25 038
Regels ten aanzien van nevenfuncties van Kamerleden

nr. 14
MOTIE VAN HET LID REHWINKEL C.S.

Voorgesteld 23 april 1997

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

kennisgenomen van

– het oordeel van een meerderheid van het presidium dat het wenselijk en mogelijk is om een tweetal, in Groot-Brittannië geldende regels ook in Nederland van toepassing te verklaren;

overwegende dat

– de meerderheid van het presidium deze regels als een handvat ziet voor voorzitter en zo nodig het presidium om leden ingeval van wangedrag «terecht te wijzen»;

van oordeel dat

– deze taak niet aan voorzitter en met name het presidium toekomt dan wel zou moeten toekomen

– zo'n bevoegdheid de individuele verantwoordelijkheid van leden en die van hun fracties versluiert;

spreekt als haar mening uit

– de gedachte van de meerderheid van het presidium niet kan worden ondersteund,

en gaat over tot de orde van de dag.

Rehwinkel

Remkes

Rouvoet

Naar boven