25 088
Marktwerking in het regionaal openbaar vervoer

nr. 13
MOTIE VAN HET LID STELLINGWERF

Voorgesteld in het nota-overleg van 14 mei 1997

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de NS en grote, gevestigde streekvervoer-ondernemingen bij de aanbesteding van de verschillende modaliteiten in het regionaal openbaar vervoer vanwege hun schaal en expertise in een riante uitgangspositie verkeren ten opzichte van nieuwe aanbieders;

overwegende, dat het mogelijk is dat genoemde ondernemingen een samenwerkingsverband vormen en een geïntegreerd pakket aanbieden, waarin alle modaliteiten zijn opgenomen, zodat het voor nieuwe aanbieders zeer moeilijk zal worden om een positie op de markt te veroveren;

constaterende, dat een dergelijke ontwikkeling niet in lijn is met de beoogde marktwerking;

overwegende, dat het met het oog hierop wenselijk is de verschillende modaliteiten afzonderlijk aan te besteden, waarbij een goede afstemming tussen de modaliteiten vereiste is;

verzoekt de regering de regionale overheden te verplichten bij de eerste aanbesteding de verschillende modaliteiten afzonderlijk aan te besteden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Stellingwerf

Naar boven