25 082
Zonering luchtvaartterrein Volkel

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 30 oktober 1996

Mede namens de Staatssecretaris van Defensie deel ik U het volgende mede inzake de zonering op grond van de Luchtvaartwet (Lvw) van het militaire luchtvaartterrein Volkel.

Ten behoeve van de geluidszonering ingevolge de Lvw zijn voor de vliegbasis Volkel de procedures op grond van de Lvw gevolgd. In deze procedures zijn twee nauw met elkaar verbonden besluiten aan de orde. Enerzijds wordt op grond van artikel 25a Lvw door de Minister (in casu de Staatssecretaris) van Defensie in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer een geluidszone rond het betreffende luchtvaartterrein vastgesteld. Anderzijds dient de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op grond van artikel 26, lid 1 Lvw, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie, bij de vaststelling van de geluidszone aanwijzingen ex artikel 37 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) te geven ten aanzien van gronden, gelegen binnen de geluidszone.

In deze aanwijzingen worden, gelet op de geluidsbelasting als gevolg van startende en landende luchtvaartuigen, onder meer voorwaarden gesteld aan de toelaatbaarheid in bestemmingsplanverband van woningbouw binnen de geluidszone. De inhoud van deze aanwijzingen is gerelateerd aan het Besluit geluidsbelasting grote luchtvaartterreinen (Stb. 1988, 151), waarin de normstelling met betrekking tot de geluidsbelasting is neergelegd. De betreffende ontwerp-aanwijzingen ex artikel 26 Lvw juncto artikel 37 WRO voor het luchtvaartterrein Volkel zijn bijgevoegd1.

Alvorens kan worden overgegaan tot het geven van voornoemde aanwijzingen dient, gelet op artikel 37, lid 2 WRO, de Rijksplanologische Commissie om advies te worden gevraagd en overleg te worden gevoerd met de betrokken overheden. Voorts dient de Tweede Kamer der Staten-Generaal te worden geïnformeerd. Voor de goede orde wijs ik u erop dat nu deze aanwijzingen zijn gebaseerd op een planologische kernbeslissing (het Structuurschema Militaire Terreinen) er conform artikel 37, lid 2 WRO geen expliciete instemming van uw Kamer is vereist.

Ik kan U over de aanwijzingen het volgende mededelen.

In de door de Staten-Generaal goedgekeurde planologische kernbeslissing van het Structuurschema Militaire Terreinen (SMT) is de belegging van het luchtvaartterrein Volkel vermeld en is de bijbehorende geluidszone indicatief aangegeven. Gebaseerd op deze uitgangspunten is in 1988 de zoneringsprocedure op grond van de Lvw gestart.

De Rijksplanologische Commissie kan blijkens haar advies van 19 mei 1988 instemmen met de onderhavige aanwijzingen. Conform artikel 19 Lvw is bestuurlijk overleg gevoerd met het college van gedeputeerde staten en de betrokken gemeenteraden.

In de Defensienota 1991 en de Evaluatienota SMT, die U in 1991 zijn aangeboden, alsmede in de Prioriteitennota 1993 en in de brief van 26 januari 1994 over de vliegveldbelegging wordt aangegeven dat het gebruik van de militaire luchtvaartterreinen de komende jaren in het teken zal staan van een omvangrijke herstructurering en herbelegging. Voor wat betreft de geluidszonering ingevolge de Luchtvaartwet geldt dat de voorgestelde wijzigingen zullen plaatsvinden binnen de in het SMT aangegeven geluidsbelastinggrenzen. De herstructurering en herbelegging van de militaire luchtvaartterreinen hebben niet geresulteerd in een aanpassing voor de vliegbasis Volkel. Het gebruik en de belegging van de vliegbasis Volkel waarop de geluidszone is afgestemd, zal voor de komende jaren worden voortgezet. Gegeven het feit dat in de huidige situatie sprake is van een voortzetting van het gebruik en de belegging voor een langere periode, zie ik geen aanleiding de thans lopende zoneringsprocedure te onderbreken.

In verband met de zone heb ik op 1 februari 1995 het goedkeuringsbesluit van gedeputeerde staten van Noord-Brabant d.d. 6 oktober 1994 met betrekking tot het door de raad van de gemeente Uden vastgestelde bestemmingsplan «Niemeskant» wegens kennelijke strijd met het nationaal ruimtelijk beleid vervangen (vervangingsbesluit d.d. 1-2-1995, nr M 26).

Het onderhavige bestemmingsplan voorziet in de ontwikkeling van een nieuwe woonwijk «Niemeskant» (110 tot 130 woningen) aan de westzijde van de kern Volkel en voor het grootste deel gelegen in een gebied met een geluidsbelasting tussen de 35 Ke en 40 Ke.

De procedures van de onderhavige (ontwerp-)aanwijzing en de aanwijzing ex artikel 25 (oud, thans artikel 25a) Luchtvaartwet met betrekking tot het vaststellen van de geluidszone waren op dat moment immers reeds in een vergevorderd stadium: de RPC had advies uitgebracht en het bestuurlijk overleg alsmede de behandeling van het advies van de artikel 21 Luchtvaartwetcommissie hadden reeds plaatsgevonden. De beide aanwijzingen moesten nog worden afgerond ten behoeve van toezending conform artikel 37 WRO aan de Tweede Kamer.

Vanaf het moment dat het bestemmingsplan in procedure is gebracht, hebben de regionale vertegenwoordigers van het ministerie van VROM op de daartoe geëigende momenten in de procedure er geen misverstand over laten bestaan dat deze woningbouwlocatie op forse bedenkingen stuitte. Tegen het vervangingsbesluit staat beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Tegen het besluit is een aantal beroepsschriften ingediend. Behandeling van deze beroepsschriften zal 12 november 1996 plaatsvinden.

Bij deze stel ik U in kennis van mijn voornemen tot het geven van aanwijzingen ex artikel 26 Lvw juncto artikel 37 WRO voor het luchtvaartterrein Volkel. Met de aanwijzingen wordt, zoals hierboven beargumenteerd, nader invulling gegeven aan het in het SMT op dit onderdeel neergelegde beleid. Voor een goed begrip van deze aanwijzingen is ter kennisneming het betreffende ontwerp-besluit ex artikel 25a Lvw bijgevoegd, waarbij de geluidszone rond het luchtvaartterrein Volkel wordt vastgesteld1.

Voor de goede orde deel ik u met betrekking tot het Besluit geluidsbelasting grote luchtvaartterreinen (BGGL) tenslotte nog het volgende mee. Voor het BGGL is een wijziging in voorbereiding. Deze wijziging betreft materieel een geringe aanscherping respectievelijk vereenvoudiging van de criteria waaronder nieuwbouw mogelijk is en bestaande bouw kan worden gehandhaafd. Procedureel houdt de wijziging voorts in dat de minister van VROM niet langer hogere waarden vaststelt voor bestaande woningen en nieuwbouw, mits aan de voorwaarden van het BGGL (nieuw) is voldaan. Het streven is er op gericht het gewijzigde BGGL begin 1997 van kracht te laten worden.

Voor de onderhavige aanwijzing heeft dit materieel geen gevolgen.

Ik vertrouw erop u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

M. de Boer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven