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.