25 032
Goedkeuring van de op 26 januari 1994 te Genève tot stand gekomen Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout, 1994, met bijlagen (Trb. 1995, 194)

A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD

De eerste zin van de tweede alinea van paragraaf I luidde als volgt:

Het verdrag zal waarschijnlijk in maart 1996 voorlopig in werking treden.

De laatste alinea van paragraaf II kwam in de aan de Raad van State voorgelegde tekst niet voor.

Het opschrift van paragraaf III, onderdeel E, luidde als volgt: E) Werkingsduur en in werking treden van het verdrag

De eerste alinea van paragraaf III, onderdeel E, kwam niet voor.

In plaats van de laatste alinea van paragraaf III, onderdeel E, waren twee alinea's opgenomen, die luidden als volgt:

In maart 1996 zal de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties de landen die reeds het verdrag definitief hebben ondertekend, of het hebben bekrachtigd, goedgekeurd of aanvaard en de landen die een kennisgeving van voorlopige toepassing hebben gegeven bijeenroepen ten einde te besluiten tot de voorlopige inwerkingtreding van het verdrag (artikel 41, derde lid). Tot dat tijdstip zal het verdrag van 1983 blijven functioneren, omdat dit bij raadsbesluit verlengd is tot het nieuwe verdrag in werking treedt.

In een tijdens de conferentie aangenomen resolutie is de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties verzocht een regeling te treffen waardoor het verdrag ondertekend kan worden op de zetel van de Verenigde Naties te New York gedurende de periode 1 april 1994 tot één maand na de datum van inwerkingtreding van het verdrag. Het Koninkrijk heeft het verdrag ondertekend op 6 juli 1995. Daarbij is tevens een verklaring van voorlopige toepassing van het verdrag afgelegd.

Paragraaf VI, vanaf de vierde alinea, tweede volzin, luidde als volgt: In vervolg hierop zijn het Koninkrijk en Duitsland reeds tot ondertekening van het verdrag overgegaan en hebben zij zich bereid verklaard tot voorlopige toepassing ervan over te gaan.

De juridisch adviseur van de UNCTAD heeft tijdens de zitting van de raad in november 1995 een overzicht gegeven van de stand van zaken met betrekking tot het verdrag. Er zijn 14 producentenlanden met te zamen 55% van de stemmen van de producentenlanden die het verdrag definitief hebben ondertekend of hebben bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd. Slechts 6 consumentenlanden met te zamen 51% van de stemmen van de consumentenlanden hebben het verdrag definitief ondertekend, bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd. Er is een tekort van 8 consumentenlanden en 14% van de stemmen van de consumentenlanden voor de definitieve inwerkingtreding van het verdrag. Definitieve ondertekening respectievelijk bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring door de Europese Gemeenschap en de lid-staten is daarmee een noodzakelijke voorwaarde voor de definitieve inwerkingtreding van het verdrag. Van de zijde van de Europese Commissie en enkele lid-staten is echter aangegeven dat zulks zeker niet voor de volgende zitting van de raad in mei 1996 rond zal kunnen zijn.

In het licht van deze situatie heeft de raad bepaald dat in Genève in maart 1996 een vergadering van de raad zal plaatsvinden ten einde te besluiten tot de voorlopige inwerkingtreding van het verdrag.

Naar boven