nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID WITTEVEEN-HEVINGA
Ontvangen 17 november 1997
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:
A. In artikel 40, eerste lid, wordt de zinsnede «en 45» vervangen
door: , 45, 46b, derde lid, onder c, en vijfde lid, en 48a.
II
Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:
A. Het derde lid van artikel 46b wordt, onder vernummering van het vierde
tot en met het zesde lid tot het zevende tot en met het negende lid, vervangen
door vier leden, luidende:
3. Een ieder die:
a. het dagelijks beleid bepaalt of mede bepaalt van een vennootschap die
effecten heeft uitgegeven of zal uitgeven als bedoeld in artikel 46, eerste
lid, onder a;
b. toezicht houdt op het beleid van het bestuur en de algemene gang van
zaken in zodanige vennootschap en de met haar verbonden onderneming; of
c. behoort tot een bij ministeriële regeling, onder daarbij te stellen
voorwaarden, aan te wijzen andere categorie van personen;
doet onverwijld melding van door hem verrichte of bewerkstelligde transacties
in op die vennootschap betrekking hebbende effecten als bedoeld in artikel
46, eerste lid. Bij de onder c bedoelde ministeriële regeling kan ten
aanzien van de in dat onderdeel bedoelde personen worden afgeweken van de
verplichting om de melding onverwijld te doen plaatsvinden.
4. Zodra iemand gaat behoren tot een van de in het derde lid bedoelde
categorieën doet hij onverwijld melding van de op die vennootschap betrekking
hebbende effecten waarover hij beschikt.
5. De in het derde en vierde lid bedoelde melding wordt gedaan bij de
vennootschap dan wel bij een door de vennootschap aan te wijzen persoon of
orgaan. De vennootschap doet van deze melding onverwijld melding
aan Onze Minister dan wel, indien ingevolge artikel 40 taken en bevoegdheden
zijn overgedragen aan een rechtspersonen, aan die rechtspersoon.
6. De vennootschap houdt van de door haar ontvangen meldingen een register
aan.
B. In het achtste lid (nieuw) van artikel 46b wordt in de eerste volzin
«derde lid» vervangen door: «vijfde lid» en komen
de tweede en derde volzin te vervallen.
C. Artikel 46c, eerste lid, eerste volzin, komt te luiden: Na ontvangst
van een melding als bedoeld in artikel 46b, eerste lid of vijfde lid, tweede
volzin, maakt Onze Minister de gemelde gegevens die voor een ieder ter
inzage liggen, zo spoedig mogelijk openbaar door publicatie in een landelijk
verspreid dagblad.
III
Artikel II komt te luiden:
ARTIKEL II
In artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt
in de zinsnede met betrekking tot de Wet toezicht effectenverkeer 1995 «en
45, vierde lid» vervangen door: , 45, vierde lid, 46a, eerste lid en
46b, eerste, derde, vierde, vijfde, zesde en achtste lid.
IV
Na artikel II wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIA
Een ieder die op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel
E, van deze wet behoort tot een van de in artikel 46b, derde lid, van de Wet
toezicht effectenverkeer 1995 bedoelde categorieën, doet onverwijld melding
overeenkomstig artikel 46b, vierde lid, van die wet. Artikel 46b, vijfde en
zesde lid, van die wet zijn van overeenkomstige toepassing
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe dat de onderneming medeverantwoordelijkheid
gaat dragen voor de waarborging van de meldingsplicht. De meldingsplichtigen
blijven zelf aansprakelijk voor de correcte melding. Meldingsplichtigen melden
hun transacties bij de onderneming.
Tevens beoogt dit amendement de meldingsplicht uit te breiden naar het
bezit van effecten in de eigen onderneming. De onderneming zal een register
aanleggen van door haar te ontvangen meldingen. Iedere melding wordt onverwijld
doorgegeven aan de STE. Dit amendement regelt tenslotte dat deze gegevens
voor een ieder toegankelijk zijn bij de STE.
Witteveen-Hevinga