25 095
Wijziging van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 teneinde de effectiviteit van deze wet op het gebied van het bestrijden van gebruik van voorwetenschap te verbeteren

nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID WITTEVEEN-HEVINGA

Ontvangen 17 november 1997

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:

A. In artikel 40, eerste lid, wordt de zinsnede «en 45» vervangen door: , 45, 46b, derde lid, onder c, en vijfde lid, en 48a.

II

Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:

A. Het derde lid van artikel 46b wordt, onder vernummering van het vierde tot en met het zesde lid tot het zevende tot en met het negende lid, vervangen door vier leden, luidende:

3. Een ieder die:

a. het dagelijks beleid bepaalt of mede bepaalt van een vennootschap die effecten heeft uitgegeven of zal uitgeven als bedoeld in artikel 46, eerste lid, onder a;

b. toezicht houdt op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken in zodanige vennootschap en de met haar verbonden onderneming; of

c. behoort tot een bij ministeriële regeling, onder daarbij te stellen voorwaarden, aan te wijzen andere categorie van personen;

doet onverwijld melding van door hem verrichte of bewerkstelligde transacties in op die vennootschap betrekking hebbende effecten als bedoeld in artikel 46, eerste lid. Bij de onder c bedoelde ministeriële regeling kan ten aanzien van de in dat onderdeel bedoelde personen worden afgeweken van de verplichting om de melding onverwijld te doen plaatsvinden.

4. Zodra iemand gaat behoren tot een van de in het derde lid bedoelde categorieën doet hij onverwijld melding van de op die vennootschap betrekking hebbende effecten waarover hij beschikt.

5. De in het derde en vierde lid bedoelde melding wordt gedaan bij de vennootschap dan wel bij een door de vennootschap aan te wijzen persoon of orgaan. De vennootschap doet van deze melding onverwijld melding aan Onze Minister dan wel, indien ingevolge artikel 40 taken en bevoegdheden zijn overgedragen aan een rechtspersonen, aan die rechtspersoon.

6. De vennootschap houdt van de door haar ontvangen meldingen een register aan.

B. In het achtste lid (nieuw) van artikel 46b wordt in de eerste volzin «derde lid» vervangen door: «vijfde lid» en komen de tweede en derde volzin te vervallen.

C. Artikel 46c, eerste lid, eerste volzin, komt te luiden: Na ontvangst van een melding als bedoeld in artikel 46b, eerste lid of vijfde lid, tweede volzin, maakt Onze Minister de gemelde gegevens die voor een ieder ter inzage liggen, zo spoedig mogelijk openbaar door publicatie in een landelijk verspreid dagblad.

III

Artikel II komt te luiden:

ARTIKEL II

In artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet toezicht effectenverkeer 1995 «en 45, vierde lid» vervangen door: , 45, vierde lid, 46a, eerste lid en 46b, eerste, derde, vierde, vijfde, zesde en achtste lid.

IV

Na artikel II wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIA

Een ieder die op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel E, van deze wet behoort tot een van de in artikel 46b, derde lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 bedoelde categorieën, doet onverwijld melding overeenkomstig artikel 46b, vierde lid, van die wet. Artikel 46b, vijfde en zesde lid, van die wet zijn van overeenkomstige toepassing

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe dat de onderneming medeverantwoordelijkheid gaat dragen voor de waarborging van de meldingsplicht. De meldingsplichtigen blijven zelf aansprakelijk voor de correcte melding. Meldingsplichtigen melden hun transacties bij de onderneming.

Tevens beoogt dit amendement de meldingsplicht uit te breiden naar het bezit van effecten in de eigen onderneming. De onderneming zal een register aanleggen van door haar te ontvangen meldingen. Iedere melding wordt onverwijld doorgegeven aan de STE. Dit amendement regelt tenslotte dat deze gegevens voor een ieder toegankelijk zijn bij de STE.

Witteveen-Hevinga

Naar boven