25 091
Toekomst van het PBO-stelsel

nr. 3
MOTIE VAN HET LID TEN HOOPEN

Voorgesteld in het nota-overleg van 2 juni 1997

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de PBO publieke taken uitoefent en daarmee fundamenteel van karakter verschilt met private bedrijfstakorganisaties;

overwegende, dat beide organisatie-typen in aanvulling op elkaar van nut zijn voor de economische ordening, maar dat het gewenst is dat PBO-organen en private organisaties als zelfstandige entiteiten zijn te onderscheiden;

voorts overwegende, dat de som van publieke heffingen en lidmaatschapscontributie voor een kleine onderneming in sommige omstandigheden tot een bezwaarlijk lastenniveau kan leiden;

constaterende, dat de zogenaamde Schilthuis-constructie een bruikbaar instrument is om startende en kleine ondernemers voor een verminderde totale afdracht lid te doen zijn van een bedrijfstak-organisatie;

verzoekt de regering, de Schilthuis-constructie te handhaven,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ten Hoopen

Naar boven