nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
goedkeuring van de op 26 januari 1994 te Genève tot stand gekomen Internationale
Overeenkomst inzake tropisch hout, 1994, met bijlagen (Trb. 1995, 194)
De memorie van toelichting (en bijlagen), die het Wetsvoorstel vergezelt,
bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
26 september 1996
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de op 26 januari 1994 te Genève
tot stand gekomen Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout, 1994,
met bijlagen, ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring
van de Staten-Generaal behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden
gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
De op 26 januari 1994 te Genève tot stand gekomen Internationale
Overeenkomst inzake tropisch hout, 1994, met bijlagen, waarvan de Engelse
en de Franse tekst en de vertaling in het Nederlands zijn geplaatst in Tractatenblad
1995, 194, wordt goedgekeurd voor Nederland.
Artikel 2
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,