Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 25026 nr. 10 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | 25026 nr. 10 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 19 juli 1999
Stand van zaken CO2-reductieplan
In vervolg op onze brief van 7 juli 1998 (Kamerstukken II, 25 026, nr. 8) informeren wij u hierbij, mede namens de Minister van Verkeer en Waterstaat, over de stand van zaken van het CO2-reductieplan.
Het CO2-reductieplan bestaat uit de zogenaamde eerste tranche projecten, twee grote subsidieregelingen en uit een categorie overig.
In de afgelopen tijd is er een drietal tenders in het kader van de beide grote subsidieregelingen (de EZ- en de VROM-regeling CO2–reductieplan) afgesloten. Het totaalresultaat hiervan is zeer positief. Realisatie van de gehonoreerde projecten leidt in totaal tot een structurele reductie van 3 Mton CO2. Hiermee is een subsidiebedrag gemoeid van iets meer dan f 500 mln en een totaal investeringsbedrag van meer dan f 3,5 mrd.
Bij de eerste tranche projecten hebben de initiatiefnemers van het Gamma- en het CCF-project zich teruggetrokken. De Europese Commissie heeft het steunvoornemen ten aanzien van het Nerefco project goedgekeurd zij het met een lager bedrag. De totale met de eerste tranche genoemde CO2-reductie bedraagt thans 0,7 Mton.
De VROM-regeling CO2-reductieplan wordt op termijn heropend voor glastuinbouwprojecten. Hiervoor is f 75 mln beschikbaar. Verder is het ons voornemen op basis van de huidige subsidieregelingen, een aangepaste subsidieregeling te ontwikkelen. Deze zal op termijn opengesteld worden voor alle investeringsprojecten die leiden tot emissiereductie van broeikasgassen en die een kosteneffectiviteit kennen van 20 gld/ton of beter.
Tenslotte, eerder is ten aanzien van het CO2-reductieplan de verwachting geformuleerd dat structureel 4 á 5 Mton CO2 gereduceerd zou gaan worden.
Deze verwachting lijkt, ondanks het verlies aan twee grote kosteneffectieve eerste tranche projecten, gerealiseerd te kunnen worden.
1. Tenders EZ- en VROM-regeling
In het kader van het Besluit subsidies CO2-reductieplan, hierna te noemen de EZ-regeling (Staatsblad 1998, nr. 387) en de Regeling investeringsbijdrage voor niet-industriële restwarmte infrastructuur, hierna te noemen de VROM-regeling (Staatscourant 1998, nr. 166) zijn thans drie tenders afgesloten. Twee in het kader van de EZ-regeling, en één in het kader van de VROM-regeling.
De resultaten van de drie tenders zijn zeer verheugend te noemen. De totale CO2-reductie ten gevolge van deze drie tenders bedraagt 3 Mton bij een totaal hiermee gemoeid subsidiebedrag van f 507 mln. Het gaat hier om 88 projecten waarmee een zeer substantieel investeringsbedrag gemoeid is van meer dan f 3,5 mrd. Wat deze cijfers betekenen voor het resultaat van het totale CO2-reductieplan komt hierna aan de orde onder punt 5. Voor een uitgebreid overzicht van de resultaten zij verwezen naar de bijlagen.
Het gunstige totale CO2-effect blijkt ook uit de goede gemiddelde kosteneffectiviteiten voor de verschillende onderdelen van de tenders. Deze liggen allemaal beduidend onder de absolute grenswaarden die voor de verschillende onderdelen qua kosteneffectiviteit zijn gesteld. (Zie hiervoor bijlage 1, tabel 1) De gemiddelde kosteneffectiviteit van de drie tenders samen bedraagt 23 gld/ton.
In een aantal deelprogramma's van de tweede tender van de EZ-regeling is sprake van overtekening. Dat wil zeggen dat er meer projecten in aanmerking komen voor subsidie dan er budget beschikbaar is. Besloten is de budgetten van deze deelprogramma's zodanig aan te vullen dat alle aanvragen die een kosteneffectiviteit kennen van 20 gld/ton of beter, worden gehonoreerd. Dit leidt tot een extra financiële impuls van f 8,8 mln voor het deelprogramma duurzame energie, f 3,1 mln voor het deelprogramma procesintegratie energie-intensieve industrie en tenslotte f 22,3 mln voor het deelprogramma restwarmte. Met de intensivering voor het deelprogramma industriële restwarmte wordt invulling gegeven aan de extra impuls voor industriële restwarmtebenutting zoals deze in de Uitvoeringsnota Klimaatbeleid (Kamerstukken II, 26 603, nrs. 1–2) is aangekondigd.
De beide regelingen kennen een systeem waardoor aanvragers aangemoedigd worden een zo laag mogelijk subsidiebedrag aan te vragen. Aanvragen die weinig subsidie vragen per gereduceerde ton CO2 en die dus een goede kosteneffectiviteit hebben, komen het eerst aan de beurt voor een subsidie. Gegeven het beperkte budget geeft dit een prikkel om minder subsidie aan te vragen dan op grond van de voorwaarden maximaal toelaatbaar is. Dit systeem heeft goed gewerkt. Het blijkt dat in de drie tenders die afgesloten zijn, het subsidiebedrag in de meeste gevallen substantieel onder het maximaal toelaatbare percentage ligt (30%, bij het MKB 40%).
Het zojuist genoemde systeem leidt ertoe dat zoveel mogelijk wordt voorkomen dat projecten meer subsidie krijgen dan strikt noodzakelijk is. Het CO2-reductieplan probeert daarmee te opereren op de rand van het maximaal haalbare. Dit leidt tot een zo kosteneffectief mogelijk instrument. Het betekent tegelijkertijd wel dat als in de toekomst zou blijken dat de bedrijfseconomische omstandigheden van bepaalde projecten minder gunstig zijn dan bij de aanvraag ingeschat is, dit ertoe kan leiden dat projecten door de aanvragers worden teruggetrokken.
De besluitvorming omtrent toe- en afwijzing van subsidieaanvragen in het kader van de drie tenders is reeds definitief en aan de betrokkenen inmiddels meegedeeld. Via de brief van 28 november 1997 (Kamerstukken II, 1997/98, 25 026, nr. 6) zijn de hoofdlijnen van de beide regelingen, op basis waarvan de subsidietoekenning heeft plaatsgevonden, aan de Tweede Kamer meegedeeld. Met de Vaste Kamercommissies van Economische Zaken en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is deze brief 12 maart 1998 besproken (Kamerstukken II, 1997/98, 25 026, nr. 7).
Verder geldt dat individuele aanmelding van projecten bij de Europese Commissie zoals dat bij de eerste tranche projecten noodzakelijk was, hier niet aan de orde is. Dit komt omdat de beide regelingen reeds zijn aangemeld. De Europese Commissie heeft daarop laten weten geen bezwaar tegen toepassing van de beide regelingen te hebben.
Wij moeten u melden dat de initiatiefnemers van het Gamma- en het CCF-project ons hebben laten weten dat het project in de destijds oorgestelde vorm niet doorgaat. Voor het Gamma-project geldt dat door één van de toenmalige initiatiefnemers, Hoekloos B.V. een nieuwe aanvraag voor een op Gamma gelijkend project in de tweede tender van de EZ-regeling is ingediend. Deze aanvraag is gehonoreerd. Qua kosteneffectiviteit is dit project vergelijkbaar met het oorspronkelijke Gamma-project. De schaal van het project is echter kleiner. Voor het Nerefco-project geldt dat de procedure die de Europese Commissie ten aanzien van dit project had geopend, is afgerond. De Europese Commissie heeft geconcludeerd dat steunverlening aan dit project toelaatbaar is. Het maximaal door de Europese Commissie toelaatbare geachte subsidiebedrag bedraagt echter f 11,31 mln daar waar de voorgenomen Subsidie f 15 mln bedroeg. De initiatiefnemers van het Nerefcoproject, Eneco en Texaco, beraden zich thans op de vraag of in de huidige economische situatie deze subsidie het project voldoende perspectieven biedt.
Voor een uitgebreider overzicht van de stand van zaken eerste tranche projecten, zij verder verwezen naar bijlage 2.
Zoals gemeld is in de brief van 28 november 1997, bevat het CO2-reductieplan nog een drietal clusters waarin het aantal projecten zo gering is, dat daar niet met een regeling gewerkt is. Het betreft de clusters «Agrificatie en biobrandstoffen», «Waterstof/CO2 opslag» en «Verkeer en vervoer». Daarnaast valt het wind near shore demonstratie project buiten de beide subsidieregelingen en komt er voor het aandachtgebied houttechnologie een aparte subsidieregeling. Voor wat betreft het wind near shore project zult u binnenkort geïnformeerd worden in het kader van de voortgangsrapportage Duurzame Energie in opmars. Hieronder wordt nader ingegaan op het cluster «Waterstof/CO2-opslag» en op het aandachtgebied houttechnologie.
1.1.1 cluster Waterstof/CO2-opslag
Uit het cluster «Waterstof/CO2-opslag» is in principe besloten een bedrag beschikbaar te stellen van f 25 mln voor een CO2-bufferproject. Dit project wordt gekoppeld aan een project uit deelprogramma 1 van de open tender van de EZ-regeling («levering van CO2 aan glastuinbouw» geheten van Energie Delfland N.V.). Omdat in de winter geen CO2 levering, aan de glastuinbouw nodig is, kan tijdens die periode CO2 in de diepe ondergrond tijdelijk opgeslagen worden. Deze CO2 kan tijdens warme perioden weer aan de opslagfaciliteit onttrokken worden. Hierdoor neemt de capaciteit van het genoemde project sterk toe, hetgeen leidt tot een extra reductie van 400 kton per jaar en mogelijk zelfs 500 kton. Aan het bufferproject is daarmee een CO2-reductie toe te rekenen van minimaal 0,4 Mton per jaar. Voordat er van een buffer sprake kan zijn, moet eerst CO2 in de opslagfaciliteit worden geïnjecteerd (er moet als het ware een kussen van CO2 worden gevormd). Daarom is er tevens sprake van een eenmalig reductie van 3 Mton CO2. Op korte termijn zal nagegaan worden of dit project, zoals nader omschreven is in de Uitvoeringsnota Klimaatbeleid, haalbaar is.
Ook door vervanging van materialen kan CO2-reductie optreden. Dit kan als materialen die tijdens de productiefase een hoge CO2-emissie kennen, worden vervangen door hout.
Ook als hout tijdens de afdankfase als duurzame brandstof in een energiecentrale kan worden gebruikt terwijl dit bij de materialen die het betreffende hout vervangt niet mogelijk is, leidt deze vervanging tot CO2-reductie. Om dit type reductie te stimuleren, omvatte de EZ-regeling aanvankelijk een deelprogramma op dit gebied. Tijdens de behandeling van de EZ-regeling bij de Europese Commissie is dit deelprogramma echter teruggetrokken omdat dit deelprogramma ongeoorloofde steunelementen zou bevatten waardoor het goedkeuring van de EZ-regeling in de weg stond. Na langdurig informeel overleg hierover niet de Europese Commissie, is dit punt nu echter opgelost. Er zal daarom nu binnenkort een ministeriële regeling, «Regeling Houttechnologie CO2-reductieplan», genotificeerd worden. Voor wat betreft de hoofdlijnen komt deze regeling houttechnologie overeen met de EZ-regeling CO2-reductieplan. Deze hoofdlijnen zijn u medegedeeld in de hierboven genoemde brief van 28 november 1997. Het budget voor deze regeling bedraagt f 15 mln.
4. Nieuwe aanwendingsmogelijkheden CO2-reductieplan
Omdat er eerste tranche projecten niet doorgaan en omdat onderdelen van de EZ- en VROM-regeling onderuitputting kennen, zijn er binnen de klimaatgelden nieuwe aanwendingsmogelijkheden ontstaan.
Reductieplan overige broeikasgassen
Besloten is de f 50 mln van het Gamma-project toe te voegen aan het budget van het reductieplan overige broeikasgassen (ROB). Hiermee wordt invulling gegeven aan de in het Regeerakkoord aangekondigde verhoging van het budget van het ROB. Het totaalbudget van het ROB bedraagt daarmee f 150 mln. Overigens betekent deze overheveling dat het totaalbudget voor het CO2-reductieplan thans f 950 mln bedraagt. Het reductieplan overige broeikasgassen is onderdeel van de zogenaamde resterende middelen ten behoeve van intensivering klimaatbeleid (Zie Kamerstukken II, 25 600 XI, nr. 51), Deze «resterende middelen» bedragen met de overheveling van de Gamma-gelden thans f 550 mln. De «resterende middelen» en het CO2-reductieplan vormen samen de f 1 500 mln «intensivering klimaatbeleid».
1.1.2 NIRIS2 voor glastuinbouw
Omdat er een behoorlijk aantal goede glastuinbouwgerelateerde projecten ingediend is voor de EZ- en de VROM-regeling, krijgt CO2-reductie binnen de glastuinbouw een forse impuls. In totaal ontvangt de sector vanuit de beide regelingen een bedrag van meer dan f 150 mln waarmee een CO2-reductie gemoeid is van bijna 0,8 Mton. Hiermee is een zeer fors investeringsbedrag gemoeid van meer dan f 1 mrd. Het Kabinet heeft bovendien besloten tot een heropenstelling van de VROM-regeling specifiek toegespitst op CO2-reductie in de glastuinbouw (NIRIS2). Omdat de recente in gang gezette herstructurering van de glastuinbouw thans een unieke extra mogelijkheid tot CO2-reductie in deze sector biedt, wordt uit het CO2-reductieplan voor het heropenen van deze regeling een fors bedrag beschikbaar gesteld en wel f 75 mln. U bent hierover reeds geïnformeerd in de Uitvoeringsnota Klimaatbeleid.
Algemene emissie-reductieregeling
Het is gebleken dat met beide regelingen extra CO2-reductie te realiseren is tegen relatief geringe overheidskosten. Het is daarom ons voornemen op basis van de huidige subsidieregelingen, een aangepaste subsidieregeling te ontwikkelen. Mogelijk afwijkend ten opzichte van de eerdere regelingen zal zijn, dat er niet langer onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende deelprogramma's. Tevens wordt bezien of de regeling ook uitgebreid kan worden tot andere broeikasgassen. Indien een kosteneffectief project leidt tot emissiereductie van broeikasgassen anders dan via CO2-reductie, is er sinds de ondertekening van het Kyoto-protocol immers geen reden deze van subsidiëring uit te sluiten. Gelet op de resultaten van de VROM- en EZ-regeling kan er een absolute kosteneffectiviteitgrens gelegd worden van 20 gld/ton. Met deze grens is de effectiviteit van de eventueel in te zetten gelden gewaarborgd.
Van de nog overgebleven middelen binnen het CO2-reductieplan, kan circa f 50 mln beschikbaar worden gesteld voor deze nieuwe regeling. Mochten van de projecten die op grond van de EZ- en VROM-regeling gehonoreerd zijn, er eventueel een aantal onverhoopt niet doorgaan, dan kunnen deze middelen gebruikt worden als extra budget voor de nieuwe regeling. Mocht verder op enig moment blijken dat andere klimaatmiddelen beschikbaar zouden komen en indien zou blijken dat besteding daarvan via de genoemde regeling het meest efficiënt zou zijn, dan kan besloten worden één of meer extra tenders op basis van deze regeling uit te schrijven.
Deze regeling zal niet op korte termijn tot een openstelling van een tender leiden. Kort na het afronden van drie zeer omvangrijke tenders is het beter enige tijd te wachten voordat een nieuwe tender uitgeschreven wordt. Nieuwe kosteneffectieve projecten kunnen zich dan aandienen. Er is daarom gelegenheid zorgvuldig te bezien hoe een dergelijke regeling het beste opgezet zal kunnen worden. Ook de procedures met de Europese Commissie zullen uiteraard de nodige tijd vergen.
5. Totaal overzicht CO2-reductieplan
Wat betekent het bovenstaande voor de effectiviteit van het CO2-reductieplan en hoe ziet het totaal van het CO2-reductieplan er nu uit? De onderstaande tabel geeft daar inzicht in.
Categorie/ project | actueel budget | CO2 effect in Mton | ||
---|---|---|---|---|
in f min | zeker | Mogelijk | ||
1 | Eerste tranche | 149,6 | 0,70 | |
2. | EZ-regeling eerste tender | 150,7 | 0,88 | |
3. | EZ-regeling tweede tender | 227,1 | 1,70 | |
4. | VROM-regeling (NIRIS) | 126,7 | 0,41 | |
5. | HOV Eindhoven | 5,2 | 0,004 | |
6. | CO2 bufferproject | 25,0 | 0,40 | |
7. | Wind near shore | 60,0 | 0,10 | |
8. | restant verkeer en vervoer | 14,8 | 0,02 | |
9. | regeling houttechnologie | 15,0 | 0,03 | |
10. | NIRIS2 glastuinbouw | 75,0 | 0,39 | |
11. | overig (onder meer uitvoering individuele projecten en algemene regeling) | 100,9 | 0,26 | |
Totaal | 1 950,0 | 4,2 | 0,7 |
In de tabel is een splitsing gemaakt waarbij voor de categorieën dan wel projecten boven de streep geldt dat deze een grote mate van zekerheid hebben. De categorieën of projecten onder de streep kennen een minder grote zekerheid. De splitsing is wel enigszins arbitrair.
Van het CO2-bufferproject en het wind near shore project is wel het CO2 effect bekend, maar de realisatie van de beide projecten is nog niet in die mate zeker zoals dat wel het geval is bij de overige projecten die boven de streep vermeld staan.
Voor de categorieën onder de streep geldt dat hier nog geen concrete projecten voorhanden zijn. Ook kan gelden dat er wel projecten in beeld zijn, maar dat met de initiatiefnemers nog wordt gesproken over de definitieve vorm van de projecten, de voorwaarden en het uiteindelijke subsidiebedrag.
Het CO2-effect van de categorieën onder de streep is conservatief ingeschat. Voor de berekening van het mogelijke CO2-effect is ervan uitgegaan dat de projecten in de betreffende categorie de maximaal mogelijke kosteneffectiviteit hebben. Voor NIRIS2 geldt bijvoorbeeld dat ervan uitgegaan is dat alle projecten een kosteneffectiviteit van 20 gld/ton hebben. Dit leidt tot een onderschatting van het potentiële effect, maar het is beter voorlopig voorzichtig te ramen.
In de brief van 28 november 1997 is de verwachting uitgesproken dat het CO2-reductieplan zou leiden tot een structurele CO2-reductie van 4 á 5 Mton bij een budget van f 1000 mln. Inmiddels is het budget verlaagd tot f 950 mln en zijn er veel nieuwe projecten geselecteerd. Uit de tabel blijkt dat de 4 á 5 Mton een realistische inschatting is geweest. 4 Mton is inmiddels in te boeken als «zekere reductie». Zoals opgemerkt is onder 2. hierboven valt hierbij wel op te merken dat het niet onmogelijk is dat er alsnog projecten niet doorgaan. Indien er daardoor echter middelen vrijvallen voor besteding daarvan via de onder 4. genoemde algemene regeling, zal dat niet leiden tot een verslechtering van het resultaat.
Wij vertrouwen u hiermee voldoende te hebben ingelicht.
De Minister van Economische Zaken,
A. Jorritsma-Lebbink
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. P. Pronk
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
L. J. Brinkhorst
kosteneffectiviteit in gld/ton | totaal jaarlijksCO2-effect in kton | budget in f mln | aantal projecten | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
grenswaarde | gemiddelde | beschikbaar | uitputting | ||||
EZ-regeling, eerste tender | |||||||
industriële restwarmte benutting | 20 | 17 | 297 | 55 | 55 | 2 | |
warmtekracht/warmtepompen of combinaties | 100 | 65 | 50 | 26 | 19,4 | 5 | |
duurzame energie | 50 | 17 | 336 | 40 | 40 | 6 | |
procesintegratie energie-intensieve industrie | 20 | 13 | 177 | 30 | 29,1 | 2 | |
drogen, bakken, smelten en membranen | 50 | 47 | 19 | 8 | 7,3 | 1 | |
bouw en hout2 | 100 | 94 | 0,2 | 1 | 0,3 | 5 | |
EZ-regeling, tweede tender | |||||||
industriële restwarmte benutting | 20 | 15 | 652 | 87 | 109,32 | 8 | |
warmtekracht/warmtepompen of combinaties | 100 | 49 | 28 | 45 | 11,0 | 7 | |
duurzame energie | 50 | 12 | 638 | 52 | 60,82 | 22 | |
procesintegratie energie-intensieve industrie | 20 | 10 | 318 | 35 | 38,12 | 5 | |
drogen, bakken, smelten en membranen | 50 | 16 | 60 | 12 | 7,8 | 6 | |
bouw en hout3 | 100 | 56 | 0,1 | 1 | 0,1 | 2 | |
VROM-regeling | |||||||
benutting restwarmte aan glastuinbouw | 20 | 5 | 82 | 5,5 | samen | 3 | |
benutting restwarmte aan glastuinbouw en gebouwde omgeving | 20/50 | 26 | 211 | 137 | 70 | 126,6 | 1 |
benutting restwarmte aan gebouwde omgeving | 50 | 35 | 117 | 51,1 | 13 |
1 Voor een aantal projecten geldt dat projectgegevens op onderdelen nog kunnen wijzigen. Hierdoor kunnen de genoemde totalen of gemiddelden mogelijkerwijs nog wijzigen.
2 Zoals gemeld is in de bijgaande brief in de tweede tender het budget van de deelprogramma's «restwarmte benutting», «duurzame energie» en «procesintegratie energie-intensieve industrie» verhoogd met respectievelijk f 22,3 mln, f 8,8 en f 3,1 mln. De oorspronkelijke budgetten zijn gepubliceerd in Staatscourant 125, 7 juli 1998.
3 Het gaat in dit programma om in vergelijking met de andere deelprogramma's kleinschalige projecten. Het gaat daarbij om reductie van CO2 door energiebesparing in te bouwen woningen, woongebouwen of utiliteitsgebouwen.
tabel 2, resultaten EZ-tender *
deelprogramma | Aanvrager | Projecttitel | Subsidiex f 1000 | CO2-reductieton per jaar | Kosten-effectiviteit |
---|---|---|---|---|---|
restwarmte | RAV Watertreatment III B.V. | Restwarmte rookgassen voor destillatiewater productie | 5 100 | 39 368 | 13 |
benutting | Stichting Europoort Botlek Belangen | Benutting Industriële restwarmte | 49 900 | 257 550 | 17 |
wkk/warmtepomp | GASEDON Emmen V.O.F. | Het reduceren van de CO2-productie en het verhogen van restwarmte-afname in de glastuinbouw door pakketlevering van CO2 en restwarmte vanuit de warmte/kracht-STEG centrales in Erica en Klazienaveen | 1 872 | 22 220 | 20 |
Cogen Projects | Gasexpansie door energiebedrijven | 11 977 | 19 842 | 62 | |
Gasbedrijf Centraal Nederland N.V. | Centrale warmtelevering d.m.v. gecombineerde wkk-warmptepompinstallaties voor het centrumgebied van Vleuterweide | 1 465 | 2 330 | 65 | |
ENW Duurzame Energie | Warmtepompen | 1 530 | 1 421 | 84 | |
Gemeentelijke dienst afvalverwerking A'dam | inzet warmtetrafo voor restwarmtebenutting AVI-Amsterdam | 2 524 | 3 811 | 90 | |
duurzame | Staatsbosbeheer | Oogst en transport van energiehout | 570 | 23 200 | 6 |
energie | N.V. EPZ | Bijstoken gedroogd RWZI-slib in de kolencentrale van N.V. EPZ te Borssele | 500 | 7 060 | 8 |
N.V. EPZ | Houtvergassing bij Amercentrale 9 | 13 000 | 163 653 | 8 | |
N.V. PNEM | Bio-energie Centrale | 12 200 | 63 710 | 18 | |
CDEM Holland B.V. | CO2-reductie door de productie van zowel een cementvervanger als energie uit papierresidu | 6 000 | 28 600 | 22 | |
ENW Duurzame Energie | 60 MW in en rondom de Wieringermeer | 7 730 | 49 358 | 22 | |
proces | DSM N.V. | Procesintegratie bij DSM | 6 000 | 43 624 | 11 |
integratie | Methanor V.O.F. | Procesintegratie | 23 100 | 133 000 | 14 |
drogen, bakken... | Energie Delfland | CO2-productie met membraangasabsorptie | 7 250 | 19 000 | 47 |
bouw en hout | KODI B.V. | Volledig energiezuinig gebouw t.b.v. Kodi Elektrotechniek B.V. | 32 | 35 | 44 |
A+ Bureau voor bouwprodukt- ontwikkeling B.V. | Infra+ kantoor | 15 | 12 | 81 | |
Fam. Harting-Reintjes | Mens- en milieuvriendelijk woonhuis te Wijk bij Duurstede | 5 | 4 | 86 | |
Wereldhave N.V. | Project XX-kantoorgebouw voor 2 decennia | 75 | 55 | 88 | |
DHV Beheer B.V. | Nieuwbouw DHV | 160 | 104 | 99 |
* Projecten kunnen op onderdelen nog wijzigen waardoor bovenstaande gegevens kunnen veranderen.
tabel 3, resultaten 2e EZ-tender *
deelprogramma | Aanvrager | Projecttitel | Subsidiex f 1000 | CO2-reductie ton per jaar | Kosten-effectiviteit |
---|---|---|---|---|---|
industriële | Nedalco B.V. | Restwarmtebenutting | 360 | 3 324 | 9 |
restwarmte | Lyondell Chemical Nederland LTD. | Restwarmtebenutting | 540 | 4 700 | 9 |
Energie Delfland N.V. | Levering van CO2 aan glastuinbouw | 39 000 | 303 000 | 10 | |
Lyondell Dhemical Nederland LTD. | Efficiëncyverbetering | 2 200 | 18 100 | 11 | |
N.V. EPZ | Afstandswarmte- en CO2-levering aan tuinbouwgebied Cromstrijen | 30 000 | 150 000 | 16 | |
N.V. Eneeco | Restwarmte Europoort/Botlek naar kop van Zuid | 34 986 | 164 000 | 17 | |
Gemeente Maastricht | Individuele levering warmte en tapwater | 1 000 | 4 304 | 18 | |
N.V. Nuon | Warmtedistributie Ede Kerhem | 1 200 | 4 863 | 20 | |
wkk/ | Hoogovens Staal B.V. | Warmtetransformator | 786 | 5 562 | 15 |
warmtepomp | Akzo Nobel Energy B.V. | Elektriciteit uit reststoom | 1 660 | 6 838 | 19 |
N.V. Eneco | Biogas Utilisatie in bestaande wkk-installatie met gasturbine | 300 | 1 398 | 29 | |
Gemeente Zwolle | Duurzame geïntegreerde energieen watervoorziening industrieterrein Hessenpoort | 700 | 1 147 | 48 | |
Ingenieursbureau het Noorden B.V. | Duurzame energievoorziening van een tuindersbedrijf met warmtepompen | 644 | 1 267 | 52 | |
Grontmij Zuid-Holland B.V. | Energievoorziening van het tuinbouwcluster met WKK en elektrische warmtepompen | 5 908 | 10 806 | 56 | |
Haverleij B.V. i.o. | Warmtepompen Haverleij plangebied betreft 1000 Woningen in gemeente 's-Hertogenbosch | 1 000 | 1 443 | 56 | |
duurzame | Staatsbosbeheer | Drogen van Energiehout | 173 | 6 735 | 2 |
energie | North Refinery B.V. | Vacuümdestillatie eenheid | 2 029 | 91 459 | 2 |
Ekoblok B.V. | Ekokool | 1 251 | 23 044 | 4 | |
N.V. Huisvuilcentrale Noord-Holland | Warmte- afzet aan industrieterrein Boekelermeer | 950 | 17 427 | 4 | |
Ecosun B.V. | Hemweg project | 8 000 | 141 052 | 5 | |
C. De Wolff Konstruktiebedrijf B.V. | Windpark Rozenburg | 1 000 | 12 155 | 7 | |
Propec B.V. | Product- en energiecentrale te Rotterdam Europoort | 10 000 | 110 865 | 8 | |
C. De Wolff Konstruktiebedrijf B.V. | Windpark de Zuidwal | 2 000 | 20 424 | 9 | |
Biomass Nederland B.V. | Drogen van Biomassa | 5 079 | 56 600 | 9 | |
Host V.O.F. | Wervelbedvergasser locatie Stork Hengelo | 785 | 5 423 | 13 | |
Coöperatie Windenergie Vereniging Zeeuwind | Windturbineproject Bath II | 144 | 1 184 | 13 | |
Windpark De Plaet B.V. | Windpark de Plaet | 2 300 | 15 799 | 15 | |
N.V. EWR | Realisatie 2 grote windprojecten | 3 600 | 19 980 | 16 | |
Pec Groningen B.V. | Product- en energiecentrale te Delfzijl | 4 000 | 21 864 | 16 | |
Energy Systems B.V. | Windmolenpark Hendrikpolder | 1 821 | 9 974 | 16 | |
Weom B.V. | Windpark Hoofplaat polder | 1 500 | 7 009 | 19 | |
VCBW Noordenwind | Windturbine Damwoude, VCBW Noordenwind | 92 | 522 | 18 | |
Amfert | Duurzame Productie Energie en Mineralen te Amsterdam | 5 600 | 30 450 | 19 | |
WEOM B.V. | Windpark Mariapolder | 725 | 3 368 | 19 | |
Edon Duurzaam | Demonstratieproject biomassavergassingsinstallatie Gasedon Kl'veen | 8 500 | 37 276 | 20 | |
CWV Kennemerland | Windturbinepark Zijpe | 412 | 1 938 | 19 | |
CWV Kennemerland | Windturbinepark Burgervliet | 825 | 3 876 | 19 | |
proces | Air Products Nederland B.V. | Waterstofverwerkingsunit | 3 900 | 51 500 | 6 |
integratie | N.V. Delta Nutsbedrijven | Procesintegratie van de waterhuishouding | 6 500 | 55 432 | 9 |
Hoekloos B.V. | Bereiding van syngas | 15 000 | 121 582 | 10 | |
Exxon Chemical Holland B.V., Rotterdam Aromatics Plant | Vermindering milieu-uitstoot gascompressie | 4 185 | 31 058 | 11 | |
Dow Benelux B.V. | Energie-efficiëncy kraakfornuizen | 8 538 | 59 294 | 13 | |
drogen, bakken... | Serex | Palboard B.V. | 1 550 | 25 035 | 8 |
Parenco B.V. | Droogpartij optimalisatie door scrubber-warmtewisselaar | 1 615 | 15 120 | 8 | |
PLM Glasindustrie Dongen B.V. | Voorverwarmen van grondstoffen | 1 000 | 6 661 | 13 | |
Philips Electronics Nederland B.V. | Nieuwe glasovens met feedersystemen | 1 818 | 5 980 | 24 | |
Philips Lighting Winschoten | Schroef inleg en oxy-fuel | 374 | 3 082 | 29 | |
Maas Glas B.V. | Elektriciteitsopwekking uit rookgasenergie | 1 476 | 4 440 | 29 | |
bouw en | Bruinsma Timmerbedrijf | Bouw van loods | 4 | 7 | 36 |
hout | M&M Holding B.V. | Bedrijfsgebouw | 82 | 68 | 77 |
levering van | PNEM Energieverkoop B.V. | Warmte en CO2-levering glastuinbouwgebied Plukmadese Polder | 2 988 | 48 825 | 5 |
restwarmte aan | Mega Limburg | Energievoorziening Projectvestiging Siberië, Maasbree | 1 767 | 23 216 | 6 |
glastuinbouw | Nutsbedrijf Amstelland N.V. | Energievoorziening glastuinbouw, 1e en 2e fase Schinkelpolder | 775 | 10 157 | 6 |
levering van restwarmte aan glastuinbouw en gebouwde omgeving | Energie Delfland N.V. | SEON, Delfland | 70 000 | 211 180 | 26 |
levering van | N.V. Eneco | Warmtelevering VINEX-locatie Schiehaven-Mullerpier | 350 | 1 812 | 15 |
restwarmte aan | N.V. Eneco | Warmtelevering VINEX-locatie Katendrecht | 410 | 1 545 | 21 |
de gebouwde | Remu | Warmtedistributie Leidsche Rijn | 7 000 | 20 663 | 27 |
omgeving | NUON | Warmtelevering in Arnhem | 1 500 | 4 081 | 29 |
Remu | Renovatie 1000 woningen Zuilen Utrecht | 470 | 1 250 | 29 | |
NUON | Warmtelevering VINEX-locatie | 12 000 | 31 447 | 30 | |
N.V. Eneco | Warmtelevering hoogbouw wijk Rotterdam Ommoord | 3 276 | 8 435 | 30 | |
Edon | Aanpassing van de primaire infrastructuur van het stadsverwarmingsnet te Enschede | 660 | 1 667 | 31 | |
N.V. Eneco | Warmtelevering VINEX-locatie Nesselanden | 1 978 | 4 872 | 32 | |
ENW-Amsterdam N.V. | Restwarmtelevering door de Gemeentelijke Dienst Afvalverwerking (GDA) aan ENW Amsterdam voor stadsverwarming in Amsterdam-West | 4 500 | 10 159 | 34 | |
N.V. Eneco | Benutting restwarmte Maashavengebied (Beremaas) | 1 836 | 3 900 | 37 | |
Energy Systems | Stadsverwarming en koeling Stationsdistrict Eindhoven | 2 607 | 4 260 | 48 | |
Projectbureau IJburg | Warmtelevering IJburg | 14 550 | 23 014 | 49 |
* Projecten kunnen op onderdelen nog wijzigen waardoor bovenstaande gegevens kunnen veranderen.
De huidige stand van zaken eerste tranche is weergegeven in de onderstaande tabel.
tabel: stand van zaken eerste tranche
naam | subsidie in f mln | CO2-reductie in kton |
---|---|---|
VINEX | 72 | 29 |
Nedalco | 14,5 | 36 |
Vlasvezel | 2,5 | 12 |
Harsen | 4,2 | 17 |
Bio-massa korrels | 2,5 | 75 |
Biomassa Noord-Holland | 30 | 92 |
Lelystad1 | 2,6 | 13 |
Nerefco | 11,31 | 230 |
Versgrenzen | 10 | 180 |
totaal | 149,6 | 684 |
ingetrokken projecten: | ||
Gamma2 | 50 | 683 |
CCF3 | 60 | na aanvankelijke extra reductie,350 kton reductie |
WK-Hengelo4 | 18 | 24 |
De realisatie van de WKK-biomassacentrale te Lelystad wijkt iets af van de oorspronkelijke plannen. Het project leidt daardoor tot 2,2 kton minder CO2-reductie. Dit project krijgt daarom in plaats van f 3 mln uiteindelijk f 2,6 mln subsidie. Hierdoor blijft de kosteneffectiviteit van 17 gld/ton van dit project op peil.
Zoals gemeld in de bij deze bijlage behorende brief gaat het Gamma-project niet door. De oorzaak van het niet doorgaan van het Gamma-project ligt met name in de recessie in Azië. Deze was voor één van de belangrijkste beoogde afnemers van de producten van het Gamma-project, reden om van vestiging in Rotterdam af te zien. Hierdoor bestaat voor de producten van het oorspronkelijke Gamma-project niet langer voldoende vraag.
Zoals gemeld in de bij deze bijlage behorende brief gaat het CCF-project niet door. Hoogovens, de initiatiefnemer van het project, heeft voor de start van de CCF-proeffabriek gezocht naar partners die mede zorg zouden dragen voor de financiering van de ontwikkelingskosten. Hoogovens heeft in de afgelopen jaren uitgebreid onderzoek gedaan naar de toepasbaarheid van de CCF-technologie. De conclusie van dit onderzoek is dat met de CCF-technologie op lange termijn op concurrerende en milieuvriendelijk wijze ruwijzer geproduceerd kan worden. Hiernaast is echter de conclusie dat de rentabiliteit van grootschalige toepassing van de CCF-technologie op dit moment nog te gering is om voldoende mede-investeerders voor het project te interesseren. Hoogovens heeft hierdoor van versnelde uitvoering van dit project moeten afzien. Voor het CCF-project was f 60 mln subsidie beschikbaar en het kende op termijn een CO2-reductie van 0,35 Mton.
Over het niet doorgaan van het WK-Hengelo project bent u geïnformeerd bij brief van 28 november 1997 (Kamerstukken II, 25 026, nr. 6).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25026-10.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.