25 088
Marktwerking in het regionaal openbaar vervoer

nr. 24
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 23 september 1998

Bijgaand bied ik u aan het onderzoekrapport «Werkt marktwerking», Ervaringen uit het openbaar vervoer in 10 Europese steden.1

Tijdens de bespreking van de Implementatienota Marktwerking in het regionaal openbaar vervoer, is door uw Kamer een motie aanvaard (motie Van Gijzel, 25 088, nr. 20, van 5 juni 1997) om onderzoek te laten doen naar succesvol openbaar vervoer buiten Nederland. Mijn ambtsvoorganger heeft toegezegd dat onderzoek te laten uitvoeren en daaraan toegevoegd dat zij ook gebieden zou betrekken waar marktwerking is geïntroduceerd. Onderzoek is verricht naar 10 steden met succesvol openbaar vervoer, waarvan 5 steden mét marktwerking en 5 steden zonder marktwerking.

Het onderzoek toont aan dat een scala van verkeers- en vervoersmaatregelen moet worden genomen om een substantiële modal-split verschuiving van auto naar openbaar vervoer te realiseren. Dat vereist een integraal regionaal beleid, waaraan marktwerking een bijdrage levert.

Het rapport onderschrijft het beleidsuitgangspunt dat marktwerking in het openbaar vervoer een positieve bijdrage levert aan zowel de efficiency als de kwaliteit van het openbaar vervoer. Een dergelijke beleidsaanpak resulteert in een lager subsidiebedrag en een toename van het aantal reizigers, waarmee de dubbeldoelstelling van het regionaal openbaar vervoer daadwerkelijk bereikt zou kunnen worden.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven